Geluid Nova H8 paragraaf 8.3 en 8.4

Geluid

Paragraaf 6.2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Geluid

Paragraaf 6.2

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
De amplitude bepaalt de geluidssterkte

De frequente bepaalt de toonhoogte

Geluidssterkte wordt gemeten in Decibel

Slide 2 - Tekstslide

Frequentie bereik van ons gehoor

Slide 3 - Tekstslide

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.

Slide 4 - Tekstslide

Frequentie bereik van ons gehoor
Verschil tussen schreeuwen en verkeer = 12 dB
Dat is 4x3dB, dus ? meer geluid?

Slide 5 - Tekstslide

Geluidsoverlast bestrijden
.

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Inleiding 
Schadelijk geluid 
Hinderlijk geluid 
Maatregelen tegen geluidshinder 
Geluid terugkaatsen 
Geluidsisolatie

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis
Noem drie voorbeelden van hinderlijk geluid van je buren/huisgenoten.

Slide 8 - Tekstslide

Introductie
Geluid kan heel vervelend zijn. Denk aan het geluid van een druppelende kraan of van een vork die over een bord krast. Geluidsoverlast van de buren staat hoog in de top 10 van ergernissen in Nederland. Harde geluiden kunnen je gehoor ook nog eens blijvend beschadigen. Daarom worden veel maatregelen genomen om ongewenst geluid te bestrijden.
Hinderlijk geluid is niet hetzelfde als schadelijk geluid. 

Slide 9 - Tekstslide

Schadelijk geluid
Geluidssterkte rond pijngrens; 
onmiddellijk gevaar voor beschadiging.
80 dB (A)- 8 uur
2 x zo hard geluid, 
2 x zo kort blootstellen
83 dB (A) - 4 uur
86 dB (A) - 2 uur etc.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hinderlijk geluid 
Geluid dat je gehoor niet beschadigt, kan nog wel hinderlijk zijn. De ene persoon ervaart bepaalde geluiden eerder als hinderlijk dan de andere. Verkeerslawaai en lawaai van buren vinden veel mensen hinderlijk. Ook telefoons in de stiltecoupé van de trein worden als hinderlijk ervaren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij de bron

- Stil asfalt  
- Elektrische auto
- Goede banden
- Lagere snelheid

Slide 14 - Tekstslide

Tussen bron en ontvanger
- Grotere afstand.
- Geluidswallen en geluidsschermen



Slide 15 - Tekstslide

Bij de ontvanger
- Isolatie van huis 
- Oordoppen.


Slide 16 - Tekstslide

Dit is je situatie...

Slide 17 - Tekstslide

Bedenk een manier om geluidsoverlast tussen de bron en de ontvanger te bestrijden

Slide 18 - Open vraag

Bedenk een manier om geluidsoverlast bij de bron te verminderen

Slide 19 - Open vraag

Bedenk een manier om geluidsoverlast bij de ontvanger tegen te gaan

Slide 20 - Open vraag

Geluid absorberen
Zacht en onregelmatig materiaal neemt geluid goed op.

Slide 21 - Tekstslide

Geluid terugkaatsen
Hard en glad materiaal kaatst geluid goed terug.

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lees  H 6.4 Geluidsoverlast bestrijden. 
Maak digitaal opgave 1 t/m 6 van deze paragraaf. 
Klaar: blader H6 door en schrijf 5 dingen op die je nog lastig vindt.

Slide 23 - Tekstslide


Welke van deze 2 afbeeldingen heeft de grootste toonhoogte?
A
links
B
rechts

Slide 24 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 25 - Quizvraag

Geluidsterkte kun je meten. Waarin wordt geluidsterkte gemeten?
A
Amplitude
B
Decibel
C
Hertz
D
Trillingstijd

Slide 26 - Quizvraag

Met welk apparaat kun je de geluidsterkte meten?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verschil tussen toonhoogte en geluidssterkte? (selecteer twee antwoorden)
A
Toonhoogte = aantal trillingen
B
Toonhoogte = grootte van trillingen
C
Geluidssterkte = grootte van trillingen
D
Geluidssterkte = aantal trillingen

Slide 28 - Quizvraag

In de figuur hiernaast zie je twee oscilloscoopbeelden staan. Vergelijk deze twee tonen met elkaar. Wat weet je van de toonhoogte en geluidsterkte van beide tonen? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open vraag

Controlevragen

  • Tussen welke frequentie kan een mens met goede oren horen ?
  • Welk apparaat  kan de geluidssterkte meten ?
  • Welk woord is er voor de maximale uitwijking van een trillin ?

Slide 30 - Tekstslide

Tussen welke frequenties kan een mens goed horen?

Slide 31 - Open vraag

Wat hebben we vandaag gedaan
Amplitude: de hoogte van de trilling bepaalt de geluissterkte
Geluidssterkte wordt gemeten in dB. 
Verdubbeling van het geluid = +3dB

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht online. Inleveren via Teams aan het einde van de les (foto van je schrift). Als je eerder klaar bent begin je met huiswerk 6.2 of 6.3. 
1) Meet de stilte. Schrijf je resultaat op. 
2) Meet daarna de geluidssterkte van 3 verschillende geluiden met de geluidsbron op 3 verschillende afstanden, vertel welk geluid je hebt gemeten.  Zet deze metingen in een tabel in je schrift.
Gebruik bijvoorbeld Decibel X app op je mobiele telefoon. 





3) Wat kan je hieruit concluderen? 
1 meter
2 meter
3 meter
1
? dB
2
3

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 6.3
6.3 vraag 1 t/m 9
Flitskaarten
Test jezelf

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide