Beter lezen 1, les 4 en 5
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
A
de kar
B
de kam
C
de kat
Slide 2 - Quizvraag
A
de kas
B
de kaas
C
de vaas
Slide 3 - Quizvraag
A
de les
B
de fles
C
het vlees
Slide 4 - Quizvraag
A
de enkel
B
de winter
C
de winkel
Slide 5 - Quizvraag
A
de rol
B
de rook
C
de rok
Slide 6 - Quizvraag
A
de sok
B
de rok
C
de stok
Slide 7 - Quizvraag
A
de was
B
de tas
C
de jas
Slide 8 - Quizvraag
A
rijst
B
grijs
C
prijs
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Han legt kaas in de kar.
Han legt een fles wijn in de kar.
Zijn zoon zit in de kar.
Slide 11 - Sleepvraag
Tim pakt de fles.
De fles valt.
De fles is kapot.
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
De rok is vies.
De sok is vies.
De sok is zwart.
Slide 14 - Sleepvraag
De rok is weg.
De rok is grijs.
Lies doet de rok in de was.
Slide 15 - Sleepvraag
In de rok zit een sok.
In de sok zit een rok.
De rok is niet wit meer.
