Liefde #2

Wat weet je nog van de
vorige les?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de
vorige les?

Slide 1 - Woordweb

We zijn bezig met het thema liefde.

Luguber feitje: in 1944 is er een experiment uitgevoerd in een weeshuis met 40 baby's.  Er werd goed voor de baby's gezorgd: ze kregen warmte, voedsel, drinken en hygiëne. 
Maar ze werden niet aangeraakt en er werd niet met ze gepraat.

Na 4 maanden was de helft van de baby's overleden zonder aanwijsbare oorzaak.
We weten dus dat liefde noodzakelijk is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les gaat over wat je in de taal van de bijbel Philia noemt; vriendschappelijke liefde.
Je leert:
- Kenmerken van goede vriendschappen
- Hoe je (sneller) vrienden maakt
- Waar je vrienden op kunt selecteren

Je gaat:
- Je vriendschappen in kaart brengen
- Met elkaar over vrienden praten

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb meer vrienden van school, dan van buiten school
Ja
Nee
Ongeveer gelijk

Slide 4 - Poll

Door de jaren heen; heb ik minder vrienden
Ja
Nee, het is ongeveer gelijk
Nee, ik heb er juist meer

Slide 5 - Poll

Ik heb liever een paar goede vrienden dan een uitgebreide vriendenkring
Nee, ik heb liever een uitgebreide vriendenkring
Ja, ik heb liever een paar goede vrienden
Het is mij om het even

Slide 6 - Poll

Naarmate ik ouder wordt; is het moeilijker om vrienden te maken
Ja
Nee
Geen verschil

Slide 7 - Poll

Opdracht die je alleen doet:

Zet je eigen vriendschappen in kaart. 
1/ Met welke mensen ben je bevriend? Benoem ze bij naam.
2/ Schrijf op wat je met deze mensen gemeen hebt. Wat doen jullie samen, of welke gemeenschappelijke interesses heb je?
3/ Verdeel de namen in 'hechte vrienden'  en 'gewone vrienden'. 
Wat maakt dat iemand 'hecht' is, en een ander 'gewoon'?

Slide 8 - Tekstslide

Wat vind jij het belangrijkste in een vriendschap?

Slide 9 - Open vraag

Bespreek in duo's:

1) Wat moet je doen om in een nieuwe situatie snel vrienden te maken?
2) Met wat  voor soort type mensen wordt je snel vrienden?
3) Met wat voor soort type mensen, niet?
4) Wat zijn overeenkomsten tussen jou en je vrienden (bv nu; je buurman/vrouw)??

Slide 10 - Tekstslide

Feitjes :

"De meeste mensen hebben zo’n drie à vier echt goede vrienden en daarnaast een zogenoemde tweede schil van zo’n tien tot twaalf mensen die ze regelmatig zien."

"Als je leven er echt anders uit gaat zien dan je vrienden; dan valt de vriendschap vaak uit elkaar. Bij mensen die hun eerste kind krijgen, zie je bijvoorbeeld dat hun vriendenkring na een jaar of twee jaar vooral bestaat uit mensen met kinderen. Dat is deels omdat je andere interesses hebt, maar ook omdat je opeens op andere plekken komt waar je nieuwe mensen tegenkomt: in de crèche en in de speeltuin. Vriendschappen die ondanks dit soort verschillen toch stand houden, zijn heel puur."

Slide 11 - Tekstslide

6 kenmerken van goede vrienden:

*  Je voelt je beter nádat je bij je vriend bent geweest, dan ervóór
* Ze halen het beste in je naar boven.
   Ze willen dat jij slaagt.
> Wanneer jij plots ergens beter in blijkt te zijn of te worden; worden ze niet       jaloers!
* Ze zijn bezig en hebben doelen die passen bij jou doelen of de dingen waar jij mee bezig wilt zijn. Je vuurt elkaar zo aan.

Slide 12 - Tekstslide

* Ze roddelen niet
* Ze begrijpen je en je kunt er goed mee praten
* Ze halen je niet omlaag door dingen te doen waarvan je weet dat ze niet handig zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een kern bij vriendschappen is elkaar waarderen en dat naar elkaar laten merken/uitspreken.

Er gaat straks een leerling naar de gang.
We nemen straks een andere leerling en ieder  van ons bedenkt daar één compliment bij. In totaal moeten we er minstens 5 hebben.
De gangleerling komt terug en moet raden om wie het gaat.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video