ZV1A W9L2 Reading & Comparisons

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       
       Ga op je plekje zitten
       Doe je jas uit
       Telefoon én oortjes in je zakkie en in je tas
       Tas op de grond 
       Kauwgum uit 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Ga op je vaste plek zitten 
2. pak je laptop + werkboek stepping stones + leesboek +  etui + telefoon in je zakkie 
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Ga op je vaste plek zitten 
2. pak je laptop + werkboek stepping stones + leesboek +  etui + telefoon in je zakkie 
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisregels
RESPECT
We hebben respect voor elkaar 

NIET OVER DE STREEP
We houden ons aan de afspraken die we met elkaar maken

AANSPREEKBAAR
Als we over de streep gaan, praten we daarover
 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Be on time!
  • Only one person speaks at a time.
  • You participate actively in every lesson.
  • Do your homework and bring the material. 
  • Raise your hand if you have a question.
  • Be mindful 
  • No bullying or laughing at each other's mistakes 
  • Communicate 
What do I expect from you?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Be mindful: 
  • Be careful how you say something, think twice! What is normal for you might not be normal for another person
  • Communicate:
  • You are allowed to make mistakes, but talk to me if you do. 
  • Let me know what is going on, come to me before class or send me a message in Teams. 
What do I expect from you?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goals
At the end of this class I ...
  • I can make comparisons. 
  • I can use the correct conventions to write a letter. 
  • I can answer reading questions at A2 level. 

PTO 3 : more reading than writing 






Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
What do you remember from previous class?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Negative sentences in the past.
Which one is correct?
A
I didn't catched the ball in time.
B
I not catched the ball in time.
C
I didn't catch the ball in time.
D
I catched not the ball in time.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Questions in the past.
Which one is correct?

A
Did we brought the rackets?
B
Do we bring the rackets?
C
Did we bringed the rackets?
D
Did we bring the rackets?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goal 1:  

I can make comparisons in English. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P. 125 Exercise 29F 
Circle the correct answer for sentences 1-4. 
  • 1. fastest (want "the) 
  • 2. smarter (want "than") 
  • 3. strong 
  • 4. fit (want "as....as") 

timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons 
Comparisons zijn vergelijkingen. 
In het Nederlands heb je de vergrotende en overtreffende trap. 
Sterk - sterker - sterkst 
In het Engels bestaat dit ook "degrees of comparison"
strong - stronger - strongest 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons = vergelijkingen
You add -er/-est to compare things. 
Sometimes the spelling changes: 
  • vowel (klinker) + consonant (medeklinker) = double the consonant 
big - bigger - biggest
  • the word ends in e = add -r or -st
nice - nicer - nicest 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons = vergelijkingen
Sometimes the spelling changes: 
  • consonant (medeklinker) + y = ier or iest 
happy - happier - happiest 

some words do not follow a rule (uit je hoofd leren!!): 
good/well - better - best                            little - less-least
bad/ill - worse - worst                                  many/much - more -most 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparisons = vergelijkingen
  • Words that have 2 or more syllables (lettergrepen) = 
more or morst 
My dog is perfect - My dog is more perfect - My dog is the most perfect. 
Uitzondering! 
Words that end in -y use -ier/-iest and NOT more/most 
naughty - naughtier - naughtiest 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practice makes perfect! 

Make exercises 30-31CD - 32 (p. 1125-127) 
Done? 
Work on your PO / study in Quizlet: 

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goal 1:  

I can use the correct conventions to write a letter. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit weet je al
Grammatica
Present simple
Present continous
woordvolgorde
past simple 
?/not
comparisons
woordenschat
dieren, sport
Regels informele brief
aanhef
inhoud
afsluiting
ondertekening
Dit ga je leren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informal letter in English
Aanhef
  • Omdat het een informele brief is, is de aanhef minder belangrijk dan bij een zakelijke brief. 

  • “Hi Dave,” 
  • “Dear Dave,” 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Dear Dave,

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informal letter in English

Inhoud
In de brief mag persoonlijk taalgebruik gebruikt worden, maar het is wel belangrijk dat het een nette brief blijft.

  • “How are you?” (Hoe gaat het?)
  • “I hope you are doing well.” (Ik hoop dat alles goed gaat)
  • “How are the kids?” (Hoe gaat het met de kinderen?)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Dear Dave,

How are you? 
Inhoud

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informal letter in English

Afsluiting
Probeer in een informele brief niet al te formeel af te sluiten. 

  • “I am looking forward to seeing you” (Ik kijk er naar uit om je weer te zien)
  • “I can’t wait to hear from you” (Ik kan niet wachten om wat van je te horen)
  • “Give my regards to…” (Groetjes aan…)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Dear Dave,

How are you? 

Give my regards to your mum.
Inhoud
Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informal letter in English

Ondertekening
Bij de afsluiting van de brief, wordt de relatie met de persoon aan wie de brief geschreven wordt nog extra duidelijk. 

  • Bij goede bekenden: “Best wishes,”, “Best regards,” of “Kind regards,” 
  • Bij geliefden of familie kan ook “Love,” of “Lots of love,”
  • Gebruik geen "Greetings,"

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhef
Dear Dave,

How are you? 

Give my regards to your mum.

Lots of love,
Merel 
Inhoud
Afsluiting
Ondertekening

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf een brief of mail naar een bekende. (Bedenk een naam voor die bekende.) 

  • Vertel twee dingen over je hobby of sport.
  • Gebruik een comparison!
  • Vraag de ander of die ook hobby's heeft.

Let op: denk aan de aanhef, inhoud, afsluiting en ondertekening!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeldbrief
Aanhef
Dear Dave,

How are you? 
I play football and tennis. I like tennis the best. In the summer I play outdoors and in the winter I play indoors. I am better at tennis than at football. Do you have any hobbies?
Give my regards to your mum.

Lots of love,
Masja
Inhoud (+opdracht)
Afsluiting
Ondertekening

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een brief of mail naar een bekende. (Bedenk een naam voor die bekende.)

Vertel twee dingen over je hobby of sport (verzin iets als je geen hobby of sport hebt).
Gebruik een comparison!
Vraag de ander of die ook een hobby of sport heeft.

Let op: denk aan de aanhef, inhoud, afsluiting en ondertekening!

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reading practice
For test week

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the best strategy/order?
Answer the question
Predict: read the title, subtitles, pictures, intro
Read the relevant paragraph
Read the question 

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Make texts 5 + 7 + 10 
For test week
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Text 5 - Question
 Geef van de volgende beweringen aan 
of deze op grond van de
tekst juist of onjuist is.
1 Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden. 
2 De politie moet meer werk maken van de aanpak van fietsdiefstal.
3 Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden
aangepakt.
4 Fietsers zouden altijd voorrang moeten krijgen. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Text 5 - Question
 Geef van de volgende beweringen aan 
of deze op grond van de
tekst juist of onjuist is.
  • 1 Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden.  JUIST
  • 2 De politie moet meer werk maken van de aanpak van fietsdiefstal. JUIST
  • 3 Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden
  • aangepakt. JUIST
  • 4 Fietsers zouden altijd voorrang moeten krijgen. ONJUIST

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Text 7 
Which of the following statements is true according to paragraph 1?
A Charlotte participated in an Arctic training programme for managers.
B Charlotte took part in a difficult Arctic race together with another
woman.
C The Arctic expedition included an extremely dangerous hunting game.
D The race in the Arctic was part of an interesting scientific project. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following statements is true according to paragraph 1?
A
Charlotte participated in an Arctic training programme for managers.
B
Charlotte took part in a difficult Arctic race together with another woman.
C
The Arctic expedition included an extremely dangerous hunting game.
D
The race in the Arctic was part of an interesting scientific project.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Text 7 
Kies bij 17 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A competitive
B convinced
C frustrated
D indifferent 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies bij 17 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
competitive
B
convinced
C
frustrated
D
indifferent

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Text 7 
 What is the most important thing that Charlotte has learnt according to
paragraph 3?
A that she can take good medical care of herself
B that she should enjoy luxury more
C that wild animals are surprisingly easy to impress
D that working together can be of the utmost importance 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the most important thing that Charlotte has learnt according to
paragraph 3?
A
that she can take good medical care of herself
B
that she should enjoy luxury more
C
that wild animals are surprisingly easy to impress
D
that working together can be of the utmost importance

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Text 7 
In alinea 4 wordt nog een andere term gebruikt voor ‘dedication and
power’ (alinea 4)
Welk woord wordt daarvoor gebruikt?
Schrijf dit Engelse woord over in de uitwerkbijlage.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In alinea 4 wordt nog een andere term gebruikt voor ‘dedication and
power’ (alinea 4)
Welk woord wordt daarvoor gebruikt?
Schrijf dit Engelse woord over in de uitwerkbijlage.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Text 7 
Which of the following statements about Charlotte is true according to
paragraph 4?
The experiences during her Artic trip
A improved her attitude towards her work and colleagues.
B made her realise that not all differences can be settled so easily.
C led to envious remarks from colleagues. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which of the following statements about Charlotte is true according to
paragraph 4?
The experiences during her Artic trip
A
improved her attitude towards her work and colleagues.
B
made her realise that not all differences can be settled so easily.
C
led to envious remarks from colleagues.
D

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How many correct answers did you have?
6
5-4
3-2
1-0

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What do we need to practice more in upcoming lessons?
present continuous/ present simple
past simple
how to make negatives/questions
reading
comparisons

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Reflection 




Slide 49 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.