Week 11 Ne 3B/K H5 Samenstellingen met of zonder tussenletters

Tussenletters in samenstelingen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tussenletters in samenstelingen

Slide 1 - Tekstslide

DOEL


- Je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen.
- Je kunt samenstellingen herkennen.

Tussenletters in samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tussenletters
  • Bij sommige samenstellingen krijg je een tussenletter. 
  • Bijna altijd schrijven wat je hoort.
  • Bij twijfel volg de regels...

Slide 4 - Tekstslide

wat zijn tussenletters?
bij een samenstelling krijg je:
- geen tussenletter (als je niks hoort)
- een s (als je een 's' hoort)
- een e of en (vet ingewikkeld... nee hoor ;-)

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletter -s
Als je de -s- hoort in de samenstelling, schrijf je de tussenletter -s-
beroepsvoetballer, lievelingskleur

Vervang het 2e woord met iets anders, als dat woord al met een s- begint:
varkensstal, want het is ook varkensvlees.
stationschef, want het is ook stationshal.

Slide 6 - Tekstslide

+
=
fiets + zaal = 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noem je een woord als
fietszaal?

Slide 8 - Open vraag

Luister naar de uitleg die hier gegeven wordt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Tussenletters -en-

kort samengevat


Het eerste woord heeft altijd een meervoud op -en.


Bijvoorbeeld:

krantenbezorger - kippensoep - rozengeur

Slide 12 - Tekstslide

Tussenletter -e-

kort samengevat


Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.

Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.

Het eerste woord heeft meervoud op -en én op -s.


Bijvoorbeeld:

Koninginnedag - apetrots- secondewijzer

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletter -s-

kort samengevat


De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

meningsverschil - varkensstal / varkensvlees

Slide 14 - Tekstslide

Maak een samenstelling van de woorden:
trap + huis

Slide 15 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
stoel + dans

Slide 16 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
buur + ruzie

Slide 17 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
leerling + raad

Slide 18 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
boodschap + kar

Slide 19 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
mes + set

Slide 20 - Open vraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
breedtegraad
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 21 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 22 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 23 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 24 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 25 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 26 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 27 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
hoogtemeter
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 28 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
ladekast
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 29 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
bendeleden
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 30 - Quizvraag

Wat doe je als je niet kunt horen of je tussenletter -s- moet gebruiken?

Slide 31 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
belasting + dienst

Slide 32 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
elektriciteit + centrale

Slide 33 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
kwaliteit + controle

Slide 34 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
zee + schepen

Slide 35 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
lengte + verschil

Slide 36 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
muis + val

Slide 37 - Open vraag

Maak een samenstelling van de woorden:
volk + zanger

Slide 38 - Open vraag

DOEL


- Je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen.
- Je kunt samenstellingen herkennen.

Tussenletters in samenstellingen

Slide 39 - Tekstslide

Zijn er nog vragen??
Schrijf ze hieronder op:

Slide 40 - Tekstslide

Na deze les
- Kun je samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen
- Werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) goed spellen

Slide 41 - Tekstslide