H9 samenvatting 2023-2024

H9 samenvatting 2023-2024
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H9 samenvatting 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

hst 9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling:
  1. Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen.
  2. De ladingen bij elkaar opgeteld: nul (ongeladen).
  3. Zoek dus de verhouding tussen + en - ionen waardoor de totale lading nul wordt.
  4. Deze verhouding zie je terug in de indexen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke groep vaste stoffen geleiden stroom? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Oplossen van een zout

Slide 9 - Tekstslide

Zoek in je binas..
SO PracticumSO Practicum
wat valt op bij de pijlen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
1. Je gaat het zout NaCl oplossing in water. 
Geef de oplosvergelijking. 

2. Je gaat het zout zinknitraat oplossing in water.
Geef de oplosvergelijking. 


Slide 12 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing

Slide 13 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing

Slide 14 - Tekstslide

hst 9.2 "zoutoplossingen bij elkaar brengen"

Slide 15 - Tekstslide

2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren: 
  • Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
  • Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

. . . .
. . . . 
. . . .
. . . .

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Als je het neerslag filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat.

Slide 23 - Tekstslide

Zelf oefenen

Je mengt oplossingen van

  1. koperchloride en zilvernitraat
  2. kaliumchloride en natriumsulfaat
  3. bariumchloride en natriumcarbonaat

Slide 24 - Tekstslide

Hst 9.3 "een slecht oplosbaar zout maken"

Slide 25 - Tekstslide

Neerslag kun je gebruiken! 
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! 

Hoe doe je dat?

Slide 26 - Tekstslide

Goed leren!
  • Alle zouten met kalium, natrium en ammonium lossen goed op in water
  • Alle zouten met nitraat lossen goed op in water

Slide 27 - Tekstslide

Loodcarbonaat maken
Loodcarbonaat is slecht oplosbaar (BINAS).
Om loodcarbonaat te maken moet je Pb2+ ionen
mixen met CO32- ionen.

Slide 28 - Tekstslide

Je wilt dus Pb2+ met CO32- ionen mixen.
De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-.

Slide 29 - Tekstslide

De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-. Loodnitraat en natriumcarbonaat zijn goede keuzes.

Slide 30 - Tekstslide

Pb2+
CO32-
s
?
?

Slide 31 - Tekstslide

De Pb2+ moet dus opgelost zijn, net als de CO32-. Loodnitraat en natriumcarbonaat zijn goede keuzes.

Slide 32 - Tekstslide

hst 9.4 "ongewenste ionen verwijderen"

Slide 33 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je kunt met behulp van een oplosbaarheidstabel verklaren hoe uit een oplossing een ionsoort verwijderd kan worden.

Slide 34 - Tekstslide

Neerslag kun je gebruiken! 
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! (vorige les)

Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen. 

Hoe doe je dat?

Slide 35 - Tekstslide

voorbeeld
Stel, je wilt fluoride-ionen verwijderen uit een oplossing 

Maak dan een oplossing van een zout naar keuze
Voeg jouw gekozen oplossing toe aan de oplossing met F-
Filtreer de neerslag 

Slide 36 - Tekstslide

Hoe kies je dat zout?
Hoe kies je het zout waarvan je een oplossing gaat maken?
  • Zoek een ion dat met F- een s vormt in tabel 35



welk ion zou je kunnen kiezen?

Slide 37 - Tekstslide

van ion naar gekozen zout
je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion

Ca2+ zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat  zout moet goed oplosbaar zijn, dus kies voor NO3-
Het zout is dus Ca(NO3)2

Slide 38 - Tekstslide

Ca2+
F-
s
NO3-
g

Slide 39 - Tekstslide

Reactievergelijking
Ca2+ (aq) + 2 F- (aq) --> CaF2 (s)

Slide 40 - Tekstslide

Hst 9.6 "een zout herkennen"

Slide 41 - Tekstslide

Binas
Zoek de juiste tabel waarin de vlamkleuringen staan.

Slide 42 - Tekstslide

koperionen zijn blauw

Slide 43 - Tekstslide

ijzerionen zijn bruin

Slide 44 - Tekstslide

Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur. 
(zie BINAS 38)

Slide 45 - Tekstslide

1. Wat is de formule van de ijzerionen in FeBr

2. Tot welke stof behoort Aluminiumoxide? 
a. Atomaire stoffen
b. Moleculaire stoffen
c. Zouten 
 

Slide 46 - Tekstslide

3. Kopercyanide bestaat uit koper en cyanide ionen in de verhouding 2:1. Wat is de lading van het cyanide als koper een
lading heeft van 2+ 

4. Geef de triviale naam van een oplossing van natriumhydroxide 


Slide 47 - Tekstslide