Spelling - di 14/9 verkleinwoorden + tussen -en

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

zoveel zin heb ik in Nederlands vandaag
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

zo nuttig vind ik spelling
010

Slide 3 - Poll

lesdoel
belangrijkste spellingsregels herhalen 
zodat je deze correct kunt toepassen

Slide 4 - Tekstslide

vandaag
herhalen meervoudsvormen
nakijken opdracht 8
uitleg verkleinwoorden + tussen-n
maak opdracht 9, 10, 11 en 13

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 7

1 bases
2 stommeriken
3 medici
4 groentes, groenten
5 radio’s
6 feeën
7 bacteriën
8 hyena’s
9 crematoria, crematoriums
10 epidemieën
11 prostituees
12 tantes
13 logés
14 buggy’s
15 plumeaus
16 cowboys


Slide 6 - Tekstslide

opdracht 8

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 8

1                

10 
11 
12 
13 
14 
15 
16 

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 8

1 niveaus
2 displays
3 dandy’s
4 alpaca’s
5 kubussen
6 gemeentes, gemeenten
7 maanzeeën

8 lieslaarzen
9 garanties
10 canapés
11 tandraderen
12 fotografen
13 poriën
14 beauty’s
15 melodieën
16 kangoeroes

Slide 9 - Tekstslide

verkleinwoorden

Slide 10 - Tekstslide

verkleinwoorden
-je/-kje/-pje/-tje/-etje
- kort --> lang (vat/vaatje). Let op bij klinkers.
- afkortingen

Slide 11 - Tekstslide

verkleinwoorden
Bekijk opdracht 12. 
Welke vorm krijgt het verkleinwoord?

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 12

1 glimwormpje
2 skietje
3 baby’tje
4 cafeetje
5 weggetje, wegje
6 abc’tje
7 vlammetje


8 leuninkje
9 parapluutje
10 stelletje
11 A4’tje
12 jongetje
13 dicteetje
14 bh’tje
15 glaasje

Slide 13 - Tekstslide

tussenklanken in samenstellingen

Slide 14 - Tekstslide

wat is een samenstelling?

Slide 15 - Woordweb

samenstelling:

twee woorden die je aan elkaar plakt tot een nieuw woord

Dit kunnen zijn:
werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, 
bijvoeglijke naamwoorden, telwoorden, etcetera.

Slide 16 - Tekstslide

tussenklanken in samenstellingen
tussen -s

tussen -en

Slide 17 - Tekstslide

tussenklanken in samenstellingen
tussen -s:

schrijf als je hem hoort 
let op: soms hoor je hem niet goed
(stationsweg->stationsstraat)
soms zijn twee manieren goed (drugverslaagde/drugsverslaafde)


Slide 18 - Tekstslide

tussen -en (uitzonderingen)
tussen -en: schrijf deze altijd tenzij....
1) het eerste deel geen meervoud, twee meervouden of een meervoud op 's heeft
2) het eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar
3) het eerste deel een bn versterkt
4) het eerste deel geen zn is
5) het woord niet meer als samenstelling wordt gezien

Slide 19 - Tekstslide

huiswerk
maak:  
9 (1-10)
10 (1-8)
11 (9-15)


Slide 20 - Tekstslide

lesdoel
belangrijkste spellingsregels herhalen 
zodat je deze correct kunt toepassen

Slide 21 - Tekstslide

zo goed ben ik in tussenletters
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll