Ik kan uitleggen hoe het lichaam in elkaar zit.
Ik kan uitleggen welke orgaanstelsels je hebt.
Ik kan uitleggen waar organen uit bestaan.
Ik kan de onderdelen in een cel benoemen en uitleggen wat de functie is.
Ik kan uitleggen hoe orgaanstelsels met elkaar samenwerken.