Bron F Chapitre 3

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Bonjour toute la classe!

Leg je Franse boek op tafel, je etui en je iPad.

We gaan beginnen met een quizzzzzz.

Daarna kijken we het huiswerk na. 

Dan starten we met bron F Lire

Wat betekent
tout le monde

1. grappig
2. werken
3. schilderij
4. iedereen

Wat betekent
terrible

1. gestolen
2. daar, daarginds
3. verschrikkelijk
4. nog

Wat betekent
travailler

1. werken
2. thuiskomen
3. lievelings-
4. slecht, waardeloos

Wat betekent
les affaires

1. het geheim
2. de spullen
3. de schilderijen
4. de kamer

Wat betekent
encore

1. waar
2. grappig
3. werken
4. nog

Wat betekent
marrant(e)

1. waar
2. daar, daarginds
3. grappig
4. thuiskomen

Wat betekent:
Il est sévère?

1. In welke klas zit jij?
2. Hoe laat is het?
3. Is hij streng?
4. Wie is je leraar Frans?

Wat betekent:
la chambre

1. vandaag
2. het etui
3. de kamer
4. de rugzak

Wat betekent:
les devoirs

1. te, te veel
2. de rugzak
3. streng
4. het huiswerk

Wat betekent oublier

1. maken/doen
2. houden van
3. vergeten
4. opschrijven

Wat betekent:
noter

1. in de tweede klas
2. het geheim
3. vandaag
4. noteren

Wat betekent:
toujours

1. altijd
2. aardig
3. te, te veel
4. misschien

Wat betekent:
surtout

1. altijd
2. vooral
3. misschien
4. streng

Wat betekent:
aujourd'hui

1. misschien
2. altijd
3. vandaag
4. de klas

Wat betekent:
Quelle heure est-il?

1. In welke klas zit jij?
2. Ik zit in de eerste klas.
3. Hoe laat is het?
4. Het is half tien.

Wat betekent lávenir

1. de leerling
2. de toekomst
3. fantastisch
4. te laat

Wat betekent paresseux/paresseusse

1. natuurlijk
2. het vak
3. lui
4. goed

Wat betekent l'élève

1. het vak
2. op tijd
3. te laat
4. de leerling

Très bien!

Huiswerk nakijken

Chapitre 3 bron E Regarder page 116

Exercice 20 a, b en c

Exercice 21

Très bien!

Neem blz. 129 voor je

Vocabulaire Bron F

Répétez après moi.

Bron F         page 118

1. Neem de woorden door van Bron F (p. 129)
2. Maak in je boek of online:


3. Exercice 23
4. Exercice 24 a, b en c
5. Exercice 25 a en b


6. Les devoirs: Apprends les mots et les phrases clés de Bron F (Leer de woorden en zinnen van Bron F) Herhaal de woordjes en zinnen van bron E.

Dictee