3.1.1 Organen en weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

wat moet je kennen en kunnen?

Je moet de belangerijkste organen uit het menselijk lichaam kennen

Je moet kunnen in- en uitzoomen op het menselijk lichaam

organisme

orgaanstelsel: een groep samenwerkende organen

orgaan

Een deel van een organisme met één of meerdere functies

Bij een plant bijvoorbeeld:

-bloem

-hoofdwortel

weefsel

bijvoorbeeld:

spierweefsel

beenweefsel

= een groep (levende) cellen met dezelfde vorm en functie

tussen de cellen bevindt zich tussencelstof (dood)

tussencelstof

Zit tussen de cellen. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het weefsel.

Tussencelstof van beenweefsel is erg hard.

Tussencelstof van kraakbeenweefsel is soepel.

VRAAG:

waar in je lichaam bevindt zich vloeibare tussencelstof?

cel

bijvoorbeeld:

levercel

spiercel

cellen

kunnen verschillende vormen hebben. zenuw,bindweefsel,huid,spier

zijn 3D, een soort van doosje dus