menstruatiecyclus

menstruatiecyclus
herhalen van 11.1, daarna oefenen 1opdracht samen en de rest met 11.1 t/m 11.3


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

menstruatiecyclus
herhalen van 11.1, daarna oefenen 1opdracht samen en de rest met 11.1 t/m 11.3


Slide 1 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
  • 4 fasen
  • dag 1-14 - Rijping eicel binnen in follikel
  • +/- dag 14 - Ovulatie (eisprong), meest vruchtbare moment
  • Cyclus duurt ongeveer 28 dagen

Slide 2 - Tekstslide

Gebeurtenissen in de eierstok tot +/- dag 14
  1. Voorraad eicellen
  2. Één eicel in follikel rijpt in één van de eierstokken, baarmoederslijmvlies wordt ondertussen dikker
  3. Ovulatie follikel barst open,  eicel komt in de eileider terecht
  4. Eicel onderweg naar de baarmoeder
  • Geen bevruchting --> menstruatie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De menstruatiecyclus zonder hormonen

Slide 5 - Tekstslide

Hormonen menstruatiecyclus 
Hypofyse maakt hormonen LH en FSH

Oestrogeen;
  • Gemaakt door --> follikel (voor ovulatie)
  • Gemaakt door --> gele lichaam (na ovulatie)
  • Stimuleert dikker worden baarmoederslijmvlies
Progesteron;
  • Gemaakt door --> gele lichaam (na ovulatie)
  • Stimuleert dikker worden baarmoederslijmvlies

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

oefenen
maak deze lessonup zelfstandig. Je krijgt verschillende oefenvragen om te kijken of je de theorie van dit hoofdstuk hebt onthouden.
volgende week: toets bespreken je verandert en laatste uitleg 11.4

Slide 8 - Tekstslide

Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de zaadballen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijballen?
A
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen
B
Het maken van zaadcellen

Slide 10 - Quizvraag

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 11 - Sleepvraag

wat is de functie van de eierstokken?
A
daar vindt bevruchting plaats
B
daar vindt productie en rijping van de eicellen plaats
C
deze vervoert de eicellen naar de baarmoeder
D
hierin ontwikkelt zich de bevruchte eicel

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de functie van de eileiders?
A
vervoeren eicellen
B
maken eicellen

Slide 13 - Quizvraag

eierstokken
De eileider
de baarmoeder
maagdenvlies
clitoris
Hier worden de eicellen gemaakt
Vervoert rijpe eicel richting baarmoeder
Hierin groeit het ongeboren kindje
randje slijmvlies aan begin van vagina
Gevoelig voor seksuele prikkels

Slide 14 - Sleepvraag

Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Follikel
B
Eiblaasje
C
Geel lichaam

Slide 15 - Quizvraag


    eisprong

 eicelrijping

innesteling

celdeling

 bevruchting

Slide 16 - Sleepvraag

Kijk naar het plaatje.
Wat gebeurt er op dag 19-20-21 in deze menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 17 - Quizvraag

Rond welke dag vindt de ovulatie of eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus?
A
0
B
4
C
14
D
28

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we een kindje na 12 weken zwangerschap?
A
Kindje
B
Embryo
C
Foetus
D
Baby

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je de fasen 5/6, als het kindje naar buiten begint te komen?
A
Geboorte
B
Uitdrijving
C
Perswee
D
Ontsluiting

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je de fasen 1/2, als de baarmoedermond opent?
A
Geboorte
B
Uitdrijving
C
Perswee
D
Ontsluiting

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 22 - Sleepvraag

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
vagina
schaamlippen
penis
balzak
groei lichaamshaar
borstgroei
groei spieren
productie geslachtscellen
snelle groei

Slide 23 - Sleepvraag

Zijn de zinnen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Hormonen regelen de veranderingen in de puberteit.
De hypofyse maakt geslachtshormonen.
Het mannelijke geslachtshormoon is oestrogeen.
Door geslachtshormonen ontstaan de secundaire geslachtskenmerken.

Slide 24 - Sleepvraag

Benoem onderdeel 4

Slide 25 - Open vraag

Benoem onderdeel 5

Slide 26 - Open vraag

Een twee-eiige tweeling is een tweeling die ontstaan is uit?
A
één eicel en één zaadcel
B
twee eicellen en twee zaadcellen
C
één eicel en twee zaadcellen
D
twee eicellen en 1 zaadcel

Slide 27 - Quizvraag

Periodieke onthouding beschermt tegen zwangerschap:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel is hier
afgebeeld?
A
pil
B
koperspiraal
C
condoom
D
hormoonspiraal

Slide 29 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Spiraaltje
B
Hormoonstaafje
C
Prikpil
D
Sterilisatie

Slide 30 - Quizvraag

Drie uitspraken over de vagina zijn:
1 Eicellen zwemmen zelf richting de baarmoeder.
2 De clitoris bevindt zich tussen de vagina en de urinebuis.
3 Bij menstruatie worden stukjes slijmvlies uit de baarmoeder via de vagina verwijderd.
Welke van deze uitspraken is (zijn) juist?
A
1
B
1 en 2
C
2 en 3
D
3

Slide 31 - Quizvraag

Vera laat in de maand juni een röntgenfoto maken om te onderzoeken of haar eileiders verstopt zijn. Het onderzoek kan maar in een bepaalde periode van de menstruatiecyclus worden gedaan, namelijk nadat de menstruatie over is en voordat de ovulatie optreedt. Vera heeft een regelmatige menstruatiecyclus van 28 dagen. Ze verwacht dat haar volgende menstruatie begint op 1 juni.
Welke datum is voor Vera de beste dag voor een afspraak?
A
10 juni
B
15 juni
C
30 juni

Slide 32 - Quizvraag

Erik zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin de teelballen en bijballen liggen.
Ernesto zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan die in de balzak.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
ze hebben beide gelijk
B
erik heeft alleen gelijk
C
ernesto heeft alleen gelijk
D
ze hebben beide niet gelijk

Slide 33 - Quizvraag

Welke weg legt een zaadcel na zaadlozing af?
A
vagina - baarmoeder - eileider - baarmoedermond
B
baarmoeder - vagina - eileider
C
baarmoedermond- eileider - baarmoeder - vagina
D
vagina - baarmoedermond-baarmoeder- eileider

Slide 34 - Quizvraag

klaar met de lessonup?
ga de theorie leren op jou manier:
oude lessonups maken, theorie in het online boek lezen, begrippenlijst of samenvatting maken of oefenen op biologepagina

Slide 35 - Tekstslide