Indampen en destilleren t3 3.4

Indampen en destilleren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Indampen en destilleren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Huiswerk bespreken
- Herhaling
- Wanneer kies je voor indampen en wanneer voor destilleren
- Begrippen destilleren
- Onderdelen destillatieopstelling
- Reken opgave

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor mengsel kan je scheiden doormiddel van een filtratie?
A
vloeibaar-vloeibaar
B
vast-vast
C
vloeibaar-vast
D
alle soorten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is GEEN scheidingsmethode?
A
Filteren
B
Chromatografie
C
Verbranden
D
Destilleren

Slide 4 - Quizvraag

Een oplossing is een homogeen mengsel
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het kookpunt van water?

Slide 6 - Open vraag

waarop is de scheidingsmethode bezinken en afschenken gebaseerd?
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 7 - Quizvraag

waar is de scheidingsmethode filtreren op gebaseerd?
A
kookpunt
B
aanhechtingsvermogen
C
deeltjesgrootte
D
dichtheid

Slide 8 - Quizvraag

Oplossingen scheiden
Een oplossing is een homogeen mengsel. 
Een oplossing is niet te scheiden door filtreren. 
Om een oplossing te scheiden kijken we naar het kookpunt van de aanwezige stoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Indampen
voorbeeld: zout uit zeewater halen.  kookpunten:
Water - 100 °C
Zout - 1464 °C
verwarmen -> water verdampt en zout blijft over

Slide 10 - Tekstslide

Indampen

Slide 11 - Tekstslide

Destilleren
Destilleren wordt vaak gebruikt voor mengsels die een combinatie zijn van vloeistoffen. Bij destilleren kijk je ook naar kookpunten. Stel een mengsel van water en alcohol,
Water - 100 °C
Alcohol - 78 °C
Omdat hier een goed verschil in zit zal je alcohol eerst verdampen en zich verplaatsten naar het destillaat.

Slide 12 - Tekstslide

Destillatieopstelling 

Slide 13 - Tekstslide

Verschil tussen indampen en destilleren

Bij indampen verlies je de stof met het laagste kookpunt, omdat deze verdampt. Bij destilleren kan je ze allebei bewaren, met het hoogste kookpunt in het residu en met het laagste kookpunt in het destillaat. Indampen gaat sneller dan destilleren.

Slide 14 - Tekstslide

Reken opgave
Met een destillatieopstelling hebben we een alcohol en water mengsel van elkaar kunnen scheiden. Het start volume was 0,5L. Aan het eind van de destillatie is er 231 ml overgegaan naar het destillaat.
Bereken het alcohol volume% in het mengsel.

Slide 15 - Tekstslide

Reken opgave
Er werd in een kelder een vat met gedestilleerde jenever gevonden. Het ethanol percentage is 40,2 %. Nadat het getest was, werd er een methanol percentage van 2,6 % gevonden. Het vat heeft een volume van 60 L. 
Bereken het volume ethanol en methanol in ml. 

Slide 16 - Tekstslide

Samengevat
  • Wanneer gebruik je indampen en wanneer gebruik je destilleren.
  • De stofeigenschappen die nodig zijn voor deze scheidingsmethodes
  •  De onderdelen van een destillatie opstelling
  • Rekenen aan de hand van een scheidingsmethode beschrijving

Slide 17 - Tekstslide

Welke scheidingsmethode is het snelste?
A
Indampen
B
Destilleren

Slide 18 - Quizvraag

Welke stofeigenschap is van belang bij indampen en destilleren?
A
Smeltpunt
B
Dichtheid
C
Deeltjesgrootte
D
Kookpunt

Slide 19 - Quizvraag

De stof die overblijft in de destillatiekolf (3) noemen wij...
A
destillaat
B
residu
C
filtraat

Slide 20 - Quizvraag

De stof die in de erlenmeyer (8) loopt noemen wij het...
A
residu
B
filtraat
C
destillaat

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de verschillen tussen indampen en destilleren?

Slide 22 - Open vraag