Les 7: wwg en mwv

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

wwg en mwv

Lesdoel

Aan het eind van deze les kun je het werkwoordelijk gezegde en het meewerken voorwerp in een zin aanwijzen.

Het werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm en de andere werkwoorden in de zin.

Samen met het onderwerp vormt het werkwoordelijk gezegde meestal een begrijpelijke korte zin.

Ik heb gisteren goed voor mijn toets geleerd.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Sandra heeft echt mooie bloemen gekocht.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

De meisjes worden morgen opgehaald met de taxi.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

De klas heeft heel goed opgelet tijdens de les.

Is er een meewerkend voorwerp in onderstaande zin?

'We willen een cadeaubon kopen voor de leerkracht.'

1. Wel een meewerkend voorwerp
2. Geen meewerkend voorwerp

Is er een meewerkend voorwerp in onderstaande zin?

Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.

1. Wel een meewerkend voorwerp
2. Geen meewerkend voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten.

1. Geen meewerkend voorwerp
2. jou
3. Sophie
4. de groeten

Samengevat

Werkwoordelijk gezegde : alle werkwoorden in een zin (dus ook de persoonsvorm)

Meewerkend voorwerp: aan of voor wie/wat + pv + ond + lv + wwg

Sandra heeft Patrick een mooie bos bloemen gegeven.

pv = heeft (Heeft Sandra Patrick een mooie bos bloemen gegeven?)

wwg = heeft gegeven (Sandra heeft Patrick een mooie bos bloemen gegeven.

ond = Sandra (Wie of wat heeft gegeven?)

lv = een mooie bos bloemen (Wie of wat heeft Sandra gegeven?)

mwv = Patrick (Voor wie of aan wie heeft Sandra een mooie bos bloemen gegeven?)

aan

Onderwerp

persoonsvorm

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

werkwoordelijk gezegde

Joni en Sander

hebben

2 kinderen

het Leger des Heils

gegeven.

gisteren

gegeten.

Onderwerp

persoonsvorm

lijdend voorwerp

Wilco en Patrick

hebben

een kippetje

die

wel.

Onderwerp

persoonsvorm

lijdend voorwerp

Een frikandel

lust

ik

Zelfstandig aan het werk

Na deze les ga je aan het werk aan jouw weektaak Nederlands in VMBO: VO-Next

pRO en vROC: NUMO

Deze les

Heb je geleerd wat het werkwoordelijk gezegde en het meewerkend voorwerp zijn en hoe je die in een zin kunt vinden.

Volgende week gaan we het hebben over leesstrategieen.