Spelling hoofdstuk 4

Spelling hoofdstuk 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Dit hoofdstuk
  • Tussenletter in samenstellingen
  • Samentrekking en weglatingsstreepje
  • Apostrof 

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Om een samenstelling te vormen, moet je soms letters tussen de woorddelen toevoegen.

Schrijf -(e)n: als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -n of -en heeft.
  • vissenkom
  • duiventil
  • getuigenbank







Slide 3 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf geen -n: als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft.
  • wiskundeboek
  • tarwebrood
Schrijf geen -n: als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -s  heeft.
  • horlogebandje
  • garagebedrijf

Slide 4 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf geen -n: als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -n of -s heeft.
  • groentesoep
  • opnamedag
Schrijf geen -n: als het eerste deel van de samenstelling een werkwoord of versterkend woord is.
  • knorrepot
  • beresterk

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf geen -n: als het eerste deel van de samenstelling een uniek persoon of zaak is
  • zonnescherm
  • maneschijn
Schrijf geen -n: als het woord niet meer herkenbaar is als samenstelling. Soms lijkt een woord een samenstelling, maar is dat nooit geweest.
  • bullebak
  • spillebeen

Slide 6 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf een -s: als je die klank hoort.
  • dorpskern
  • reddingsboot

Schrijf een -s: als het tweede woorddeel begint met een sis-klank.
  • dorpsstraat --> dorpswinkel
  • reddingsschip --> reddingsboei


Slide 7 - Tekstslide

Maak een samenstelling:
lieveling + zanger

Slide 8 - Open vraag

Maak een samenstelling:
reus + trots

Slide 9 - Open vraag

Maak een samenstelling:
spin + web

Slide 10 - Open vraag

Maak een samenstelling:
kraal + ketting

Slide 11 - Open vraag

Maak een samenstelling:
opgave + formulier

Slide 12 - Open vraag

Maak een samenstelling:
slaging + percentage

Slide 13 - Open vraag

Maak een samenstelling:
zon + bank

Slide 14 - Open vraag

Samentrekking en weglatingsstreepje
Als een deel van een samenstelling twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het één keer weglaten. 
Dit heet een samentrekking. Je vervangt het weggelaten deel door een weglatingsstreepje.

Slide 15 - Tekstslide

Samentrekking en weglatingsstreepje
samentrekking op woordniveau: zoals land- en tuinbouw, donkerblauw en -groen;

samentrekking op woordgroepniveau: zoals oude en nieuwe boeken, aardige mannen en vrouwen;

gemengde samentrekkingen: zoals basis- en middelbaar onderwijs

Slide 16 - Tekstslide

Regels apostrof
Een hoge komma (’) noem je ook wel een apostrof. Hij wordt gebruikt om problemen met de uitspraak van sommige woorden te voorkomen.
Ook wordt hij gebruikt als er van woorden letters of van jaartallen delen worden weggelaten.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Regels apostrof

Slide 19 - Tekstslide