Deeltjes

Hoofdstuk 1 paragraaf 1 t/m 3
Deeltjes
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 paragraaf 1 t/m 3
Deeltjes

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Weten in welke fase een stof kan voorkomen en
 hoe de fase overgangen heten.

Slide 2 - Tekstslide

Het deeltjesmodel

Slide 3 - Tekstslide

Water is beweeglijk = vloeistof

Slide 4 - Tekstslide

IJs is hard = vaste stof

Slide 5 - Tekstslide

Waterdamp is niet zichtbaar
= gas
Waar is de waterdamp?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

Moleculen
Alle stoffen bestaan uit zeer kleine deeltjes

Moleculen kun je niet kleiner maken zonder de stof te veranderen.

Slide 10 - Tekstslide

Eigenschappen van moleculen
Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen met verschillende vormen.

Een molecuul is het kleinste deeltje van die stof.

Moleculen bewegen altijd en bewegen sneller als de temperatuur hoger is.

Moleculen trekken elkaar aan. Ze trekken elkaar sterk aan als ze dicht op elkaar zitten.

Tussen de moleculen is er ruimte. In die ruimte zit niets.

Slide 11 - Tekstslide

Moleculen in een vaste stof

  • vaste plaats

  • zeer kleine afstand tussen de moleculen

  • weinig beweging

Slide 12 - Tekstslide

Moleculen in een vloeistof

moleculen kunnen langs elkaar bewegen

iets meer afstand tussen de moleculen


Slide 13 - Tekstslide

Moleculen in een gas

moleculen kunnen vrij bewegen

grote afstand tussen de moleculen


Slide 14 - Tekstslide

De temperatuur
Is eigenlijk de snelheidsmeter van moleculen:
Hoe sneller moleculen bewegen, hoger de temperatuur.
De fase maakt niets uit.

Slide 15 - Tekstslide

De 3 verschillende fasen 
Drie keer water maar dan anders

Slide 16 - Tekstslide

Faseovergangen
smeltpunt: de temperatuur waarbij de faseverandering tussen vast en vloeibaar plaatsvindt
1
stolpunt: de temperatuur waarbij de faseverandering tussen vast en vloeibaar plaatsvindt
2
kookpunt: de temperatuur waarbij de fase overgaat van vloeibaar naar gasvormig door verdamping in de gehele vloeistof
3

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 19 - Quizvraag

Vloeibare fase
Vaste fase
Gasvormige fase

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 22 - Quizvraag

Hieronder zie je 3 potjes met het deeltjesmodel van een stof.
Welke fase moet ieder potje voorstellen?
vloeibaar
vast
gas

Slide 23 - Sleepvraag

Hoeveel fasen zijn er
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag


Welke fase is dit?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 25 - Quizvraag

Welke fasenovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 26 - Quizvraag