Synoniemen & homoniem

Nederlands
Synoniemen en homoniemen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 65 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Synoniemen en homoniemen

Slide 1 - Tekstslide

Hier vraag ik aan de kinderen of ze al weten wat synoniemen zijn. Daarnaast vertel ik dat we vandaag gaan leren wat synoniemen zijn. 
Synoniemen
 - 2 woorden die ongeveer hetzelfde betekenen
Voorbeelden:
 - Etage en verdieping
- Hollen en rennen
- Kapot en stuk

Slide 2 - Tekstslide

In deze dia leg je uit wat synoniemen zijn. Hier gebruik je de voorbeelden voor die hier onder staan. 

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00
Synoniem

Slide 4 - Woordweb

De kinderen gaan hier zelf synoniemen opzoeken op internet en deze in 3 minuten in het woord web zetten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het synoniem voor 'contact houden'?
A
Elkaar blijven zien en spreken
B
Elkaar vast houden
C
Elkaar bellen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem voor 'zoeken'?
A
Speuren
B
Jagen
C
Vinden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het synoniem voor 'wijk'?
A
Plaats
B
Buurt
C
Gemeentegrond

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Homoniemen
 - 1 woord met twee of meerdere betekenissen
Voorbeelden:
 - Bal
-  Pop
-  Das

Slide 9 - Tekstslide

In deze dia leg je uit wat homoniemen zijn. Hier gebruik je de voorbeelden voor die hier onder staan. 

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00
Homoniem

Slide 11 - Woordweb

De kinderen gaan hier zelf homoniemen opzoeken op internet en deze in 3 minuten in het woord web zetten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de homoniemen?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de homoniemen?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de homoniemen?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen 
Taal:
Blok 5, week 2, dag 2 (synoniemen)
Blok 9, week 4, dag 2 (homoniemen)
Je maakt opgave 2 en 20 in de plus. 
Sneller klaar?
Werkboekje
Zelfstandig werken
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn synoniemen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homoniemen zijn.....
A
Twee woorden met dezelfde betekenis maar je schrijft ze anders
B
Twee verschillende woorden voor dezelfde betekenis
C
Twee betekenissen voor hetzelfde woord
D
Geen idee, ik moet nog even goed oefenen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Lesdoelen:
Je kunt synoniemen herkennen
Je kunt homoniemen herkennen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies