Literaire begrippen

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...een aantal literaire begrippen uitleggen;

...je mondeling examen voorbereiden.


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...een aantal literaire begrippen uitleggen;

...je mondeling examen voorbereiden.


Slide 1 - Tekstslide


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 2 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 3 - Quizvraag

Realistische verhalen:
A
Zouden echt kunnen gebeuren, maar zijn verzonnen.
B
Zijn echt gebeurd.
C
Zijn niet echt gebeurd.

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk begrip let je op de tijd waarin de lezer het verhaal heeft gelezen?
A
verteltijd
B
chronologische volgorde
C
vertelde tijd
D
versnelling

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer spreek je van chronologische volgorde?
A
Als een verhaal flashbacks bevat
B
Als een verhaal zich in het verleden afspeelt
C
Als een verhaal een normaal tijdsverloop heeft
D
Als een verhaal zich in de toekomst afspeelt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ik-
perspectief?
A
Als een verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon.
B
De gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.

Slide 7 - Quizvraag

In een flashback...
A
...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
B
...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
C
...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
D
...blijft de chronologie van het verhaal gelijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een flashback en een terugverwijzing?
A
Er is geen verschil.
B
Bij een flashback neem je als lezer een kijkje in de toekomst, bij een terugverwijzing in het verleden.
C
Bij een flashback wordt het verhaal onderbroken: je keert terug in de tijd. Bij een terugverwijzing wordt het verhaal niet onderbroken: vaak lees je slechts een gedachte aan het verleden.
D
Een terugverwijzing geeft meer informatie over het personage, een flashback geeft weinig extra informatie over personages of gebeurtenissen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vertelde tijd?
A
De tijd die nodig is om een verhaal te lezen.
B
Het aantal pagina's.
C
De tijd die in het verhaal voorbijgaat.
D
Een jaar.

Slide 10 - Quizvraag

Een realistisch verhaal...
A
...is altijd echt gebeurd.
B
...kan echt gebeuren.

Slide 11 - Quizvraag

Voorbeeldvragen
1. In recensies wordt gesproken over een 'rauw' boek. Ben jij het daarmee eens? En waarom dan wel/niet?

2. "Ouders moeten dit boek ook lezen" wordt vaak gezegd als het over dit boek gaat. Vind jij dat ook? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Tekstslide

Recensie in Het Parool
Recensie op jaapleest.nl

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Voorbereiden op mondeling door samenvattingen, recensies, etc. te zoeken.
Tip: Maak 1 document waarin je belangrijke informatie plaatst, zodat je dit als aantekening hebt.

EN

Neem de Lessonup door met begrippen. Stel vragen als je iets niets snapt!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide