Geluidsgolven

bij geluidsgolven gaan de moleculen mee met de golf
A
waar
B
niet waar
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

bij geluidsgolven gaan de moleculen mee met de golf
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag


Bij welke geluidsgolven is de amplitude het grootst?
A
A
B
B
C
C

Slide 2 - Quizvraag


Bij welke geluidsgolven is de amplitude het kleinst?
A
A
B
B
C
C

Slide 3 - Quizvraag

Welke toon is het hoogste?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Welke toon is het laagst?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

stelling: bij een zacht geluid zijn de geluidsgolven hoog
A
klopt
B
klopt niet

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn geluidsgolven?
A
trillingen in de lucht
B
ribbels op de grond
C
golven in het water
D
tikken in de hemel

Slide 7 - Quizvraag


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt harder?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hard/zacht

Slide 8 - Quizvraag

Geluidsgolven komen hard materiaal tegen. Wat gebeurt er?
A
de geluidsgolven worden opgenomen
B
de geluidsgolven worden weerkaatst

Slide 9 - Quizvraag

Geluidsgolven komen zacht materiaal tegen. Wat gebeurt er?
A
de geluidsgolven worden opgenomen
B
de geluidsgolven worden weerkaatst

Slide 10 - Quizvraag

Aan geluidsgolven kun je zien wat de geluidssterkte is. Een harde toon;
A
heeft een grotere amplitude dan een zachte toon
B
heeft een kleinere amplitude dan een zachtere toon
C
heeft minder golfjes per seconde dan een zachte toon
D
heeft meer golfjes per seconde dan een zachte toon

Slide 11 - Quizvraag

Rangschik de volgende geluidsgolven op toonhoogte (van laag naar hoog).
A
A, B, C
B
C, A, B
C
A, C, B
D
C, B, A

Slide 12 - Quizvraag


A
B
Hier zie je 2 geluidsgolven, A en B...

Welke klinkt hoger?
A
A
B
B
C
Ze zijn even hoog/laag

Slide 13 - Quizvraag

Geluid bestaat uit geluidsgolven.
Geluidsgolven kun je zichtbaar maken met een:
A
toongenerator
B
oscilloscoop
C
periscoop
D
audiogram

Slide 14 - Quizvraag