De bedrijfskolom, 12-04-2022

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
15 minuten: aan het werk!
5 minuten: pauze
35 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
15 minuten: aan het werk!
5 minuten: pauze
35 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Plaatsbeleid

Slide 2 - Woordweb

Plaatsbeleid, oftwel distributie

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je begrijpt wat een bedrijfskolom is.
2. Je begrijpt wat supply chain management is
3. Je kent de 4 functies van handel.
4. Je kent de 4 verschillende soorten groothandelaren.

HUISWERK: Opdracht 1 t/m 4
Hoofdstuk: Plaatsbeleid
Paragraaf 4.1

Slide 4 - Tekstslide

De bedrijfskolom

Slide 5 - Woordweb

Bedrijfskolom
De route die het product aflegt van oerproducent tot eindgebruiker. Alle schakels die gepasseerd worden noemen we de bedrijfskolom.

In het filmpje op de volgende slide wordt dit duidelijk uitgelegd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

1
2
3
4
5
Zet voor het product chips de volgende schakels op de juiste plek in de bedrijfskolom
Chipsfabriek
Aardappelgroothandel
Aardappelboer
Detailhandel
Distributiecentrum

Slide 8 - Sleepvraag

Wat beweegt er behalve goederen nog meer door de bedrijfskolom?

Slide 9 - Open vraag

Geldstroom loopt van beneden naar boven door de bedrijfskolom
Informatiestroom: naar beneden (handleidingen, reclame) én naar boven (reviews)

Slide 10 - Tekstslide

Supply chain management

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4 soorten groothandels
Importeur
Exporteur
Grossier
Binnenlandse groothandel

Slide 13 - Tekstslide

Importeur
Een importeur koopt goederen in het buitenland en verkoopt deze goederen op de binnenlandse markt aan de tussenhandel. Daarmee staat de importeur aan de basis van veel producten op de Nederlandse markt, die in het buitenland geproduceerd zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Exporteur
De exporteur doet het tegenovergestelde van de importeur, namelijk goederen aan afnemers in het buitenland verkopen. De exporteur koopt goederen in bij de fabrikant of andere leveranciers, die in Nederland zijn geproduceerd. Dan denk je al snel aan kaas, tulpen en klompen.

Slide 15 - Tekstslide

Binnenlandse groothandel
Dit type groothandel komt samen met de grossier het meeste voor in Nederland. De groothandel koopt in bij Nederlandse fabrikanten en importeurs en verkoopt de goederen weer door aan andere fabrikanten, de tussenhandel en aan Nederlandse exporteurs. 

Slide 16 - Tekstslide

Grossier
Een grossier is een groothandelaar die specifiek aan de detailhandel levert en aan grootverbruikers. Grootverbruikers zijn bedrijven, gemeenten, scholen en kantoren.

Sommige grossiers passen vaak zelfbediening toe. Zelfbediening-grossiers noemen we ook wel cash-and-carry groothandels.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Andere functies

Slide 19 - Tekstslide

Zijn er vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 1 t/m 4
Hoofdstuk: Plaatsbeleid
Paragraaf 4.1
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met paragraaf 4.2

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 1 t/m 4
Hoofdstuk: Plaatsbeleid
Paragraaf 4.1
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met paragraaf 4.2

timer
35:00

Slide 23 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
1. Je begrijpt wat een bedrijfskolom is.
2. Je begrijpt wat supply chain management is
3. Je kent de 4 functies van handel.
4. Je kent de 4 verschillende soorten groothandelaren.







HUISWERK: Opdracht 1 t/m 5
Hoofdstuk: Marktonderzoek
Paragraaf 1.1 en 1.2

Slide 24 - Tekstslide