Paragraaf 2 Rivieren van ijs

1 / 34
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat gaan we doen?
Wat weet jij nog?

Uitleg paragraaf 2 

Maken opgaven 1,2,4,5bc,6,7
Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Slide 3 - Woordweb

Aan het eind van de les weet je:
Hoe een gletsjer bijdraagt aan de opbouw en afbraak van het landschap.
Uit welke onderdelen een gletsjer bestaat.
Waarom sommige gletsjers smelten en andere niet.
Wanneer er ijstijden zijn geweest.

Slide 4 - Tekstslide

Rivieren van ijs

Slide 5 - Tekstslide

Heb jij wel eens een gletsjer in het echt gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

De IJstijd

Slide 7 - Tekstslide

IJstijd 
Glaciaal ❄️
Koude periode. Temperatuur daalde met zo'n 5 graden.

Interglaciaal ☀️
Warme periode.

Slide 8 - Tekstslide

Gletjser
Rivier van ijs die langzaam naar beneden beweegt. (40-50 cm per jaar.
Het hele jaar valt er sneeuw.

Slide 9 - Tekstslide

De onderdelen van een gletsjer

Slide 10 - Tekstslide

Wat is firn?
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Firnbekken is een plek waar de Firn zich ophoopt

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een grondmorene?
Sediment dat achterblijft als de gletsjer smelt

Zijmorene ligt aan de zijkant van de ijstong
Eindmorene ligt aan het uiteinde van de gletsjer
Middenmorene Ligt op een plek waar twee gletsjertongen samenkomen.

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
Heb je de volgende vraag helemaal goed?
Dan mag je vraag 4 in je boek overslaan!

Slide 13 - Tekstslide

U-dal

Slide 14 - Tekstslide

V-dal
U-dal

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken u-dal
Vlakke bodem
Steile bergwanden
Breed dal

Slide 16 - Tekstslide

Gletsjertunnel 
Laag in het dal is het warm en gaat de gletsjer smelten.
Daardoor ontstaat onder de gletsjer een tunnel.
De plek waar het water onder de tunnel door naar buiten komt heet een gletsjerpoort.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer groeien de gletsjers het meest?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 18 - Quizvraag

Wat hebben de sneeuw en de zon te maken met het minder snel smelten van de gletsjers?

Slide 19 - Open vraag

Maken: Opdracht 1,2,4*,5bc,6,7
* Als je de opdracht foutloos hebt ingevuld in de lessonup mag je deze overslaan.

Slide 20 - Tekstslide

Quiz!

Slide 21 - Tekstslide

Is dit dal ontstaan door de erosie van een rivier of een gletsjer?

A
Rivier
B
Gletsjer

Slide 22 - Quizvraag

Wat bevindt zich aan het begin van de gletsjer?
A
gletsjerpoort
B
firnbekken
C
smeltwater
D
middenmorene

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je een warme periode?
A
Glaciaal
B
Interglaciaal
C
Firnbekken
D
Bovenloop

Slide 24 - Quizvraag

Wat geeft nummer 5 aan?
A
Zijmorene
B
Eindmorene
C
Middenmorene
D
Grondmorene

Slide 25 - Quizvraag

Gletsjers ontstaan in ijstijden.
Hoeveel wordt het gemiddeld kouder tijdens een ijstijd?
A
5 graden kouder
B
15 graden kouder
C
30 graden kouder
D
20 graden kouder

Slide 26 - Quizvraag

Firnbekken 
Grote gletsjer
Grondmorene
Gletsjerrivier 
Kleine gletsjer
Middenmorene
Zijmorene

Slide 27 - Sleepvraag

Maken:
Paragraaf 2
Opdracht 1,3,4 & 5
In stilte
Ben je klaar?
Lees paragraaf 2.3 alvast door.
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf op je kaartje:
Wat vond je het meest interessant?

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 29 - Tekstslide

Volgende les
Maak: voor de volgende les paragraaf 2 opdracht 1,2,4,5bc,6,7

Leer: De afbeelding over de kenmerken van een gletsjer.
Pauze!

Slide 30 - Tekstslide

Rivieren
Gemengde rivieren 
Water door regen en door gletsjers

Slide 31 - Tekstslide

De bovenloop van de Rijn 
  • Het smeltwater van de gletsjers zijn het brongebied van veel rivieren in Europa. 
  • Onderweg worden sommige rivieren aangevuld met regenwater (gemengde rivier).
  • In de bovenloop snijdt de Rijn zich door het landschap. 

Slide 32 - Tekstslide

Leg uit dat de waterval van Schaffhausen is ontstaan door verschil in hardheid van gesteente:
Waterval ontstaat op plek waar hard gesteente overgaat in zacht gesteente.
Door de kracht van het stromende water wordt zacht gesteente weggesleten en hard gesteente blijft liggen. Over de rand van harde steen stort het water naar beneden

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video