Begrijpend lezen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Kijk op je blad voor de volgende vragen!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de titel van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de tussenkopjes?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel alinea's heeft de tekst?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

1.
2.
3.
4.
5.
Lees de titel en de tussenkopjes.
Lees de inleiding en bekijk de plaatjes.
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin.
Bedenk wat je al weet over het onderwerp.
Bedenk waar de tekst over zou kunnen gaan.

Slide 8 - Sleepvraag

Ik weet hoe ik een tekst globaal kan lezen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Je krijgt nu even tijd om de tekst door te lezen!

Daarna moet je wat vragen over de tekst beantwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

In regel 14-15 staat: Ook Nannerl was heel getalenteerd. Wat betekent getalenteerd?
A
knap, met veel talent
B
snel, door vlug te leren
C
verlegen en onzeker

Slide 11 - Quizvraag

In regel 24 staat: hij hoorde zijn muziekstuk als geheel in zijn hoofd. Wat betekent als geheel?
A
alles bij elkaar, als één stuk
B
alles boven elkaar, als een hoog stuk
C
alles na elkaar, als losse stukken

Slide 12 - Quizvraag

In regel 25-26 staat: Net als andere componisten werkte hij met schetsen en maakte hij verbeteringen. Wat is de schets?
A
het foute voorbeeld van een opdracht
B
de vlugge tekening van hoe iets moet worden
C
het uitgewerkte stuk van hoe iets is geweest

Slide 13 - Quizvraag

Kijk in regel 30-31: de extreem zeldzame krabbel wordt online geveild. Wat betekent veilen?
A
iets verkopen aan de persoon die het erg hard nodig heeft
B
iets verkopen aan de persoon die iets het liefste wil hebben
C
iets verkopen aan de persoon die er het meest voor wil betalen

Slide 14 - Quizvraag

In regel 35-36 staat: Tot en met 12 april kunnen mensen via de website bieden op de handtekening. Wat is bieden?
A
de prijs noemen die je ergens voor wilt hebben
B
het bedrag noemen dat je ergens voor wil betalen
C
aan de beurt zijn om te zeggen wat je graag zou willen kopen

Slide 15 - Quizvraag

Ik kan vragen bij een tekst beantwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll