4. Hofcultuur: muziek analyse

Hofcultuur
Muziek analyse
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hofcultuur
Muziek analyse

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat heb je gehoord? Wat valt op?

Slide 3 - Open vraag

Programma P1
Week 1: introductie thema: hofcultuur
Week 2: renaissance beeldende kunst + architectuur
Week 3: barok beeldende kunst + architectuur
Week 4: hofcultuur muziek
Week 5: hofcultuur dans en theater
Week 6: Versailles
Week 7: oefentoets maken + voorbereiden PTA

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma vandaag
- uitleg muziek hofcultuur
- examenvragen
- luisteroefening prima en seconda prattica
- analyse verschillende muziekfragmenten

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe de opera is ontstaan
  • Ik weet de ontwikkeling van de instrumentale muziek
  • Ik weet de ontwikkeling van de kerkmuziek

Ik kan de volgende begrippen uitleggen:
  • Prima Prattica: polyfonie, homofonie
  •  Seconda Prattica: monodie, homofonie, affectenleer
  • Ik weet wat de affectenleer is



Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk: examenvragen
Bespreken examenvragen Bernini

Slide 7 - Tekstslide

ANT vraag 1
maximumscore 2
De antwoorden moeten de volgende strekking hebben:
• De fonteinen voorzagen in drinkwater (en waswater) voor de bevolking:
goed drinkwater is van levensbelang voor een gezonde en tevreden
bevolking. Wie goede watervoorzieningen treft, geldt als een goed
bestuurder 1
• Fonteinen verlevendigen tevens het stadsbeeld. Een paus die ‘zijn’
stad verfraait met fonteinen vergroot zijn prestige als machthebber (als
degene die het water levert) 1

Slide 8 - Tekstslide

ANT vraag 2
Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
De symboliek van de vier rivieren sluit aan bij de ambitie van de Kerk die
het katholieke geloof over de hele wereld wil verspreiden (over alle
continenten).

Slide 9 - Tekstslide

ANT vraag 3
maximumscore 3
drie van de volgende:
− (compositie/vorm) Het beeld is dynamisch omdat de lichamen gedraaid
zijn en/of de ledematen verschillende richtingen hebben.
− (schaal/formaat) De riviergoden zijn (in vergelijking met de paarden)
letterlijk reusachtig.
− (vormen) De gezwollen spierbundels van de figuren bieden een
indrukwekkend vertoon van kracht.
− (compositie/licht) De compositie van de gehele voorstelling zorgt voor
veel licht-donkercontrasten die bijdragen aan de dynamiek van het
geheel.
− (ruimte/illusie) De grot/rots wordt doorsneden met openingen: de zware
obelisk lijkt te zweven (de draagconstructie blijft verborgen).
per juist antwoord 1

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkelingen van muziek aan het hof en de opera
1. PRIMA PRATTICA:
 invloed Vlaamse componisten, POLYFONIE – ingewikkelde melodieën door elkaar heen geweven.


2. AFFECTENLEER: 
met muzikale middelen emoties verklanken.


3. SECONDA PRATTICA:
 MONTEVERDI, MONODIE en HOMOFONIE, de teksten van de opera moeten verstaanbaar zijn.

HOFCULTUUR
15e – 17e eeuw

Slide 11 - Tekstslide

Muziek in hofcultuur?

Slide 12 - Woordweb

Kijkopdracht
Beschrijf de muziek van de hofcultuur
Doe dit adhv Cornell-methode
Kernwoorden - notities - samenvatting


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Beschrijf de muziek van de hofcultuur
Doe dit adhv Cornell-methode
Kernwoorden - notities - samenvatting


Slide 15 - Open vraag

Prima en seconda prattica
Prima prattica: meerstemmige muziek (= polyfonie) van Middeleeuwen t/m Renaissance. Kritiek vanuit humanisten: slecht verstaanbaar, niet geschikt om individuele expressie te uiten, muziek belangrijker dan tekst.

Seconda prattica: muziek volgt tekst, verhaal is het belangrijkste. Daarom kiest Monteverdi vaak voor homofonie en monodie: melodie met akkoordbegeleiding. Tekstuitbeelding.         

Monteverdi (en tijdgenoten) gebruiken beide stijlen naast elkaar!                               

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen met examenvragen
Op de volgende slides kun je oefenen met vragen die te maken hebben met muziek in de hofcultuur.

Slide 17 - Tekstslide

Inleiding op de vraag
Orlando di Lasso werd geboren als Roland de Lassus in Mont (Bergen) in het huidige België.
Vanwege zijn uitzonderlijke zangtalent kreeg hij al vroeg aanbiedingen van Italiaanse hoven. Op taaljarige leeftijd vertrok hij eerst naar Mantua, later naar Napels en Rome.
Na zich te hebben ontwikkeld als componist vestigde hij zich in 1556 aan het hof van Albrecht van Beieren in Munchen.


Slide 18 - Tekstslide

Albrecht van Beiren vond een aantal van Orlando's werken van zo'n bijzondere kwaliteit dat hij de uitvoering ervan alleen toestond aan zijn eigen hof. Ook de publicatie en verspreiding van deze werken hield Albrecht tegen.

Geef aan wat het effect was van deze maatregelen op de status van het hof.

Slide 19 - Open vraag

Inleiding op de vraag
Orlando schreef ook een verzameling van liederen die waren gebaseerd op wereldlijke,
volkse liedvormen die hij in Italië had leren kennen. In het volgende geluidsfragment hoor je een
fragment uit Allala pia calia, een lied van Orlando in deze stijl, waarin
dronkenmansgezang wordt geparodieerd. Zo bestaan deze van de tekst uit
onbegrijpelijke klanken. Ook zonder begrip van de tekst wordt duidelijk dat dit een
lichtvoetig, komisch bedoeld lied is. 
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 20 - Tekstslide


Leg aan de hand van een kenmerk van het STEMGEBRUIK en een
kenmerk van de VORM uit dat dit lied komisch bedoeld is. hof.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 21 - Open vraag

Inleiding op de vraag 
In 1676 ging Atys een ‘tragédie en musique’ van Jean-Baptiste Lully, in première. In de proloog wordt Chronos opgevoerd, de Griekse god van de tijd. Hij wordt afgewisseld door een koor van vierentwintig ‘uren. Je ziet een deel van de proloog in het volgende  filmfragment

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De muziek van Atys volgt de principes van de seconda prattica.

Noem twee kenmerken van de seconda prattica uit het filmfragment .
Geef bij beide kenmerken aan in welk opzicht dit vernieuwend was ten
opzichte van de prima prattica.

Slide 24 - Open vraag

Verdere uitleg
Muziek hofcultuur

Slide 25 - Tekstslide

Polyfonie en reformatie

Vanuit de kerk komt kritiek op polyfone muziek in de kerk. De teksten zijn niet goed genoeg verstaanbaar.

 Gelukkig is daar de componist Palestrina die polyfone kerkmuziek weet te componeren die WEL verstaanbaar is.

Doel: kerkgangers moeten tekst kunnen verstaan en kunnen meezingen

Slide 26 - Tekstslide

Wereldlijke muziek
  • Wereldlijke muziek = niet kerkelijke muziek, met diverse onderwerpen.

Experimenteren:
  • Zo komt er meer nadruk op de tekst
  • Nadruk op emotie die de tekst oproept

  • Om bovenstaande te bereiken wordt bestaande meerstemmige muziek eenstemmig gemaakt.


Slide 27 - Tekstslide

Opera
Totaalkunstwerk waarin verschillende disciplines samen komen: dans, drama, muziek
Monteverdi belangrijkste opera componist uit de Barok

OPROEPEN GEVOEL, door:
Affectenleer: regels hoe bepaalde gevoelens of gemoedstoestanden muzikaal moeten worden weergegeven

Gevoel van tekst muzikaal, door:
Monodie: solostem + eenvoudige instrumentale begeleiding
Drama en gevoel door: contrasten in dynamiek en klankkleur



Slide 28 - Tekstslide

Affectenleer
De affectenleer koppelt allerlei muzikale middelen zoals toonsoorten, tempo, dynamiek en instrumenten aan gevoelens. 
Lamento
klaagzang, passend bij de ideeen van affectenleer (tempo is traag en er zijn soms dissonanten om gevoel goed over te brengen)

Slide 29 - Tekstslide

Prima Prattica
Secunda Prattica
monodie
zang met akkoordbegeleiding door een instrument
werd een groot succes in 17e eeuw
geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
tekst moeilijk te verstaan
a capella
polyfonie/ meerstemmig

Slide 30 - Sleepvraag

Prima en seconda prattica
 

  

Tijdens de Barok ontstaat en ontwikkelt zich de opera tot een volwaardigekunstvorm. In 1607 wordt l’Orfeo van Claudio Monteverdi voor het eerst opgevoerd aan het hof van Mantua. De ‘prima prattica’ beschouwt Monteverdi als een oude stijl en hij kiest voor de ‘seconda prattica’.
1
2

Slide 31 - Tekstslide

Welke van de twee fragmenten is seconda prattica en waarom?

Slide 32 - Open vraag

Analyse
Muziek hofcultuur

Slide 33 - Tekstslide

Bestudeer het schema hiernaast.

Beluister het fragment.

Maak de vragen op de volgende slides
Tomas Luis de Victoria: Sanctus

Slide 34 - Tekstslide

Welke muzikale aspecten vallen je het meest op?

Slide 35 - Open vraag

Welke 2 muzikale principes vallen je het meest op?

Slide 36 - Open vraag

Wat denk je dat de strategie van de componist is? Wat wil hij bereiken met dit stuk?

Slide 37 - Open vraag

Leg uit waarom deze muziek niet geïmproviseerd kan zijn. Noem 2 zaken.

Slide 38 - Open vraag

Bestudeer het schema hiernaast.

Beluister het fragment.
Jean-Baptiste Lully, Ouverture, Le Bourgeois gentilhomme

Slide 39 - Tekstslide

Welke muzikale aspecten vallen je het meeste op?

Slide 40 - Open vraag

Welke 2 muzikale principes vallen je het meest op?

Slide 41 - Open vraag

Wat denk je dat de strategie van de componist is? Wat wil hij bereiken met dit stuk?

Slide 42 - Open vraag

Franse barok muziek
Het muziekfragment is een stuk van Jean-Baptiste Lully. Het is de Ouverture uit Le Bourgeois Gentilhomme uit 1670.

De Franse opera is in de barok de enige echte concurrent van de dominerende Italiaanse opera. Dit muziektheater is in Frankrijk een afspiegeling van het verfijnde leven aan het hof van Lodewijk XIV. De belangrijkste componist aan dit hof is Jean-Baptiste Lully. Hij ontwikkelt de gewoonte om de opera met feestelijke marsmuziek te beginnen: de ouverture.


Slide 43 - Tekstslide

Leg uit wat het doel
is van de ouverture en breng deze in verband met het karakter van de muziek.

Slide 44 - Open vraag

Het is een fragment uit Fanfare pour le Carrousel Roya l dat Lully omstreeks 1686 schrijft. 
De barokke muziekstijl aan het hof van Lodewijk XIV is als regel triomfantelijk van karakter. Dat geldt ook voor dit audiofragment.
Lully - Fanfare pour le Carrousel Royal

Slide 45 - Tekstslide

Leg uit waardoor dit triomfantelijke karakter ontstaat.
Noem drie muzikale middelen.

Slide 46 - Open vraag

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 47 - Open vraag

Wat vind je nog lastig? Stel een vraag over de leerstof vandaag

Slide 48 - Open vraag

Check: leerdoelen
  • Ik weet hoe de opera is ontstaan
  • Ik weet de ontwikkeling van de instrumentale muziek
  • Ik weet de ontwikkeling van de kerkmuziek
  • Ik kan de volgende begrippen uitleggen:
  • - Prima Prattica: polyfonie, homofonie
  • - Seconda Prattica: monodie, homofonie, affectenleer
  • Ik weet wat de affectenleer is

Slide 49 - Tekstslide

Hoe goed denk je de stof van vandaag te begrijpen?
0100

Slide 50 - Poll