Les 5 Constructies en bruggen klas 3hv

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan demonstreren en beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies en bruggen 
  1. Quiz
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerroute HLeerroute VLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan demonstreren en beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies en bruggen 
  1. Quiz
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug

Slide 1 - Tekstslide

Brugconstructies
  • Naast profielen, kan je een bouwwerk nog sterker maken door de soort constructie die je gebruikt.

  • Bruggen hebben veel verschillende soorten constructies. 

Slide 2 - Tekstslide

De eerste brug
  • De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen. 

  • Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom kan een liggerbrug niet overal?

Slide 4 - Open vraag

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers/pilaren.

Slide 5 - Tekstslide

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 6 - Tekstslide

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 7 - Tekstslide

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 8 - Tekstslide

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 9 - Tekstslide

Juist of onjuist?

'Een liggerbrug kun je vergelijken met een boomstam over een sloot.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 13 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Er is geen verschil tussen een tuibrug en een hangbrug.
B
Bij een tuibrug hangt het wegdek met kabels rechtstreeks aan de pilaar/pilaren.
C
Bij een hangbrug hangt het wegdek met kabels rechtstreeks aan de pilaar/pilaren.
D
Bij een hangbrug hangt het wegdek met dunne kabels aan een dikke kabel. Deze kabel is tussen 2 pilaren gespannen.

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm is sterker?
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Hoekprofiel
T-profiel
U-profiel
H-profiel
Sleep de afbeeldingen naar het juiste woord. 

Slide 16 - Sleepvraag

Waarom zou je in een constructie voor een profiel kiezen in de plaats van een massieve staaf?

Slide 17 - Open vraag

Hoe kun je een brug sterk en stevig maken?

Slide 18 - Open vraag

Maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug. 


Slide 19 - Tekstslide

De eisen: 
  • Maak de brug van: satéstokjes, spaghetti, A4 papier, tandenstokers, rietjes, ijslolliestokjes of takjes.  
  • Gebruik voor de verbindingen: lijm, plakband en/of touw. Gebruik zo weinig mogelijk hiervan. 
  • De brug mag max. 300 gram wegen.
  • De brug moet min. 30 cm overbruggen.
  • De brug moet min. 1 schoen kunnen houden. 

Slide 20 - Tekstslide

  1. Bedenk wat voor brug je gaat maken en welke constructie je hiervoor gebruikt.
  2. Maak een schets van de brug.
  3. Kies een materiaal.  
  4. Maak de brug.
  5. Test de brug met een schoen. 
  6. Maak een instructiefilmpje. (zie uitleg op de volgende slide)

Slide 21 - Tekstslide

Instructiefilmpje: 
Laat in het filmpje de brug en de verbindingen duidelijk zien.
 
Leg daarin het volgende uit:  
  • Hoe je de brug hebt gemaakt.
  • Welke soort brug je hebt gemaakt.
  • Vertel wat de brug sterk en stevig maakt. Welke constructie en/of profielen heb je gebruikt?  
  • Welke problemen je bent tegengekomen en hoe je dit hebt opgelost.

Slide 22 - Tekstslide

Inleveren
Mail het filmpje uiterlijk maandag 1 juni naar: 
  • fgreidanus@bbonderwijs.nl 

Of je kan een verborgen filmpje op YouTube  zetten. Mail dan de link  van het filmpje naar de docent. Zie voor uitleg: 

Slide 23 - Tekstslide

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan demonstreren en beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies en bruggen 
  1. Quiz
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug

Slide 24 - Tekstslide