Thema: de ontwikkeling stimuleren (deel 2)

• Pedagogisch handelen
• Secundair onderwijs

Thema: de ontwikkeling stimuleren (deel 2)

Wat versta jij onder 'welbevinden' van een kind in de kinderopvang?

Hoe kan je zien dat een kind een 'hoog welbevinden' heeft in de kinderopvang?

Met wat heeft 'betrokkenheid' te maken in de kinderopvang?

Wanneer heeft een kind een 'lage betrokkenheid' in de kinderopvang? Welke signalen van je op?

Wat is ZIKO?

Wat is MeMeQ?

Welke behoeften heeft een kind?

Wat is het verschil tussen behoeften en basisbehoeften?

6. Wensen en behoeften van het kind

• Behoefte => iets nodig hebben of verlangen naar iets wat er op dat moment niet is
  

Bv. structuur, lievelingseten

• Basisbehoeften => dingen die je nodig hebt, je kunt niet leven zonder.
  

Bv. eten, drinken, slaap

6. Wensen en behoeften van het kind

Basisbehoeften Kind & Gezin komen sterk overeen met de basisbehoeften uit de piramide van Maslow

• Lichamelijke behoeften
  
• Behoefte aan liefde en affectie
  
• Behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en continuïteit
  
• Behoefte aan erkenning en bevestiging
  
• Behoefte om zichzelf als kundig te ervaren
  
• Behoefte aan zingeving en aan morele waarden
  

Het vervullen van je basisbehoeften is de basis voor een gelukkig leven.

Wat heeft een kinderbegeleider nog nodig naast de kennis over 'welbevinden' en 'betrokkenheid'?

7. De ontwikkeling stimuleren door pedagogisch handelen

• Hoog welbevinden en hoge betrokkenheid => voorwaarden dat kinderen kunnen ontwikkelen
• Stimuleren door pedagogisch te handelen
• Nauwkeurig observeren van de ontwikkeling van het kind
• Eigen handelen afstemmen op de wensen en behoeften van het kind
• Omgeving waar een kind zich fysiek en psychisch veilig voelt 

7. De ontwikkeling stimuleren door pedagogisch handelen

• Kennis over de ontwikkeling van kinderen is belangrijk! 
• Enkel dan kan je ze correct begeleiden en stimuleren 

=>Een goede begeleidershouding is essentieel!  

7. De ontwikkeling stimuleren door pedagogisch handelen

Tips!

1. Alert zijn voor signalen die het kind uitstuurt (behoeftes, noden) => observeren en inspelen op noden.

2. Elk kind ontwikkelt in eigen tempo => rekening houden met dat tempo. Dwing of forceer het kind niet, kan pas bijleren als het er klaar voor is. 

3. Ontwikkeling stimuleren door samen activiteiten te doen => leren door leeftijdsgenoten en volwassenen te imiteren. 

7. De ontwikkeling stimuleren door pedagogisch te handelen

4. Voldoende kansen geven om te oefenen in een stimulerende omgeving. Voorzie in tijd, ruimte, materiaal en begeleiding. 

5. Laat het kind zoveel mogelijk zelf doen => begeleiden in het zoeken naar een oplossing i.p.v. handeling overnemen = zelfredzaamheid stimuleren => geeft het kind een gevoel van zelf iets kunnen. Ruimte en vertrouwen krijgen en zien dat er iemand voor hem is en hem steunt => hechte band tussen kind en opvoeder. 

7. De ontwikkeling stimuleren door pedagogisch te handelen

6. Het kind ontplooit het best in een omgeving waarin het zich veilig voelt => zorg voor fysieke en psychische veiligheid

7. Toon dat je trots bent op wie het kind is en de geleverde inspanning, vb. dikke duim of aandacht & moedig ook aan. Fijne opmerking => positief voor zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. 

www.bookwidgets.com