Begrijpend lezen - verwijswoorden (herhaling en oefening)

Begrijpend lezen - verwijswoorden 
(herhaling en oefening)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Secundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen - verwijswoorden 
(herhaling en oefening)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een verwijswoord?
A
Een woord zoals de, het en een.
B
Een woord dat niets betekent.
C
Een woord dat naar een ander woord / tekst wijst.
D
Een woord dat altijd naar het onderwerp wijst.

Slide 2 - Quizvraag

WAAR vind je de betekenis van het verwijswoord? (2 opties)
A
In de zin / tekst na het verwijswoord.
B
In de zin/tekst voor het verwijswoord.
C
In dezelfde zin als het verwijswoord.
D
Meestal in de zin voor het verwijswoord.

Slide 3 - Quizvraag

HOE kan je het juiste verwijswoord vinden? (2 opties)
A
Stel de wie/wat vraag.
B
vervang het woord en kijk of de zin klopt.
C
Het woord voor of na het verwijswoord.
D
Door het onderwerp te zoeken.

Slide 4 - Quizvraag

Kijk naar de titel: 'Snel en goed' en de foto. 
Waarover gaat het artikel / de tekst denk je?

Slide 5 - Tekstslide

Waarover gaat de tekst?

Slide 6 - Woordweb

We lezen samen de tekst en we maken de oefeningen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

We lezen samen de tekst. Waarover gaat de tekst?

Slide 9 - Woordweb

Woordenschat

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor 'optreden'?
A
cadeau
B
show
C
feest

Slide 11 - Quizvraag

De verwijswoordenquiz

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor 'maakt niet uit'?
A
Het is belangrijk.
B
Het is niet belangrijk.
C
Het klopt.
D
Het klopt niet.

Slide 13 - Quizvraag

Wie is 'hij' (zin 2)
A
AB
B
Seppe Herremans
C
Red Sebastian
D
Seppe Herremans = Red Sebastian

Slide 14 - Quizvraag

Wat is 'dat' (zin 3)
A
winnen
B
de zanger
C
Red Sebastian
D
het Eurovisie-Songfestival

Slide 15 - Quizvraag

Wie is 'hij' (zin 5)
A
het publiek
B
de fans
C
Red Sebastian
D
het Eurovisie-Songfestival

Slide 16 - Quizvraag

Wat is 'dat'? (zin 6)
A
dat hij in de halve finale staat.
B
of hij wint of niet
C
Dat het in Basel is.
D
Dat Red Sebastian, Seppe Herreman heet.

Slide 17 - Quizvraag

Wie is 'zij' ? (zin 7)

Slide 18 - Open vraag

Naar wat verwijst 'dan'? (zin 8)

Slide 19 - Open vraag

Pre-teaching nieuwe tekst

Slide 20 - Tekstslide