AK HV2 Geo PW H3 Nederland duurzaamheid

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

PW H3 Nederland Duurzaamheid

Belangrijk:

- Ga op een rustige plek zitten waar je je kunt concentreren

- Zet je (geluid van je) telefoon uit

- Zet je camera aan, en zonder achtergrond!

- Zet je microfoon AAN!

-Zet je geluid van je Chromebook heel zacht of uit!

- Is de vraag VWO dan staat het erbij.

- Gebruik de online atlas bij de toets.

Duurzame energiebronnen

Fossiele brandstoffen

2 Welke beweringen zijn juist? Meerdere antwoorden mogelijk

1. Een van de gevolgen van het broeikaseffect is de bodemdaling in Groningen.
2. Door het versterkte broeikaseffect kunnen mensen op aarde leven. Zonder kan dat niet.
3. De temperatuur op aarde kan ook gaan stijgen als de zon sterker wordt.
4. Alle uitwisselingen van CO2 op aarde (bijvoorbeeld tussen de lucht en de bomen) noem je de koolstofkringloop.

3 Gebruik in de atlas de kaarten
Nederland - Klimaat, Verdamping.

a In Nederland komt steeds meer / minder verdamping van water voor.

1. meer
2. minder

3. b Leg uit waarom dit een gevolg is van het versterkte broeikaseffect.
3. c Waarom is dit in Nederland een negatief gevolg van het versterkte broeikaseffect?

4a Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
stijging / daling van de zeespiegel

1. stijging
2. daling

4b Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
in de winter hoger / lager debiet in de rivieren

1. hoger
2. lager

4c Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn: meer / minder regen in Nederland

1. meer
2. minder

4d Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
vaker / minder vaak op natuurijs kunnen schaatsen

1. vaker
2. minder vaak

4e Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
meer / minder stortbuien in de zomer

1. meer
2. minder

4f Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
meer / minder verdamping van water in de zomer

1. meer
2. minder

4g Gevolgen van klimaatverandering in Nederland zijn:
in de zomer hoger / lager debiet in de rivieren

1. hoger
2. lager

5 a China is het land met de grootste CO2-uitstoot in de wereld. Bedenk een reden waarom de CO2-uitstoot in China zo groot is.

5b Gebruik de atlaskaart
De wereld - ontwikkelingskenmerken, Snelst groeiende markten in Azië
De uitstoot van CO2 in China zal in de toekomst waarschijnlijk groeien / gelijk blijven / dalen.

1. groeien
2. gelijk blijven
3. dalen

(VWO) 5c Leg uit waarom je denkt dat jouw antwoord op vraag 5b juist is.

(VWO) 6 a De zeespiegel stijgt als gevolg van de klimaatverandering. Waardoor komt dat? Schrijf twee redenen op.

(VWO) 6b. Bekijk figuur 2.
De zeespiegelstijging kan in de toekomst voor problemen zorgen in New York. Bedenk een gevolg van de zeespiegelstijging voor New York.

(VWO) 7a Zoek New York op de atlaskaart Noord-Amerika. Op de noordelijke helft van Noord-Amerika lagen tijdens de ijstijden grote gletsjers (ongeveer tot de grote meren in het noordoosten van de V.S.). Die gletsjers zijn nu weg, maar ze hebben nog steeds effect op de bodem in New York. Welk effect is dat?

(VWO) 7b Het effect van het verdwijnen van de gletsjers uit de ijstijden maakt het gevaar van zeespiegelstijging in New York
erger / minder erg.

1. erger
2. minder erg

(VWO) 7c Hoe zou New York zich tegen de zeespiegelstijging kunnen beschermen? Noteer 2 ideeën.

8 Bij de energietransitie liep Nederland achter bij andere Europese landen. Inmiddels is dat veranderd. Noteer één van de maatregelen die Nederland heeft genomen om de energietransitie te versnellen.

9 a Een van de manieren om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen, is het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Wat is de andere manier om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen?

9b Over welke hernieuwbare energiebron gaat deze foto?

9c Leg uit waarom dit een hernieuwbare energiebron is.
d Waarom protesteert Greenpeace dan toch tegen deze vorm van hernieuwbare energie?

10 Iemand doet twee uitspraken:
I Door een rivier meer ruimte te geven, neemt het debiet van de rivier af.
II Tijdens ijstijden lag de Nederlandse kust een stuk verder naar het oosten (landinwaarts).

1. Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
2. Beide uitspraken zijn juist.
3. Beide uitspraken zijn onjuist.
4. Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.

(VWO) 11 Stel, je moet in Nederland een zonnepark bouwen. Zoek met de atlas uit waar in Nederland je dat dan het beste kunt doen. Noteer de kaart, de provincie, waar in de provincie (noord, oost, west, zuid) en waarom juist daar?

12 In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?

1. Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
2. Om dijken langs de rivieren te versterken.
3. Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
4. Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

13 Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden in figuur 4 toegepast?

1. dijk verleggen
2. kribben verlagen
3. nevengeul graven
4. obstakels verwijderen

14 Klik de letters aan van de zinnen die goed zijn.

1. Het gevaar voor verzilting in Nederland is vooral groot als in de zomer weinig water door de rivieren naar zee stroomt.
2. Een van de oorzaken van bodemdaling in Nederland is de winning van delfstoffen.
3. In Nederland wordt de meeste energie opgewekt door het verbranden van biomassa.
4. Hydro-elektriciteit speelt in Nederland geen rol.