5.1 Handel en de opkomst van steden

H5: Steden, staten en de kerk.


 5.1 Handel en de opkomst van steden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5: Steden, staten en de kerk.


 5.1 Handel en de opkomst van steden

Slide 1 - Tekstslide

Deze les 
  • Programma periode 4 
  • introductie hoofdstuk 5: steden, staten en de kerk
  • Uitleg paragraaf 5.1: handel en de opkomst van steden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De late middeleeuwen
Periode van 1000 tot 1500 n.C.
Tijdvak 4: tijd van steden en staten
Vervolg op hoofdstuk 4: vroege middeleeuwen


Dit behandelen we in hoofdstuk 5: steden, staten en de kerk

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden in de late middeleeuwen.
  • Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelssteden uitleggen waarom samenwerking voordelig was.

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden in de late middeleeuwen.

Slide 6 - Tekstslide

Rond jaar 1000:
  • Continuïteit --> Meeste mensen woonden + werkten op platteland 
  • Verandering --> handel + nijverheid bloeide weer op
       --> twee oorzaken.

Slide 7 - Tekstslide

1. Verbetering in de landbouw
  • Betere werktuigen: ploeg van ijzer, het halsjuk
  • Grond efficiënter gebruiken -->
    drieslagstelsel:
    Landbouwmethode waarin een stuk land in het eerste jaar wordt gebruikt voor wintergraan en in het tweede jaar voor zomergraan, voordat het een jaar braak komt te liggen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

2. Woeste gronden ontginnen
= het voor landbouw bruikbaar maken van bossen en moerassen


  • 1 + 2 zorgen voor stijging voedselopbrengst --> zorgt voor stijging bevolking + meer voedsel over om te ruilen 

Slide 11 - Tekstslide

  • Voedsel ruilen op markten bij kruispunten, kloosters, kastelen --> Daar ontstonden dorpjes met handelaren + ambachtslieden --> sommige werden steden 
  • Boeren trokken naar de steden 
  • Tussen 900 - 1300 ontstonden er ongeveer 1000 steden in Europa
  • Ontstaan agrarisch-stedelijke samenleving = Maatschappij waarin merendeel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Leerdoel
Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond

Slide 14 - Tekstslide

Van ruilen naar ontstaan geldeconomie
  • Domeinheer vond pacht in vorm van oogst onhandig --> oogst vergaat. Geld praktischer --> leger + hofhouding betalen makkelijker
  • Op markt niet altijd voldoende producten om direct te ruilen
  • Boeren hadden geld nodig voor pacht + belasting

Slide 15 - Tekstslide

Nadeel geldeconomie = overal een ander soort munt... moeilijk te bepalen hoeveel de munten waard zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelssteden uitleggen waarom samenwerking voordelig was

Slide 17 - Tekstslide

Handelsnetwerk
  • Groeit --> grotere gebieden
  • Steden die geld met langeafstandshandel verdienen: handelssteden
  • Extra geld door tol heffen

  • Vanaf 12e eeuw samenwerking kooplieden Noord-Europese steden

Slide 18 - Tekstslide

Handelsnetwerk
  • Hanze = handelsverbond van steden langs Noordzee en Oostzee. 
Voordelen: 
  • 1. Koggeschepen in groepjes varen = veiliger 
  • 2. Samen eisen minder tol te betalen 
  • 3. Leveranciers mochten niet samenwerken met concurrenten Hanze

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Producten: 
Engeland: wol, linnen
Oostzeegebied: hout, graan, haring, huiden

  • Niet enige handelsnetwerk in Europa
  • In Brugge ontmoetten Hanzekooplieden & kooplieden uit Zuid-Europa elkaar

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag 
Maken §5.1: 4 t/m 17

Slide 23 - Tekstslide