MC les 2

Engels periode 4 les 2
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Engels periode 4 les 2

Slide 1 - Tekstslide

For today:

 " The future" 
Modals
Polite forms

Slide 2 - Tekstslide

Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 
gebeuren.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

You ______
a picnic next Tuesday. (to have)
A
will have
B
have
C
are going to have
D
are having

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer gebruik je Will?
A
Bij een voorspelling (zonder bewijs)
B
Als je iets zeker weet
C
Als je iets van plan bent

Slide 7 - Quizvraag

you ....probably win first prize
A
will
B
are going to

Slide 8 - Quizvraag

His brother ____
a letter to his uncle today. (to write)
A
is going to write
B
is writing
C
will write
D
writes

Slide 9 - Quizvraag

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 10 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to make
B
make
C
will making
D
will make

Slide 11 - Quizvraag

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... (win) tomorrow's match.
A
will winning
B
will going to win
C
is going to win
D
will win

Slide 12 - Quizvraag

Pair Activity  – What Will You Do?
Ask and answer these questions with a partner. Use full sentences.

What will you do after class?
What will you eat for dinner?
Where will you go on your next holiday?
Will you study this weekend? 
What movie will you watch next?


timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis
Weet jij de Engels vertaling van deze werkwoorden?

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan...
We zouden moeten...
Ik kon...
Ik moet...
Ik wil heel graag...
Ik ben in staat...
Ik mag...
May
should
would love to
must/
have to
am able to
can
could

Slide 15 - Sleepvraag

Modal verbs 
Wat? Hulpwerkwooden
Wanneer? Bij allerlei situaties  zoals: talent, mogelijkheid, verplichting, toestemming, regels en advies.

Slide 16 - Tekstslide

Waneer gebruik je nou welke modal verb?
Waarschijnlijkheid (probability) => Will / would
Mogelijkheid (possibility) => May/might
Toestemming (permission) => Can / could / allowed to
Verplichting (obligation) => Should/ must/ ought to
Advies (advise) => should / have to / could 

Slide 17 - Tekstslide

Vraag of je kan helpen.
A
Should I help you?
B
May I help you?
C
Can I help you?
D
Could I help you?

Slide 18 - Quizvraag

Vraag of iemand de melk wil doorgeven.
A
Pass the milk!
B
Pass me the milk, please!
C
Could you pass me the milk, please?
D
Can you pass me the milk please?

Slide 19 - Quizvraag

Je vraagt of je iemand kan helpen
A
Can I help you?
B
May I help you?
C
How may I help you?
D
You need help.

Slide 20 - Quizvraag

Polite forms
Beleefde vormen bij spreken, gesprekken voeren en schrijven.
Voor het gebruik van beleefde vormen gebruik je altijd modal verbs (hulpwerkwoorden)

Slide 21 - Tekstslide

Could
Could = zou kunnen  / kon

Could you pass me the sugar, please? - Zou je de suiker door kunnen geven alsjeblieft?

If I could, I would stay.  - Als ik kon, zou ik (willen ) blijven.

Slide 22 - Tekstslide

would
would = zou / hypothetisch advies

I would eat more fruit. - Ik zou meer fruit eten. (als ik jou was). 

If I were you, I would eat more fruit. 


Slide 23 - Tekstslide

may
may = zou mogen

May I ask you for some advice?

You may not have another candy bar. 

May I go to the toilet?

Slide 24 - Tekstslide

Match the polite expression to the more direct form.
Could you open the window, please?
 Would you mind waiting a moment?
May I borrow your pen?
I’m afraid I can’t come today.
Would you like some coffee?
 Give me your pen.
Open the window.
 I can't come today.
Do you want coffee?
Wait here.

Slide 25 - Sleepvraag


Drag the modal verbs to the correct expressions in the following slide.

Slide 26 - Tekstslide

Video-opdracht
Je  gaat straks naar een video kijken. Hierin wordt uitgelegd hoe je op een beleefde manier vragen stelt in het Engels. Daarna maak je de vragen. 
Opmerking: Je hoeft niet alles van de video te begrijpen. Het kan best moeilijk zijn. Luister met aandacht, probeer de vragen zo goed mogelijk te maken. Bekijk de video desnoods nog eens.
Succes.

Slide 27 - Tekstslide

Video opdracht
" How to be polite" 
Bekijk de video en beantwoord de vragen tijdens de video.

Slide 28 - Tekstslide

4

Slide 29 - Video

Make it Polite
Change the sentences to be more polite.

Give me your phone.

Slide 30 - Open vraag

Make it Polite
Change the sentences to be more polite.

I want some water.

Slide 31 - Open vraag

Make it Polite
Change the sentences to be more polite.

Help me with this.

Slide 32 - Open vraag

Make it Polite
Change the sentences to be more polite.


Close the door.

Slide 33 - Open vraag

Role Play – Practice with a Partner
Take turns asking and answering politely in the situations below. 

Use expressions like:

Could you…?
Would you like…?
Can I…?
May I…?

Slide 34 - Tekstslide

Situation 1: At a Friend’s House
You want to:

- Use the bathroom

- Borrow a phone charger

- Ask for a drink

Slide 35 - Tekstslide

Situation 2: In the Classroom
You want to:

- Ask the teacher for help

- Close the window

- Leave class early

Slide 36 - Tekstslide

Situation 3: At a Café
You want to:

- Order a drink

- Ask for Wi-Fi password

- Ask where the toilet is

Slide 37 - Tekstslide

00:36
" Open the window" is...
A
direct
B
indirect
C
an order
D
a request

Slide 38 - Quizvraag

01:14
Why is "could" better than "can" ?
A
It is a question
B
It is more polite
C
It is an imperative
D
It is direct

Slide 39 - Quizvraag

02:24
What is said about distance?

Slide 40 - Open vraag

03:45
Wat wordt er gezegd over de toon en klemtoon?

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Video

Wat is de goede manier om een glas water te vragen?
A
Is it okay if I ask for a glass of water?
B
Give me some water, please.
C
I'm thirsty, do you mind bringing me a glass of water?
D
Could you please bring me a glass of water?

Slide 43 - Quizvraag

Door familieomstandigheden wil je wat eerder weg van je werk. Wat is een beleefde manier om dit te doen?
A
I'm going to leave work early today. That's fine, right?
B
Would it be possible to leave work early today?
C
I'm out, see ya later.

Slide 44 - Quizvraag

Door familieomstandigheden wil je wat eerder weg van je werk. Wat is een beleefde manier om dit te doen?
A
I'm going to leave work early today. That's fine, right?
B
Would it be possible to leave work early today?
C
I'm out, see ya later.

Slide 45 - Quizvraag

Je gaat een salade bestellen. Wat zijn beleefde manieren om dit te doen?
A
I really want a salad!
B
I would like to order a salad, please.
C
I'd like to have a salad.
D
Bring me a slad immediately, please.

Slide 46 - Quizvraag

5 manieren om iets te vragen
In de video zijn vijf manieren beschreven om op een beleefde manier iets te vragen. We nemen weer het voorbeeld van het glas water.

1. Do you mind bringing me some water?
2. Would it be possible to bring me some water?
3. I would like to have a glass of water.
4. Is it okay if a ask for a glass of water?
5. Could you please bring me a glass of water?

Slide 47 - Tekstslide

Work on homework
Werk aan de opdrachten in Fix-Engels voor het onderdeel Making Conversation niveau A1 ,  A2 of B1
Kijk op It's Learning voor de opdrachten

Slide 48 - Tekstslide