H.4 Woordenschat Stijlfiguren (3) - Pleonasme en Tautologie

Tautologie en Pleonasme
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tautologie en Pleonasme

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
Hoofdstuk 1: herhaling, tegenstelling, opsomming, 
drieslag, climax, omgekeerde climax
Hoofdstuk 2: hyperbool (overdrijving), understatement, eufemisme
Hoofdstuk 3: metonymie

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen
Per vraag 20 seconde de tijd!

Lees goed en als je het antwoord niet weet, doe je een gok. 

Slide 3 - Tekstslide

De takken van de bomen kamden mijn haren
A
personificatie
B
metafoor
C
metonymie
D
herhaling

Slide 4 - Quizvraag

Verliefdheid voelt als een buik met gesmolten suiker.
A
personificatie
B
metafoor
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 5 - Quizvraag

Ik ben al een eeuw op je aan het wachten.
A
metonymie
B
metafoor
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 6 - Quizvraag

Tekenen is zo te zien niet je grootste talent
A
hyperbool
B
understatement
C
metonymie
D
metafoor

Slide 7 - Quizvraag

Ik ga even mijn neus poederen
A
hyperbool
B
metafoor
C
eufemisme
D
understatement

Slide 8 - Quizvraag

Er hangt een mooie zonsondergang boven je bank.
A
metonymie
B
hyperbool
C
metafoor
D
tegenstelling

Slide 9 - Quizvraag

De grote man had kleine teentjes.
A
metafoor
B
metonymie
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Pleonasme
Bij een pleonasme:
* wordt een eigenschap van iets dubbel uitgedrukt. 
* bestaat uit twee woordsoorten, vaak een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord drukt een eigenschap uit die al besloten ligt in het zelfstandig naamwoord

Voorbeeld: witte sneeuw. Sneeuw is altijd wit, dus dit bijvoeglijk naamwoord is dubbelop. 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden pleonasme:
groen gras
ronde bal
mondeling gesprek
hoekig vierkant
houten boomstam

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer fout?
Een pleonasme kan gebruikt worden om zinnen aantrekkelijker te maken en om zaken te benadrukken. Denk bijvoorbeeld aan gedichten. 

In zakelijke teksten wordt een pleonasme als stijlfout gezien. Dus daar is het niet goed om van een 'ronde cirkel' of een' dood lijk' te spreken.

Slide 14 - Tekstslide

Tautologie
Een tautologie is:
* een combinatie van woorden die hetzelfde uitdrukken. 
* het zijn twee woorden van dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld: 
                                                 - twee bijvoeglijk naamwoorden, 
                                                 - twee zelfstandige naamwoorden of 
                                                 - twee bijwoorden. 
* Tussen de woorden in staat meestal een voegwoord, zoals en of of
* Voorbeeld: verheugd en blij / bont en blauw / bedroefd en verdrietig. 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden van tautologieën
Veel voorkomende, geaccepteerde tautologieën:
never nooit (niet)
pracht en praal
vast en zeker
één en hetzelfde
leugen en bedrog

Slide 16 - Tekstslide

Verschillen
Het verschil zit hem dus in de woordsoorten. 
Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord besloten ligt. 

Bij een tautologie wordt hetzelfde gezegd met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort.

Slide 17 - Tekstslide

Stijlfouten
Vormen van pleonasme en tautologie kunnen gebruikt worden om iets te benadrukken, maar ze kunnen in sommige situaties ook als stijlfout gezien worden.

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer fout?
Ik ben haast bijna op kantoor.
We wisten dit reeds weken al.
Voordat de trein vertrekt, controleert de machinist eerst of alle deuren gesloten zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

vast en zeker
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 20 - Quizvraag

rood bloed
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 21 - Quizvraag

de uiterste limiet
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 22 - Quizvraag

nooit ofte nimmer
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 23 - Quizvraag

Ik kan pleonasmen en tautologieën herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Aan de slag!

H.4 Woordenschat: Pleonasme en tautologie
Maken: opdracht 2 (bespreken), 3, 4 en 5
Nakijken: opdrachten H. 1 t/m 3 (zie Learn). 

Woordenschattoets (20 december 2023):
Start met leren voor de woordenschattoets:
Zie Learn - Woordenschattoets!! (woordenlijst - Quizletlinkjes - Samenvatting stijlfiguren). 

Slide 25 - Tekstslide