Hoe zat het ook al weer met... HC Duitsland?

Hoe zat het ook al weer met... HC Duitsland?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ook al weer met... HC Duitsland?

Slide 1 - Tekstslide

DC1
Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?

Slide 2 - Tekstslide

Het Duitse keizerrijk en Wilhelm II
Duitse keizerrijk
1. Politieke en militaire grootmacht.
2. groeiende internationale ambities
3. sterke economische groei
4. autocratische keizer
5. kanselier: Bismarck, was tegen verdere expansie, politiek gericht op machtsevenwicht

Wapenwedloop met andere landen → massavernietiging
Koloniën
Conferentie van Berlijn (1884-1885) o.l.v. Bismarck → moet bestuur uitoefenen in gebied → Dld nog enkele koloniën

Bismarck weggestuurd in 1890 → Weltpolitik van keizer Wilhelm II, Dld verdient 'platz an der sonne'.

Toenemende spanningen tussen Dld / GB en Fr.


Gevolgen
- Eerste Wereldoorlog




Slide 3 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog
Oorzaken
- bondgenootschappen
- modern imperialisme
- nationalisme
- militarisme
- moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije (directe oorzaak)
Oorlog
- Werd korte oorlog verwacht, mislukt (Von Schlieffenplan) → loopgravenoorlog
- Veel slachtoffers (ook burgers), totale oorlog
- censuur en propaganda
- 1917 VS verklaart oorlog aan Dld, voor Duitse legerleiding duidelijk dat ze gaan verliezen → overgave
Gevolgen
- Legerleiding adviseert Wilhelm nieuwe democratische regering aan te stellen die wapenstilstand tekenen→ die werden dan verantwoordelijk voor nederlaag. 
- Keizer treedt af, vlucht naar NL. Sociaal-democratische regering tekent wapenstilstand en gaat naar Versailles.
KA: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
KA: de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
KA: het voeren van twee wereldoorlogen
KA

Slide 4 - Tekstslide

Vrede van Versailles
Versailles
In Versailles werd onderhandeld over de definitieve vredesvoorwaarden → Dld niet uitgenodigd. 

- Dld verantwoordelijk voor oorlog → Alleinschuld → Dld had OH onvoorwaardelijk gesteund en vanwege agressie (Von S-plan).
Verdrag
Dld moest vernederend vredesverdrag tekenen:
- herstelbetalingen (132 miljard goudmark);
- teruggeven Elzas-Lotharingen aan Frankrijk;
- het afstaan van gebied in het oosten aan Polen;
- het afstaan van koloniën aan de geallieerden;
- het verkleinen van de militaire machtspositie (geen luchtmacht en marine en het leger mocht uit maximaal 100.000 man bestaan);
- demilitarisatie van het Rijnland.
Gevolgen
Ontstaan dolkstootlegende:
Na de oorlog verklaarde de Duitse generaal Von Ludendorff dat het Duitse leger nog best had kunnen doorvechten, maar dat het was verraden door de nieuwe democratische en socialistische regering. Het Duitse leger zou door de eigen politici in de steek zijn gelaten. Of beter gezegd: het leger kreeg een dolkstoot in de rug. Deze' dolkstootlegende' werd later door de nationaalsocialisten als argument gebruikt om de gehate Vrede van Versailles aan de kant te schuiven.

Slide 5 - Tekstslide

politieke verdeeldheid
Machtsstrijd
Na aftreden keizer → strijd tussen socialisten en communisten & diverse groepen proberen de macht te grijpen.

- Socialisten (SPD) → voorstander parlementaire democratie
- Communisten (KPD) → parlement afschaffen, invoering 'arbeidersraden' volgens Sovjetmodel
- Nationalisten en constervatieven → einde aan democratie, herstel keizerrijk en sterk Dld.
Gevolg
Verkiezingen van 1919
door onrust in Berlijn kwamen de afgevaardigden bijeen in Weimar
vergaderen over nieuwe grondwet
democratische republiek, met
een president als staatshoofd. De regering moest zich verantwoorden tegenover de
Rijksdag. Alle volwassen mannen én vrouwen kregen kiesrecht.

Slide 6 - Tekstslide

De economische crisis van 1923
Regering DLD kon financiële afspraken VvV niet nakomen

Oorzaken:
- DLD was Elzas-Lotharingen kwijtgeraakt aan Fra. Was economisch belangrijk gebied. 
- herstelbetalingen zorgden ervoor dat er niet in Duitse economie geïnvesteerd kon worden.
Gevolgen
Fra en België bezetten Ruhrgebied → geld uit industriegebied als herstelbetaling
Duitse regering riep arbeiders in het Ruhrgebied op tot staken. Om
steun van arbeiders te houden, betaalde Duitse regering de lonen door.
Om lonen te kunnen betalen, werd steeds meer geld bijgedrukt → hyperinflatie
Duitsland kwam nog dieper in de economische crisis

Er moest wat gedaan worden!



Slide 7 - Tekstslide

stabiele jaren 1924-1929
Dawesplan
Herstelbetalingen waren belangrijkste oorzaak crisis.

O.l.v. Charles Dawes komt er een nieuw plan:
- DLD kreeg toestemming om in de eerste jaren een lager bedrag aan
herstelbetalingen over te maken.
- De Duitse nationale bank kwam onder toezicht van de geallieerden.
- Duitsland mocht grote sommen geld lenen van Amerika om de economie weer op de been te helpen.
Gevolgen
- De economie trok aan en de hyperinflatie verdween.
- Het vertrouwen in de Weimarrepubliek nam toe en er konden redelijk stabiele
regeringen worden gevormd.
- De Duitse economie werd afhankelijk van Amerikaanse leningen waarmee
DLD een extra schuld opbouwde aan de VS, die uiteindelijk ook
terugbetaald moest worden.


DLD volgde in deze jaren een actieve verzoeningspolitiek met Frankrijk om herhaling van een situatie als de bezetting van het Ruhrgebied in de toekomst te voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

economische crisis 1929
Beurskrach
Beurs van Wall Street (VS, New York) stortte in → wereldwijde crisis
Gevolgen
- Duitsland werd extra hard getroffen vanwege de afhankelijkheid van Amerikaanse leningen.
- Duitsland kwam opnieuw in een zware (economische en politieke) crisis terecht.
- Duitse bevolking verloor steeds meer het vertrouwen in Republiek van Weimar.
- De niet-democratische partijen, zoals de communistische KPD en de fascistische NSDAP profiteerden van alle ellende door hun achterban ervan te overtuigen dat het tijd was voor een nieuwe regering.
KA de crisis van het wereldkapitalisme
KA

Slide 9 - Tekstslide

opkomst NSDAP
Vanaf 1929
Groeit pas flink vanaf 1929.
Succes o.a. door:
- redenaarstalent van Hitler
- groots opgezette en krachtige partijpropaganda
- paramilitair vertoon
- aansprekend politiek programma
Beloften
- economisch herstel
- verwerping van het Verdrag van Versailles
- sterk leiderschap en een einde aan de chaos en verdeeldheid van de Weimarrepubliek
- nationale eenheid
- strijd tegen de zogenaamde 'tegenstanders' van het Duitse rijk: de communisten en de Joden.
Gevolg
De NSDAP werd een massapartij

Slide 10 - Tekstslide

Hitler aan de macht
Rijkskanselier
Het lukte conservatieve partijen in regering niet om:
- eco. problemen op te lossen
- voldoende steun onder de bevolking te krijgen.
De conservatieve elite (voormalige legerleiders, ondernemers, industriëlen) stelde
voor Hitler tot nieuwe rijkskanselier te benoemen.
Zij wilden kabinet met NSDAP waarin conservatieven meerderheid zouden hebben.
- Zij wilden Hitler gebruiken om zelf de macht te kunnen heroveren.
1933
Op 30 januari 1933 werd Hitler benoemd tot rijkskanselier en vormde hij een nieuwe
regering.
Zijn eerste politieke daad was het uitschrijven van nieuwe verkiezingen.
Hij wilde een absolute meerderheid (dus meer dan 50% van de zetels) in de Rijksdag,
zodat de NSDAP zonder samenwerking met andere partijen alle beslissingen kon
nemen.
Zijn boodschap was nationalistisch:
DLD moest weer sterk en machtig worden in de wereld en het volk moest weer trots kunnen zijn op het vaderland. 
Gevoel aanwakkeren en versterken door massabijeenkomsten en propaganda
KA de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Slide 11 - Tekstslide

Hitler alle macht
Einde Weimar
27 februari 1933: Rijksdagbrand
Hitler beschuldigde communisten ervan dat zij een communistische revolutie beraamden en de macht in Duitsland wilden overnemen.
Duizenden communistische leiders werden gearresteerd door politie en de
Sturmabteilung (SA) van de NSDAP.
Verkiezingen 5 maart 1933
NSDAP 44% stemmen → nationalisten nu een meerderheid (NSDAP + andere partijen).

Voorstel Hitler: Machtigingswet → alle macht van parlement naar regering, parlement hoeft geen toestemming meer te geven voor beslissingen.
Wet werd aangenomen
Gevolgen

- De meeste communistische parlementsleden waren gearresteerd.
- Veel socialisten durfden niet meer naar het parlement te komen.
- Andere partijen werden onder druk gezet.
- Alle politieke partijen, behalve de NSDAP werden verboden.
- De democratie werd afgeschaft.
- Einde van de Weimarrepubliek, 
begin van nazi-Duitsland.

Slide 12 - Tekstslide

Nazificatie
Dld wordt in korte tijd totalitaire staat

Het politieke, economische, sociale en culturele leven werd van bovenaf door de partij bepaald:
- iedere vorm van verzet werd met geweld de kop ingedrukt.
Het leven van alle Duitsers moest volledig in het teken staan van het
nationaalsocialisme.
Maatregelen t.b.v. nazificatie
- Alle organisaties opgeheven en vervangen door één naziorganisatie.
- Politieke tegenstanders opgesloten in concentratiekamp of uit de weg geruimd.
- Het werk van schrijvers/kunstenaars die niet volgens de nazi-ideologie werkten, werd verboden en er vonden openbare boekverbrandingen plaats.
- Het 'raszuivere' gemeenschapsgevoel, de Volksgemeinschaft, waarin sociale en
politieke verdeeldheid zou verdwijnen, werd gestimuleerd.
- Massabijeenkomsten georganiseerd.
- De radio en film werden effectief ingezet voor de verspreiding van  nazipropaganda.
Propaganda

Verzorgd door ministerie voor Volksvoorlichting en Propaganda
Gevolg
Nationale eenheid zou Dld weer wereldmacht maken, na een periode die door velen was ervaren als zeer
vernederend.
KA de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
KA het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën nationaalsocialisme

Slide 13 - Tekstslide

Nazificatie en antisemitisme
Jeugd
- School → opvoeden in geest nat.soc.
- jeugdbeweging nazi's: Hitlerjugend en Bund Deutscher Mädel
Indoctrinatie, gelijkschakeling → totalitair: denken en doen beheersen
Volksgemeinschaft
- uitschakelen/geweldadig optreden tegen politieke tegenstanders
- Vrijheidsbeperking voor 'minderwaardigen'
antisemitisme (=Jodenhaat) en haat tegen Üntermenschen.
Neurenbergerwetten
Joden tweederangsburgers, niet trouwen met Duitsers 
Uitsluiting Joden publieke leven
Georganiseerde terreur tegen Joden
KA racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden

Slide 14 - Tekstslide

Economie
Hitler beloofde
- werkloosheid op te lossen
- buitenlandse invloed op Dld teniet te doen
Gemengde economie: privébezig & staatsingrijpen in landbouw en industrie
Daling werkloosheid
Gevolg
Doordat het regime snel economisch herstel leek te realiseren kreeg het lang steun van grote delen van de bevolking.

Slide 15 - Tekstslide

Buitenlandse politiek
Heim ins Reich
Alle Duitstalige gebieden in 1 Duits Rijk:
- Anschluß van Oostenrijk
- Opeisen Sudentenland → leidde tot Conferentie van München:
Dld, lt,
Eng & Fra → bijeenkomst over  toekomst Tsjecho-Slowakije → toppunt
'appeasementpolitiek'.
→ Britse premier Chamberlain wilde Hitler tevreden stellen, in hoop dat Hitler niet meer gebieden zou willen veroveren → concessies doen om oorlog te  voorkomen → Dld bezet uiteindelijk Sudentenland.
Lebensraum
Alle Duitsers in 1 staat, daarvoor leefruimte veroveren want huidige Dld te klein → Veroveren van Oost-Europa.

Gevolgen
- Verovering heel Tsjecho-Slowakije.
- Aanval op Polen.
Eng & Fra verklaarden oorlog aan Dld.
- De door Dld snel veroverde gebieden werden onderworpen aan het
naziregime.
- Rechtsstaat buiten werking gesteld & Arbeidsdienst ingevoerd, waarbij
Europese burgers in de Duitse oorlogsindustrie moesten werken.
Veroverde gebieden
Oosten: slechte behandeling, etnische zuivering
Westen: poging tot nazificatie
Nazi's sterk anticommunistisch en racistisch
Gevolgen
Vernietiging op grote schaal: 
 - Genocide op Joden 
- Meer concentratiekampen
- Inzet vernietigingskampen (Endlösung)
- Transport van miljoenen Joden naar de kampen.K
KA het voeren van twee wereldoorlogen / racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden / de Duitse bezetting van Nederland / verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering

Slide 16 - Tekstslide

DC2
Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?

Slide 17 - Tekstslide

Einde WO2
Keerpunt
Slag bij Stalingrad (1942-43)
Daarna D-Day (6-6-1944).
Mei 1945: Duitse capitulatie

Gevolgen
Dld lag in puin:
- Materiële problemen (de zorg voor voedsel, kleding en huisvesting).
- Sociale en psychische problemen onder de burgerbevolking.
- Migratiestromen van: soldaten / overlevenden van het naziregime / vluchtelingen voor het Rode Leger / Heimatvertriebene (Duitstaligen uit het oosten van het voormalige Duitse rijk)
Zorgden voor diep trauma in naoorlogse samenleving
KA het voeren van twee wereldoorlogen
KA verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal doorm assavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering

Slide 18 - Tekstslide

Koude Oorlog begint
Spanningen tussen VS en SU
Verschil over opbouw Europa → VS zelfbeschikking landen / SU buffer van communistische landen.
Dld verdeeld in 4 bezettingszones
Geallieerden begonnen aan denazificatie Dld
- Alle herinneringen aan nationaalsocialisme werden uit publieke ruimte verwijderd.
- Voormalige nazi's werden gearresteerd, geïnterneerd en berecht.
Westelijke bezettingszone → heropvoeding
Oostelijke zone → SU stuurde op grote schaal verdachten naar
strafkampen of liet hen direct
executeren (rigoureuze denazificatie).
Twee invloedsferen
Westblok: Amerikaanse/Geallieerde invloed → liberale democratieën met
een kapitalistische economie naar Amerikaans model. Dankzij Amerikaanse dollars
vanuit het Marshallplan kwam de economie snel op gang.

Oostblok: volksdemocratieën. Waren geen echte democratieën →
samenleving werd vervolgens naar
Sovjetmodel ingericht met een communistisch bestuur en een planeconomie
KA het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme
KA de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 19 - Tekstslide

Trumandoctrine
Containmentpolitiek
ln de jaren 1945-1946 groeide de overtuiging in VS dat SU naar uitbreiding van haar macht streefde. Amerikaanse president Truman →
communisme indammen. 

Dat betekende dat VS economische en militaire steun zouden bieden aan landen die het communisme buiten de deur wilden houden.
Marshallplan (1948)
Onderdeel van Trumandoctrine:
Europese staten financiële hulp om wederopbouw te
versnellen. 
Vanuit dezelfde gedachte bevorderden de Amerikanen ook de Europese
eenwording. → Welvarend en verenigd Europa kon zich beter verweren tegen het communisme.
                                ↓
Stalin
Stalin beschouwde het Marshallplan als 'economisch imperialisme' waarmee West-Europa economisch en politiek afhankelijk werd van de Verenigde Staten.
KA de eenwording van Europa
KA de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 20 - Tekstslide

Toenemende spanningen
Vanaf 1947
- Door Marshallplan
- Stalin voelde zich economisch aangevallen door de invoering van een eigen munt
(de Duitse Mark) in het westen van Duitsland.
Gevolgen
Blokkade van Berlijn →
juni 1948 → alle toegangswegen naar Berlijn afgesloten → tekorten

↓ reactie VS
- Luchtbrug: dag en nacht vliegtuigen om West-Berlijn te bevoorraden.
Opheffing blokkade in mei 1949.
De blokkade van Berlijn was niet de laatste krachtmeting tussen Oost en West. Sindsdien
stonden de SU en VS vijandig tegenover elkaar, zonder dat het tot een echte oorlog kwam
Splitsing Dld
IJzeren gordijn tussen West- en Oost-Europa. 
Na invoering eigen munt → definitieve splitsing West- en Oost-Duitsland

Slide 21 - Tekstslide

Bondsrepubliek Duitsland (BRD) in de jaren '50
Stabiele parlementaire democratie
Oorzaken:
- Wirtschaftswunder 
- Politieke beleid Adenauer was gericht op snelle integratie van de BRD in het Westen → de Westpolitik
- samenwerking met Frankrijk

Gevolgen:
- lidmaatschap NAVO en EGKS
- Adenauer weigerde DDR te erkennen en bleef streven naar Duitse eenheid
Nazi-verleden
Verschoof naar achtergrond door nadruk op stabiliteit, wederopbouw en verzoening → begin jaren 50 stopte denazificatie:
- Alle Duitsers nodig voor wederopbouw. 
- Communisten groter gevaar dan oud-nazi's.
Gevolgen:
Meelopers (bijv. lid NSDAP) werden vrijgelaten en
mochten weer aan het werk.
- Veel overheidsfunctionarissen die naziregime hadden gediend bleven op
post.
- Enkele hooggeplaatste nazi's keerden terug op topposities.
BRD
concurrentie met de DDR en het anticommunisme vormden in de eerste decennia een belangrijke integratie-ideologie die West-Duitsers een eigen 'wij-gevoel' gaf

Slide 22 - Tekstslide

Duitse Democratische Republiek (DDR) in de jaren '50
Totalitaire dictatuur
O.l.v. Walter Ulbricht van SED met steun van SU

Denazificatie
- DDR opvolger communistisch verzet tegen nazi's
- DDR als strijder tegen fascisme. VS en BRD werden als (fascistische) vijanden gezien
Economie
Ging slecht met economie
Oorzaken:
DDR moest hoge
herstelbetalingen doen aan SU
- Wederopbouw DDR volgens slecht functionerende planeconomie:
# banken, grote bedrijven en grootgrondbezit werd  genationaliseerd;
# planeconomie
Gevolg:
Lidmaatschap van het Warschaupact (militair bondgenootschap Oostblok) en de Comecon (economisch bondgenootschap). 
Opstand 1953
DDR-regering verhoogde productienormen om 5-jarenplan te halen → 25% salariskorting → massale demonstraties → DDR kreeg niet onder controle → Volkspolizei slaat opstand met hulp leger SU
Gevolg:
Bevolking DDR onder zeer strenge controle van de Staatssicherheitsdienst (STASl) te staan. De taak van deze inlichtingendienst was het bespioneren van mensen en geheime informatie weten te bemachtigen en 'volksvijanden' ontmaskeren.
KA het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme
KA de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 23 - Tekstslide

Berlijnse Muur
Oorzaken
Toename vluchtelingen van DDR naar BRD in jaren '50. 
Berlijn was gat in IJzeren Gordijn, vooral hoogopgeleide jongeren en rijke Oost-Duitsers vluchtten → redenen: Wirtschaftswunder en politieke vrijheid
Gat moet dicht
Bouw Berlijnse Muur (1961)
Vluchten werd vrijwel onmogelijk
- VS erkenden invloedsfeer SU
- Westen verontwaardigd, maar greep niet in. Muur stond op grondgebied DDR.

Slide 24 - Tekstslide

DC3
Wat verklaart de hereniging van beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa (1961-1991)?

Slide 25 - Tekstslide

Rote Armee Fraktion
Napoleon


Politieke stromingen
Aanhangers verlichte en revolutionaire idealen → volk had mening en organiseerde zich → publieke opinie

Als reactie op Restauratie ontstonden: liberalisme, socialisme, nationalisme en feminisme → industriële revolutie & sociale kwestie

Confessionalisme juist tegen verlichte invloeden.
Rationeel optimisme

Geloof in de maakbaarheid van de samenleving (door toepassen rationalisme)
Tegenstroming: Romantiek

Slide 26 - Tekstslide

Détente (jaren '60 en '70)
Liberalisme
Zo groot mogelijke individuele vrijheid op alle gebieden.
Verlichte idealen:
- vrijheid individu
- weinig overheidsbemoeienis
- gelijke burgerrechten

gevolgen
- Ook in België → opstand → afscheiding (liberale motieven!!)
- Liberale revoluties 1848: positie koning verzwakken, burgers versterken.
- Grondwet Thorbecke
- vooral ondernemers profiteren van (economische) vrijheid (industriële revolutie)

Socialisme
Ondernemers profiteerden van vrijheid, arbeiders niet.
Machinering & bevolkingsgroei → armoede.
Sociale kwestie: welke rol speelt overheid in oplossen armoede en ongelijkheid in samenleving.
Arbeiders en burgers politiek bewust → socialisme → grote rol overheid → meer gelijkheid

Marx → wereldrevolutie → Communistisch Manifest (1848)

Verschillende richtingen socialisme: communisme / anarchisme / sociaaldemocraten
Nationalisme
Idee van volkssoevereiniteit → bevorderde gevoel van eenheid onder burgers → verovering Napoleon versterkte deze band.
Romantiek:
- interesse in zaken die eenheid bevorderen → taal, cultuur, geschiedenis
Streven naar natiestaat:
- bevorderde eenwording → Duitsland, Italië
- bevorderde streven naar onafhankelijkheid → bijv. landen in Ottomaanse Rijk / Oostenrijk-Hongarije

Slide 27 - Tekstslide

Onrust in DDR (jaren '80)
Feminisme
Al vanaf 18e eeuw → Olympe de Gouges → invloed vanaf 2e helft 19e eeuw

Gezinsideaal → werkte vrouwenemancipatie tegen → dames (en heren) uit gegoede burgerij actief feministisch

Aletta Jacobs: 1e vrouwelijke arts, voorzitter VvVK

Strijdpunten:
- vrouwenkiesrecht
- meer ontwikkelings- en opleidingsmogelijkheden vrouwen
- maatschappelijke thema's: prostitutie, drankmisbruik, opvoeding
Confessionalisme en conservatisme
Weerstand tegen andere stromingen vanuit religieuze en aristocratische kringen:
- hielden vast aan traditionele gezagsverhouding & rollenpatroon
- bedreiging eigen positie
- twijfelen aan capaciteiten burgers en arbeiders

Gevolgen:
- religieuze arbeidersbewegingen → reactie op sociale kwestie
- christelijk-sociale politieke partijen → reactie op sociale kwestie
- oprichting conservatieve politieke partijen → 'antirevolutionair'

Invloed stroming nam toe
KA's

Slide 28 - Tekstslide

Val Berlijnse Muur
Feminisme
Al vanaf 18e eeuw → Olympe de Gouges → invloed vanaf 2e helft 19e eeuw

Gezinsideaal → werkte vrouwenemancipatie tegen → dames (en heren) uit gegoede burgerij actief feministisch

Aletta Jacobs: 1e vrouwelijke arts, voorzitter VvVK

Strijdpunten:
- vrouwenkiesrecht
- meer ontwikkelings- en opleidingsmogelijkheden vrouwen
- maatschappelijke thema's: prostitutie, drankmisbruik, opvoeding
Confessionalisme en conservatisme
Weerstand tegen andere stromingen vanuit religieuze en aristocratische kringen:
- hielden vast aan traditionele gezagsverhouding & rollenpatroon
- bedreiging eigen positie
- twijfelen aan capaciteiten burgers en arbeiders

Gevolgen:
- religieuze arbeidersbewegingen → reactie op sociale kwestie
- christelijk-sociale politieke partijen → reactie op sociale kwestie
- oprichting conservatieve politieke partijen → 'antirevolutionair'

Invloed stroming nam toe
KA's

Slide 29 - Tekstslide

Hereniging
Feminisme
Al vanaf 18e eeuw → Olympe de Gouges → invloed vanaf 2e helft 19e eeuw

Gezinsideaal → werkte vrouwenemancipatie tegen → dames (en heren) uit gegoede burgerij actief feministisch

Aletta Jacobs: 1e vrouwelijke arts, voorzitter VvVK

Strijdpunten:
- vrouwenkiesrecht
- meer ontwikkelings- en opleidingsmogelijkheden vrouwen
- maatschappelijke thema's: prostitutie, drankmisbruik, opvoeding
Confessionalisme en conservatisme
Weerstand tegen andere stromingen vanuit religieuze en aristocratische kringen:
- hielden vast aan traditionele gezagsverhouding & rollenpatroon
- bedreiging eigen positie
- twijfelen aan capaciteiten burgers en arbeiders

Gevolgen:
- religieuze arbeidersbewegingen → reactie op sociale kwestie
- christelijk-sociale politieke partijen → reactie op sociale kwestie
- oprichting conservatieve politieke partijen → 'antirevolutionair'

Invloed stroming nam toe
KA's

Slide 30 - Tekstslide

verplichte jaartallen
1789
1650
1776
1799
1815
1848
Grondwet Thorbecke
ontstaan verlicht denken
onafhankelijk-
heids-
verklaring
Congres van Wenen
staatsgreep Napoleon
begin Franse Revolutie

Slide 31 - Sleepvraag

Gebruik bron 5.
Een bewering:
Pierre-Augustin Caron de Beaumarchais wil verlichte denkbeelden verspreiden.
3p Ondersteun deze bewering door:
- met de bron uit te leggen welk verlicht denkbeeld wordt verwoord in dit toneelstuk en
- zonder bron te verklaren waardoor een toneelstuk geschikt is voor de verspreiding van nieuwe denkbeelden.

Slide 32 - Open vraag

Een anekdote:
De componist Mozart maakte van Figaro (zie bron 5) een opera. Hij veranderde de kritiek van het originele toneelstuk in kritiek op herendiensten. Voor keizer Jozef II was dit een voorwaarde om de uitvoering van Figaro goed te keuren.
2p Toon aan, telkens met een verwijzing naar deze anekdote, dat Jozef II zowel een verlichte als een absolute vorst was.

Slide 33 - Open vraag