Ondersteuningsles

Hallo!
Hallo!!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo!
Hallo!!

Slide 1 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 2 - Tekstslide

Stellende trap
Hoe zat het ook al weer? 
- De bijvoegelijke naamwoorden zoals je ze kent
- Voorbeeld klein, groß, grau

Slide 3 - Tekstslide

Vergrotende trap
Hoe zat het ook al weer? 
- Deze trap wordt gebruik om aan te geven dat een meer is, dan de ander
- Zoals in de zin ik ben ouder dan jij. 
- In het Duits ich bin älter als du. 

Slide 4 - Tekstslide

Vergrotende trap
- de Regel in het Duits 
er volgt een Umlaut op de klinker
-er wordt aan het woord toegevoegd
LET OP! klinkers -e/-i krijgen geen Umlaut

Slide 5 - Tekstslide

Overtreffende trap
Hoe zat het ook al weer?
- Am + bijvoegelijk naamwoord + ..... -sten 
-esten uitzonderingen: woorden die eindigen op een klinker am grauesten


Slide 6 - Tekstslide

Overtreffende trap
-esten uitzonderingen: 
- woorden die eindigen op een klinker am neuesten. 
- woorden die eindigen -t/-d/-s klank krijgen een extra -e- 
hübsch - hübser - am hübschesten
( s-klanken zijn -s -ß -sch -z )


Slide 7 - Tekstslide

Overtreffende trap
- Bijvoegelijk naamwoorden met a,o,u en met een lettergreep krijgen een Umlaut. 
- alt - älter - am ältesten 

Slide 8 - Tekstslide

Maak het rijtje van: gut

Slide 9 - Open vraag

Maak het rijtje van: hoch

Slide 10 - Open vraag

Maak het rijtje van: viel

Slide 11 - Open vraag

Maak het rijtje van: schön

Slide 12 - Open vraag

Voorzetsels Dativ (3e naamval)

Slide 13 - Tekstslide

aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, ben weer aan vakantie toe!

Slide 14 - Tekstslide

Hier het rijtje van de derde naamval

Slide 15 - Tekstslide

Wollen wir zusammen … dem Bus fahren?
A
mit
B
nach
C
aus
D
zu

Slide 16 - Quizvraag

Ich telefoniere jeden Tag .... meiner Freundin.
A
zu
B
mit
C
nach
D
bei

Slide 17 - Quizvraag

Heute fahre ich … Berlin … meine Oma zu sehen.
A
mit, bei
B
zu, nach
C
nach, um
D
seit, gegen

Slide 18 - Quizvraag

Ich spiele Handball …. acht Jahren.
A
seit
B
um
C
mit
D
nach

Slide 19 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?
- mag over dit 
- mag ook over andere onderwerpen

Slide 20 - Tekstslide