9.2 Oorzaken van criminaliteit

Klas 3KG1 dinsdag 16 januari

  • Herhaling leerdoelen 9.1
  • Par. 9.2 Oorzaken van criminaliteit
  • PO vandaag inleveren Sanne, Roos, Didi, Mart
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Klas 3KG1 dinsdag 16 januari

  • Herhaling leerdoelen 9.1
  • Par. 9.2 Oorzaken van criminaliteit
  • PO vandaag inleveren Sanne, Roos, Didi, Mart

Slide 1 - Tekstslide

Dit schema wilde ik even delen met jullie. Dit komt uit een PO van een leerling. 

Herken je jezelf? Ik wel!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen gehaald 9.1

  • Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat criminaliteit is en waarom dit een maatschappelijk probleem is
  • Je weet wat het Wetboek van strafrecht is
  • Je kent het verschil tussen een overtreding en een misdrijf 
  • Criminaliteit is tijdgebonden en plaatsgebonden
  • criminaliteit kost de burger en overheid veel geld 
  • criminaliteit heeft materiele en immateriële gevolgen

Slide 3 - Tekstslide

Nederland is het enige land in Europa waar levenslang ook echt levenslang betekent.

A
dit is juist
B
dit is onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt geen recht op een uitkering wanneer je in een gevangenis zit. Ook niet als je in een huis van bewaring, een penitentiaire inrichting of een tbs-kliniek zit.
A
dit is juist
B
dit is onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Levenslange gevangenisstraf is de zwaarste straf die rechters in Nederland kunnen opleggen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Nederland zitten er op dit moment levenslang in de gevangenis denk je?
A
4
B
40
C
400

Slide 7 - Quizvraag

Wat kost een gevangene per dag in Nederland denk je?
A
100 euro
B
250 euro
C
500 euro
D
1000 euro

Slide 8 - Quizvraag

Gevangenen verdienen met hun arbeid minimaal € ................ per uur. Het geld dat ze verdienen, storten we op een rekening. Dit geld kunnen ze gebruiken om bijvoorbeeld in de gevangeniswinkel boodschappen te doen.
Hoeveel verdient een gevangene per uur denk je?
A
€ 1,00
B
€ 5,00
C
€10,00

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen 9.2
  • Je weet welke risicofactoren de kans op crimineel gedrag kunnen vergroten
  • Er zijn naast individuele kenmerken en omstandigheden ook maatschappelijke omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken 
  • Je kunt iets zeggen over opvallende politiecijfers maar ook uitleggen waarom je ook voorzichtig moet zijn met conclusies als het gaat over politiecijfers 

Slide 10 - Tekstslide

Casus: Anne Faber

Slide 11 - Tekstslide

Anne Faber
Het is 29 september 2017. Het is erg slecht weer in Nederland: het regent en later op de avond trekken onweersbuien over het midden van Nederland.  Een student, Anne Faber,  is op dat moment bezig met een lange fietstocht vanuit haar woonplaats Utrecht. Ze stuurt nog en selfie maar daarna is ze verdwenen...
Het duurde twee weken voordat ze werd gevonden. Ze bleek verkracht en vermoord.

 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Onderzoek in tweetallen
  1. Lees blz. 140 in je tekstboek en noteer de 5 risicofactoren in je aantekeningenschrift.
  2. Zoek op het internet naar de crimineel Michael P.  Op dit moment zit hij een straf uit. Voor welk delict?
  3.  En wat was de straf van de rechter? En wat is de maximale straf hiervoor volgens het Wetboek van Strafrecht? (zie link volgende slide of op Magister)
  4. Wat kom je te weten over het leven van Michael P.? Wat is hij voor persoon? 
  5. Welke risicofactoren van criminaliteit herken je in deze casus over Michael P.?

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Michael P.
Michael P. (27) werd eerder veroordeeld voor de brute verkrachting van twee minderjarige meisjes in 2010. „Iemand die doet wat P. deed, moet wel gestoord zijn”, zei de OvJ. Ook uit het rapport van de Reclassering kwam een alarmerend beeld naar voren:  er was een groot gevaar voor herhaling, hij zou geen gevoel hebben. Michael P. toonde geen spijt, hij zei „trots” te zijn op wat hij heeft gedaan. „Een droom is uitgekomen.” Andere aanwijzingen die  duidden op een psychische stoornis, waren Michael P. ’s drugsgebruik vanaf jonge leeftijd, het feit dat hij voor de verkrachtingen al was veroordeeld voor geweldfeiten en dat hij op jeugdige leeftijd problematisch gedrag vertoonde. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zorgen risicofactoren ervoor dat mensen crimineel gedrag gaan vertonen?
A
Nee de kans is alleen groter
B
De kans is juist kleiner
C
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso crimineel gedrag vertonen
D
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso geen crimineel gedrag vertonen

Slide 19 - Quizvraag

Let op!
 Dit zijn alleen factoren die de kans verhogen. In de meeste gevallen leiden de factoren niet tot crimineel gedrag.

Slide 20 - Tekstslide

Risicofactor 1 een slechte opvoeding
  • Slechte opvoeding
  • Verkeerde waarden en normen
  • Ouders die in gevangenis zitten
  • Ouders die zelf stelen

Slide 21 - Tekstslide

HAARLEM - De politie heeft in Haarlem een 34-jarige vrouw aangehouden, die samen met een man en kind haar slag sloeg bij drogisterijen en parfumeriewinkels.

Slide 22 - Tekstslide

Risicofactor 2 Groepsdruk
  • Groepsdruk
  • Stoer doen
  • 'Kijk wat ik durf'

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Risicofactor 3 Alcohol en drugs
  • Handel in drugs: brengen vaak criminaliteit met zich mee
  • Bij drugsgebruik: mensen doen andere dingen als ze onder invloed zijn
  • Bij 40% van de geweldsmisdrijven is alcohol in het spel

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Risicofactor 4 Spijbelen & schooluitval
  • Spijbelen en schooluitval
  • Leerlingen die veel spijbelen en zonder diploma van school gaan komen vaker in aanraking met justitie
  • de enige uitweg om aan geld te komen is de criminaliteit

Slide 27 - Tekstslide

Risicofactor 5 Biologische factoren
  • Erfelijke factoren
  • Psychische stoornis kan leiden tot meer agressiviteit en daardoor geweld (crimineel gedrag)
  • bijvoorbeeld: weinig emotie naar de dader of geen goede ontwikkeling van het geweten (empatisch vermogen). De dader heeft geen gevoel bij wat hij aandoet bij zijn slachtoffer

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

3K1 woensdag 17 januari
  1. Huiswerk: 9.1 af + maken van 9.2 blz. 169
  2. 9.2 LessonUp afmaken
  3. Actualiteit: drugsuithalers Rotterdam
  4. Lezen par. 9.3
  5. Aan de slag

Slide 33 - Tekstslide

Even herhalen.....wat zijn de 5 risicofactoren die de kans om crimineel gedrag te vertonen vergroten?

Slide 34 - Open vraag

Actualiteit
Lees het artikel en geef daarna antwoord op de vragen:
  1. Omschrijf wat het OM bedoelt met 'kwetsbare gezinnen' 
  2. Wat is volgens jou een goed 'rolmodel'
  3. Wie is voor jou een rolmodel, en waarom?
  4. 'Machogedrag en materialisme zijn heel belangrijke waarden binnen de straatcultuur'.  Wat is de betekenis van deze woorden en waarom matcht dit niet in de dominante cultuur?
  5. Welke risicofactoren herken je bij deze jonge drugsuithalers?
  6. Hoe zou je deze jongeren uit de criminaliteit kunnen houden?
timer
15:00

Slide 35 - Tekstslide

Maatschappelijke omstandigheden
Niet alleen persoonlijke kenmerken geven aanleiding tot crimineel gedrag dit kan ook door maatschappelijke omstandigheden komen:
  1. slechte leefomstandigheden
  2. minder strenge normen dan vroeger
  3. minder sociale controle 

Slide 36 - Tekstslide

1. Slechte leefomstandigheden
  • in kansarme wijken staan vaak goedkope huurhuizen waar vaak mensen met lage inkomens of uitkeringen in komen. 
  • Als je weinig geld hebt, maar toch dure merkkleding wilt dragen is er de weg naar de criminaliteit makkelijk gemaakt.
  • 'Ronselen van jongeren gebeurt vaak in kansarme wijken
Casus: drugsuithalers

Slide 37 - Tekstslide

2. Minder strenge normen dan vroeger
  • De normen in de maatschappij zijn afgenomen en hierdoor vinden we zaken 'normaal' 
  • bijvoorbeeld het 'terugstelen' van een fiets lijkt 'normaal' geworden.

Slide 38 - Tekstslide

3. Minder sociale controle
  • pakkans kleiner
  • inwoners van steden blijken vaker misdrijven te plegen dan inwoners van en dorp 

Slide 39 - Tekstslide

Opvallende groepen
  • Jongeren tussen de 15 en 25 jaar plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen (3W's)
  • jongens en mannen plegen vaker misdrijven. In de gevangenis is maar 7% vrouw. (percentage stijgt wel de laatste jaren)
  • mensen met een niet-westerse achtergrond zijn vaker verdachte van een misdrijf dan andere groepen

Slide 40 - Tekstslide

VRAAG:

Welke informatie kun je allemaal uit deze staafgrafiek halen?

WWW-theorie voor mannen na hun 30e levensjaar

Slide 41 - Tekstslide

Wat zeggen de politiecijfers?
verdachte komt voor 
een rechter en er komt en rechtszaak en een vonnis
criminaliteit in de 
samenleving

Slide 42 - Tekstslide

Zorgen risicofactoren ervoor dat mensen crimineel gedrag gaan vertonen?
A
Nee de kans is alleen groter
B
De kans is juist kleiner
C
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso crimineel gedrag vertonen
D
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso geen crimineel gedrag vertonen

Slide 43 - Quizvraag

Leerdoelen 9.2
  • Je weet welke risicofactoren de kans op crimineel gedrag kunnen vergroten
  • Er zijn naast individuele kenmerken en omstandigheden ook maatschappelijke omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken 
  • Je kunt iets zeggen over opvallende politiecijfers maar ook uitleggen waarom je ook voorzichtig moet zijn met conclusies als het gaat over politiecijfers 

Slide 44 - Tekstslide

Aan de slag
  • nakijken 9.1 + 9.2 (blz. 169) met nakijkboekje
  • Lezen 9.3 Theorieën over criminaliteit blz. 142 + 143 
  • Maak een samenvatting in de vorm van een schema/tabel van de 6 theorieën van 9.3 in Word of je aantekeningenschrift
  • Huiswerk: dinsdag 23 januari schema 9.3 af

Slide 45 - Tekstslide