Spreektaal Ben je ziek?

Thema 2 Het Lichaam

Ben je ziek?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Het Lichaam

Ben je ziek?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Ik kan vertellen waar ik pijn heb.
  • Ik kan vragen stellen en antwoord geven over ziek zijn.
  • Ik oefen korte gesprekken: Hoe gaat het? Ik heb pijn in mijn …

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voel jij je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?
  • Ben je vaak ziek?
  • Wat heb je dan?
  • Wie zorgt er voor
    je als je ziek bent?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden horen bij 'ziek zijn'?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar het gesprek
Ben je ziek?
Je hoort Paula en Mirka

Slide 6 - Tekstslide

Paula: Hé Mirka, hoe gaat het?
Mirka: Niet zo goed.
Paula: Ben je ziek?
Mirka: Ja, ik heb hoofdpijn.
Paula: Heb je ook koorts?
Mirka: Nee hoor, dat niet.
Paula: Zal ik een eh … paracetamol voor je pakken?
Mirka: Ja, graag. Misschien gaat het dan beter.
Paula: In ieder geval: beterschap!
Mirka: Ja, dankjewel.
Hoe gaat het met Mirka?
A
B

Slide 7 - Quizvraag

Paula: Hé Mirka, hoe gaat het?
Mirka: Niet zo goed.
Paula: Ben je ziek?
Mirka: Ja, ik heb hoofdpijn.
Paula: Heb je ook koorts?
Mirka: Nee hoor, dat niet.
Paula: Zal ik een eh … paracetamol voor je pakken?
Mirka: Ja, graag. Misschien gaat het dan beter.
Paula: In ieder geval: beterschap!
Mirka: Ja, dankjewel.
Waar heeft Mirka pijn?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Paula: Hé Mirka, hoe gaat het?
Mirka: Niet zo goed.
Paula: Ben je ziek?
Mirka: Ja, ik heb hoofdpijn.
Paula: Heb je ook koorts?
Mirka: Nee hoor, dat niet.
Paula: Zal ik een eh … paracetamol voor je pakken?
Mirka: Ja, graag. Misschien gaat het dan beter.
Paula: In ieder geval: beterschap!
Mirka: Ja, dankjewel.
Wat gaat Paula pakken
Voor Mirka?
A
Deken
B
Kussen
C
Paracetamol
D
Water

Slide 9 - Quizvraag

Paula: Hé Mirka, hoe gaat het?
Mirka: Niet zo goed.
Paula: Ben je ziek?
Mirka: Ja, ik heb hoofdpijn.
Paula: Heb je ook koorts?
Mirka: Nee hoor, dat niet.
Paula: Zal ik een eh … paracetamol voor je pakken?
Mirka: Ja, graag. Misschien gaat het dan beter.
Paula: In ieder geval: beterschap!
Mirka: Ja, dankjewel.
Welke woorden horen bij 'gezicht'?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
doe je mond open / dicht.
leg je hand op je buik.
wijs je schouder aan.
leg je linkerhand op je rechterknie.
Welke lichaamsdelen zie je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb je pijn?
Waar heeft hij pijn?
Hij heeft pijn in zijn buik.

Nu jullie!

A: Ben je ziek?
B: Ja, ik heb pijn in mijn …

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loop rond
Hoe gaat het?
Waar heb je pijn?
Ik heb pijn aan mijn ... 

Gebruik de kaartjes of geef zelf antwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een lichaamsdeel
Bijvoorbeeld:
  • Dit is mijn rechterhand
  • Dit is mijn knie 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb drie handen
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb twee benen
A
B

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voet heeft acht tenen
A
B

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb één neus
A
B

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb drie knieën
A
B

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn linkerhand heeft twaalf vingers
A
B

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan vertellen waar ik pijn heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies