Bubbels & identiteit - BB

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,2

Bubbels & identiteit

hoe vormen informatiebubbels je gedrag? 

Bubbels & Identiteit  In deze les staat identiteit en de constructie daarvan (door de online omgeving) centraal. Taal wordt door groepen gebruikt om te verbinden. Denk hierbij aan de betekenis van alle emoji’s uit de serie, maar ook een bepaald accent of typische woordenschat als verbindende (taal)factor voor groepen. Wat je online ziet, liket en volgt, vormt daarmee je identiteit, maar beïnvloedt, vanwege de mogelijke eenzijdigheid, ook je wereldbeeld.

In deze onderbouwles reflecteer je daarop met leerlingen.

Fragmentsuggestie: aflevering 2: [29:00-32.40]: de zoon van de rechercheur legt uit wat emoji’s op sociale media betekenen.

Klik hier: fragment Adolescence

Klik op het kopje Optioneel fragment om een bijbehorend fragment van Adolescence te bekijken, waarin je de afstand ziet tussen een vader en zoon door het online leven van de zoon. 

Aan het einde van de les kun je:

uitleggen hoe imagined communities (Benedict Anderson, 1983) gedrag en identiteit vormen en versterken.

Leerdoel

Leerdoel:

Na deze les kun je uitleggen hoe imagined communities (Benedict Anderson, 1983) gedrag en identiteit vormen en versterken

Succescriteria:

Je kunt uitleggen wat een imagined community is

Je kunt uitleggen hoe je identiteit ook tot stand komt door anderen

Je kunt voorbeelden geven van hoe een community je gedrag en identiteit kan vormen en versterken

1. Wat hebben de onderstaande slogans en spreekwoorden (over identiteit) met elkaar gemeen?

2. Wat is de onderliggende boodschap over hoe identiteit tot stand komt

3. Bepaal je zelf wat je identiteit is?

“Je bent wat je eet.”

 “Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.”

“Door je vrienden leer je jezelf kennen.”

Identiteit: Reclameslogans en spreekwoorden

Laat leerlingen als introductie nadenken over wat de onderstaande slogans zeggen over hoe wij onze identiteit opbouwen. Geef denktijd en laat daarna kort in tweetallen overleggen.

Doorvragen:

Hoe komt volgens de slogans identiteit tot stand?

Bepaal jijzelf alleen wie je bent/wat je identiteit is?

Wat zeggen je keuzes over je identiteit?

Welke factoren hebben invloed op je identiteit?

Geef antwoord op de titel van deze les: hoe kunnen bubbels je gedrag (ver)vormen?

identiteit - beïnvloeding - gedrag - normalisering - self fulfilling prophecy

Identiteit: Verbinden en verklaren

Kader:

Jamie ging zich gedragen naar zijn zelfbeeld en naar het beeld dat hij verwachtte dat anderen van hem hadden. Hij vond zichzelf niet knap, en vroeg daarom een meisje uit dat hij ook niet heel knap vond, zodat hij meer kans maakte. Zij wees hem af. Hij werd daar erg boos om en werd gevoed door de online community en de haatcomments om actie te ondernemen.

Vraag door:

Ga je je gedragen naar wat je denkt dat er van je verwacht wordt?

Wie bepaalt hoe je je moet gedragen (als deel van een groep)?

Waarom plaatsen we mensen in hokjes? Voordelen/nadelen?

>> Fragmentsuggestie: Aflevering 3 [31.30-33.34]. Jamie praat over de vraag of meiden hem leuk vinden. 

Benedict Anderson (1983) ziet naties als ''Imagined Political Communities":

Een imagined community is een mentale constructie van een gemeenschap.

De leden van de gemeenschap voelen zich verbonden doordat ze bepaalde eigenschappen delen. 

Ondanks dat ze alle leden van de gemeenschap elkaar nooit zullen kennen (daar is die te groot voor), voelen ze zich met elkaar verbonden. De gedeelde kenmerken zorgen voor groepsgedrag en onderlinge verbondenheid. 

 

Verdiepen: Imagined (political) communities

Leg uit wat imagined communities zijn. Geef denktijd en laat even overleggen in tweetallen.

Geef ter kadering eventueel voorbeelden van imagined communities:

- Online gamegroepen,

- Het WK-voetbal,

- ‘Nederlander’ zijn.

Klik hier: Mediafragment Danny & the brotherhood

Klik op kopje Mediafragment en bekijk het fragment over een motorclub. Bespreek wat er gebeurt in dit fragment en wat ze vinden van dit ritueel.

Hoe herkennen leerlingen het concept imagined community?

Vraag door

- Wat zorgt ervoor dat je je verbonden voelt met een bepaalde groep?

- welke middelen gebruiken clubs om leden zich verbonden met elkaar te laten voelen?

- Is groepsdruk positief of negatief?

- Wanneer is groepsvorming gevaarlijk? En mag je dan een club verbieden?

Welke Imagined Communities herken jij in je eigen omgeving?

Leerlingen reflecteren op de imagined communities die zij in hun omgeving herkennen.

Vraag door:

- Waarom is het een imagined community?

- Welke kenmerken heeft de community?

- Wie bepaalt de regels?

1. Hebben vriendschappen en imaginaire communities dezelfde basis? Zo ja, welke?

2. Kun je vrienden zijn met iemand die je alleen online kent? Gebruik het concept Imagined community in je antwoord.

3. Welke rol spelen tradities in (imaginaire) gemeenschappen?

4. Identiteit: in welke mate bepaalt de community de identiteit van het individu?

5. Hoe vormen imagined communities gedrag en identiteit?

Verdiepen: Identiteit, vriendschap en gemeenschap

Expertgroepjes: laat leerlingen in kleine expertgroepen de vragen uitwerken en uitwisselen.

Variatie:

Laat leerlingen een pleidooi voeren.

Gebruik een discussievorm.

Laat leerlingen kritisch doorvragen.

Bespreek vraag 5 met de hele klas als terugkoppeling van het leerdoel.

Kies een Imagined Community van tegenwoordig en vraag je ouders om er eentje te kiezen van vroeger. Analyseer en vergelijk deze communities in een korte beschouwing (online, een sociale groep, een land, provincie, sport, fans, ...)

• Aan welke kenmerken herken je de community? 
• Welk mechanisme zorgt voor onderlinge verbondenheid?
• Welke rol spelen media (ook analoog) bij de groeps- en ideevorming van de community? 

Verwerkingsopdracht 1

Verwerkingsopdracht(en)

Kies een van de verwerkingsopdrachten om leerlingen hun kennis te laten verdiepen en te verbreden. Koppel met thuis of een ander schoolvak. 

Analyseer een recente gebeurtenis waar twee groepen tegenover elkaar stonden. Beschrijf (vb):

• De context (o.a. wat gebeurde er, aanleiding);
• De overeenkomsten en verschillen tussen beide groepen;
• Hoe imagined communities (online en offline) een rol gespeeld zouden kunnen hebben gespeeld in de aanloop naar de gebeurtenis
• Een mogelijke oplossing om imagined communities positief in te zetten bij het voorkomen van conflicten. 

Verwerkingsopdracht 2

Verwerkingsopdracht(en)

Kies een van de verwerkingsopdrachten om leerlingen hun kennis te laten verdiepen en te verbreden. Koppel met thuis of een ander schoolvak. 

Meer media in je les?

Ga naar: https://www.beeldengeluid.nl/onderwijs/digitaal-lesmateriaal