chromatografie - scheidingsvariabelen

Scheidingsvariabelen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Scheidingsvariabelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheidingsvariabelen
scheidingsvariabelen zijn grootheden waarmee we resultaat uitdrukken. ook kwaliteit van de scheiding.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatieve retentie
meestal wordt er gemeten ten opzichte van een standaard. In de praktijk voegt men meestal een hulpstof toe. een dergelijke hulpstof noemen we 'interne standaard'. de piek van deze interne standaard mag de andere pieken niet storen. deze stof mag niet voorkomen in het monster. de plaats van de piek uit het monster kan dan gemeten worden ten opzichte van de interne standaardpiek.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

relatieve retentie (r) = t'R,3 / t'R,1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat injecteer je mee met je monster voor de metingen?
A
eluens
B
referentie
C
interne standaard

Slide 5 - Quizvraag

interne standaard
Selectiviteitsfactor
als de pieken naast elkaar liggen, kunnen we de relatieve retentie gebruiken als maat voor de kwaliteit van de scheiding. we noemen deze relatieve retentie in dat geval: selectiviteitsfactor of scheidingsfactor. symbool: α
α = t'R,B / t'R,A
t'R,B = netto retentietijd van de minst vertraagde piek
t'R,A = netto retentietijd van de meest vertraagde piek

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het symbool voor selectiviteitsfactor?
A
α
B
𝓸
C
𝓪
D
β

Slide 8 - Quizvraag

a
Resolutiefactor
De selectiviteitsfactor is een maat voor de kwaliteit van de scheiding, maar eigenlijk moet je dan ook kijken naar de breedte van de piek. Pieken zijn pas gescheiden als ze ook aan de basis niet overlappen. De grootheid die met de retentietijden en met de piekbreedtes rekening houdt is de resolutiefactor (Rs

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule resolutiefactor
Chromatogram

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de grootheid w in de vorige formule?

Slide 11 - Open vraag

piekbreedte van het component
Capaciteitsfactor k'
De mate van vertraging die een bepaalde component ondervindt op een bepaalde kolom wordt gegeven door de verhouding tussen de tijd die doorgebracht wordt op de stationaire fase en de tijd op de mobiele fase. Deze verhouding noemt men de capaciteitsfactor.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule
k' = t'R / t'
t'R = netto retentietijd
t'M = retentietijd onvertraagde component
k' = retentiefactor (capaciteitfactor)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolom efficiëntie
We noemen een kolom efficiënt als de pieken smal zijn. Er is dan overweg weinig verbreding. Een maat voor deze efficiëntie is het schotelgetal van de kolom. Dit begrip is afkomstig uit de destillatietechniek.
Als in een destillatiekolom op een bepaald niveau evenwicht heerst tussen damp en vloeistof , noemt men deze plek een 'schotel'.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schotelgetal
Het schotelgetal is een dergelijke variabele. Hoe goed een scheidingskolom stoffen van elkaar kan scheiden hangt af van de kolomlengte en de snelheid van het eluens. Hoe vaker tijdens de reis door de kolom evenwicht is tussen de concentratie in de stationaire fase en mobiele fase, des te beter de scheiding. Dit aantal evenwichten wordt uitgedrukt in het schotelgetal.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule
N = aantal theoretische schotels
tR = brutoretentietijd
wb = piekbreedte aan de basis

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stelling: het schotelgetal van een chromatografische kolom geeft het verband tussen de retentietijd en de piekbreedte voor een component.
waar
niet waar

Slide 18 - Poll

waar!
Afgeleide formule
Omdat de basisbreedte soms moeilijk te bepalen is, gebruiken we vaak de afgeleide formule:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HETP
Hoe groter het aantal schotels voor een component, des te efficiënter de kolom voor die component. Des te gemakkelijker zal de component van andere componenten te scheiden zijn.
Een betere maatstaf voor het scheidend vermogen van een kolom is daarom de schotelhoogte.
Height Equivalent of a Theoretical Plate

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HETP
De HETP schotelhoogte (H) is dan de lengte van de kolom, gedeeld door de aantal schotels.
L = lengte kolom
N = aantal theoretische schotels

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stelling: Hoe efficiënter de kolom, des te kleiner het schotel getal en des te kleiner de schotelhoogte.
waar
niet waar

Slide 22 - Poll

des te groter het schotelgetal en der te kleiner de schotelhoogte.
Van Deemter
Voor elk analysesysteem kan men de snelheid van de mobiele fase regelen, zodat N zo groot mogelijk en dus H zo klein mogelijk is.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

u =Lineaire snelheid
in de gegeven vergelijking is u de lineaire snelheid van de mobiele fase. De andere grootheden (A,B,C) hebben een waarde afhankelijk van het chromatografisch systeem.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A = Eddy diffusie 
Dit hangt af van de deeltjesgrootte en de wijze van stapeling. De mobiele fase kan verschillende wegen afleggen: directe en minder directe. Deze verschillen in weglengte veroorzaken verbreding van de zone waarin een component te vinden is 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B = diffusie
Dit staat voor willekeurige moelcuulbeweging van het component.
Hoe langer een component in de kolom verblijft , des te meer diffusie. Hoe hoger de elutie-snelheid, des te korter de verblijftijd in de kolom en des te minder diffusie. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C = onvolledig evenwicht
De instelling van het concentratie-evenwicht tussen de mobiele fase en de stationaire fase kost tijd. Is de snelheid van de mobiele fase te hoog dan komen de geadsorbeerde componenten niet tijdig los van de stationaire fase. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben net de factoren A,B en C gezien. Waar stond de B factor voor?

Slide 28 - Open vraag

diffusie van het component
Bij de formule: H= L/N kan je de schotelhoogte berekenen. Waar staan de L en N voor?

Slide 29 - Open vraag

L = lengte van de kolom
N = aantal theoretische schotels
Verdelingsconstante bij exclusiechromatografie
Bij GPC (gel permeatie) wordt de retentie bepaald door de grootte van de poriënvolume dat door de te scheiden deeltjes gebruikt wordt. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor onderwerp willen jullie terug zien bij de herhalingsles?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er verder nog vragen?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen klaar voor de laatste toets van het jaar?
A
ja
B
nee
C
volle vertrouwen
D
mogen we hem overslaan?

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies