Les 2 microbiologie

Les 2 Microbiologie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Microbiologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen Microbiologie
Les 1: Basis Microbiologie
Les 2: Levensvoorwaarden
Les 3:  Bederfvormen en microbiologisch onderzoek



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Theorie
  •  Aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kan de levensvoorwaarden van M.O. benoemen en koppelen aan product eigenschappen van jou producten. 
  • Kan risicovolle M.O. toelichten waar het bedrijf rekening mee moet houden.
  • Kan in het productieproces microbiologische risico`s en bijbehorende beheersmaatregelen benoemen.
  • Kan microbiologische onderzoeken toelichten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten M.O waren er ook al weer

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk M.O. is het grootste?
A
Gisten
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Virussen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk M.O. groeit het snelst?
A
Gisten
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Virussen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de groeifase in de juiste volgorde
Exponentiele fase/log fase
Afstervingsfase
Evenwichtsfase
Aanpassingsfase/lag fase

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kruisbesmetting?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de verschillen tussen voedselvergiftiging en voedselinfectie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 Microbiologie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pathogenen 
  • Ziekmakende bacteriën

Voorbeelden:
  • Listeria monocytogenes
  • Salmonella
Sporenvormers:
  • Clostridium Botulinum

Slide 13 - Tekstslide

pathogenen zijn ziekmakende bacteriën. deze groeien bij een pH tussen de 5,0 en 8,5, melk valt hier ook onder. 

Of een bacteriesoort wel of niet ziekteverwekkend is wordt op proefdieren
onderzocht. Proefdieren worden opzettelijk besmet met de te onderzoeken
bacteriesoort. Indien die bacteriesoort pathogeen is, zullen de proefdieren de
kenmerkende ziekteverschijnselen vertonen. Van de Salmonellabesmetting weten we
dat je buikloop krijgt.
Voor iemand die het toxine van Clostridium botulinum binnen krijgt, zijn de gevolgen
ernstiger. Dit toxine is een neurotoxine en veroorzaakt onder andere verlamming van
de hartspieren en de ademhalingsspieren. Je sterft dan de verstikkingsdood.
Welke nuttige toepassingen van M.O. ken je ?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige werking M.O.
Binnen voeding zijn o.a.:
  • bacteriën: yoghurt, zuurkool, droge worst, kaas 
  • gist: bier, brood, wijn
  • schimmel: brie, champignons

Buiten voeding: productie van penicilline, waterzuivering


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben micro-organismen allemaal nodig om te kunnen groeien?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De levensvoorwaarden
  • Voeding
  • Water
  • Temperatuur
  • Zuurstof
  • Neutrale zuurgraad (pH)
  • Weinig opgeloste stoffen
  • Afwezigheid van giftige stoffen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende slide wordt een filmpje van schoolTV getoond. Klik op de link om het filmpje te openen.
 
Beantwoord de volgende vragen:
  • Welke manieren van conserveren kom je tegen in dit filmpje?
  • Benoem van elke manier van conserveren met welke levensvoorwaarde dit volgens jou te maken heeft.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke manieren van conserveren kom je tegen in dit filmpje?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem van elke manier van conserveren met welke levensvoorwaarde dit volgens jou te maken heeft.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voeding
  • Brandstof, bouwstof en beschermende stof
  • Voedingsbodem
Voeding voor de mens, is voeding voor micro-organismen!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • 80-90% van de m.o. bestaat uit water
  • Vochtgehalte = vrij en gebonden water
  • Aw-waarde = Vrij water

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • Lager dan Aw 0,6 geen groei. 
  • Aw 0,6 tot 0,9 vrijwel alleen groei schimmels, gisten.
  • Aw hoger dan 0,95 groei van vrijwel alle bacteriën, gisten en schimmels.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur

Slide 25 - Tekstslide

De invloed van de temperatuur op de groei van micro-organismen is heel groot. Ze groeien het beste bij een optimale temperatuur, maar deze optimale temperatuur is niet voor elke bacterie hetzelfde. Maar is de temperatuur hoger of lager dan de optimale temperatuur voor de specifieke bacterie dan zal de groei moeilijker verlopen. voor de minimumtemperatuur zal het micro-organisme niet groeien en "ligt deze stil" en is de temperatuur hoger dan de maximumtemperatuur dan zal het micro-organisme afsterven. 
Temperatuur
  • Ziekteverwekkers, gisten en schimmels worden afgedood bij pasteurisatie (72°C)
  • Thermoresistenten overleven pasteurisatie
  • Sporenvormers overleven zelfs temperaturen boven 100°C
  • Toxinen (zijn giftig) blijven wel achter

Slide 26 - Tekstslide

Zoals in de vorige slide is aangegeven groeien verschillende micro-organismen het beste op verschillende temperaturen. We verdelen deze micro-organismen in, in verschillende categorieën.  Namelijk de psychrofielen, mesofielen en thermofielen.

Psychrofielen kunnen bij koude temperaturen goed groeien. ze kunnen groeien tussen de 0 en de 40 graden en worden dus bij verhitten afgedood. Een nadeel van deze psychrofielen is dat ze niet vertraagd worden bij een koelkasttemperatuur. Een voorbeeld van een psychrofiel is Pseudomonas, deze groeit bijvoorbeeld goed in rauwe melk. Daarom mag je deze maar kort bewaren bij 3 graden, omdat pseudomonas hier lekker in kan gaan groeien. 

De mesofielen groeien bij een temperatuur tussen de 10 en de 50 graden. ze groeien vaak het snelst bij 30 graden celcius. 

Thermofielen groeien op warme plekken, ze kunnen het beste tegen hogere temperaturen. ze groeien tussen de 30 en ongeveer 67 graden.  daarmee geven ze een extra risico bij het regeneratief van een melkpasteur of thermiseur. dit komt omdat de plek bij het regeneratief een optimale groeitemperatuur is en er na verloop van tijd komt er vervuiling door eiwitten en kunnen de thermoresistende mo goed groeien. Daarom is het belangrijk om de pasteur/thermiseur op tijd te reinigen (vaak na 7 uur)




Om te onthouden of psychrofielen of mesofielen van koude houden kan je wellicht het volgende ezelsbruggetje onthouden. Meso betekend in het midden en filie is houden van. mesofiel komt dus in het midden. thermo = warmte dus thermoresistent is warmte resistent en kan dus bij hogere temperaturen groeien.


Ziekteverwekkers, gisten en schimmels worden afgedood bij pasteurisatie (72°C)
Thermoresistenten overleven pasteurisatie
Sporenvormers overleven zelfs temperaturen boven 100°C
Toxinen (zijn giftig) blijven wel achter


1. Een kaassoufflé wordt ingevroren maar bevat een mesofiel micro-organisme. Wat gebeurd er met dit organisme?
2. De kaassoufflé wordt vervolgens diepgevroren gefrituurd bij 175 oC, de kerntemperatuur wordt 65 graden, wat gebeurd er met het micro-organisme?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof 
  • Aeroob = Groeit met zuurstof
  • Anaeroob = Groeit zonder zuurstof 
  • Facultatief (an)aerobe micro-organismen = groeit zowel met als zonder zuurstof.

Slide 28 - Tekstslide

Veel micro-organismen hebben zuurstof nodig.
Veel micro-organismen worden geremd in een omgeving met weinig zuurstof (bijv. gasverpakking)
Schimmels hebben altijd zuurstof nodig

Zuurgraad (pH)
  • Beste groei neutrale pH (7)
  • pH lager dan 4,5: remming groei pathogene m.o.  

Slide 29 - Tekstslide

Of micro-organismen kunnen leven wordt, naast factoren als voedsel en warmte, ook
bepaald door de zuurgraad van hun omgeving. De maat voor de zuurgraad is de pH. 

De meeste m.o. groeien het beste bij een pH rond de 7, dit is een neutrale pH. de schaal van pH loopt namelijk van 0 tot 14 waarbij 0 het meest zuur is en 14 het meest basisch (loog). Maar ook hierbij heeft elk m.o. zijn eigen pH gebied waarin hij kan groeien. Zo groeien schimmels en gisten vaak ook nog in een zuur milieu, maar rottingsbacteriën meer bij een zwak-basische omgeving. 

Met de kennis over de groei van m.o. en de pH maken we veel gebruik in de levensmiddelen industrie. een pH verlaging wordt vaak gebruikt als conserveringstechniek. op het moment dat je de pH van een product lager kunt krijgen dan 4,5 weet je zeker dat pathogene m.o. niet kunnen groeien. Het verlagen van de pH wordt vaak gedaan door het toevoegen van zuur zoals citroenzuur of azijnzuur (haring) of door de groei van melkzuurbacteriën in bijvoorbeeld yoghurt. 

Welke pH hoort bij welke productgroep?
pH 3,8
pH 3-4
pH 3-4
pH 5,3
pH 6,5

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurgraad

Slide 31 - Tekstslide

Hoe wordt de pH nu bepaald? Zure stoffen splitsen zich in een oplossing, er splitsen H+ ionen af (geladen waterstofatomen). met een pH meter meet je hoeveel electrisch geladen waterstofatomen er zijn, als deze concentratie hoog is dan heb je een zure oplossing.
Opgeloste stoffen
  • Aw-waarde
  • Zout
  • Suiker

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Giftige stoffen
  • Conserveermiddelen
  • Bacteriedodende geneesmiddelen
  • Afweerstoffen
  • Desinfectiemiddelen
Nitriet (vaak gevormd uit nitraat)

Reden nitraat toevoeging (in het verleden) bij kaasbereiding: 
  • Nitriet remt ontwikkeling van bacterie(sporen).
  • Helaas is nitriet ook slecht voor de mens.
  • Nitriet kan gevormd worden door entero’s uit nitraat

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kan de levensvoorwaarden van M.O. benoemen en koppelen aan product eigenschappen van jou producten. 
  • Kan risicovolle M.O. toelichten waar het bedrijf rekening mee moet houden.
  • Kan in het productieproces microbiële risico`s en bijbehorende beheersmaatregelen benoemen.
  • Kan Microbiologische onderzoeken toelichten

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies