Leesvaardigheid herhaling §4.3 en 5.3

Lezen 4.3 en 5.3
1E
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen 4.3 en 5.3
1E

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Opstart les 
Herhaling stof 
Test jezelf maken
Afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

Reminder
Donderdag 11 mei toets leesvaardigheid §4.3 en 5.3

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling §4.3
Tekstdoelen: informeren en amuseren 
Instructie herkennen
Tekstverband: tijdsvolgorde
Verwijswoorden herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Een nieuwsbericht hoort bij het tekstdoel amuseren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Bij amuseren wilt de schrijver informatie geven aan de lezer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Noem een voorbeeld bij het tekstdoel informeren.

Slide 7 - Open vraag

Noem een voorbeeld waar je een instructie kan vinden of voor nodig hebt.

Slide 8 - Open vraag

Welk signaalwoord hoort bij tijdsvolgorde?
A
Maar
B
Ook
C
Toen
D
Echter

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 10 - Open vraag

Het meisje speelt in de tuin. Zij is aan het genieten van het weer.
Noem het verwijswoord.

Slide 11 - Open vraag

Herhaling §5.3 
Tekstdoelen: overtuigen en activeren 
Betogende tekst herkennen
Tekstverband: concluderend 

Slide 12 - Tekstslide

Bij activeren wilt de schrijver dat je het eens bent met hem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een filmbespreking hoort bij het tekstdoel amuseren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Noem een voorbeeld bij het tekstdoel overtuigen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is een betogende tekst?
A
De schrijver geeft alleen maar feiten
B
De schrijver geeft zijn mening

Slide 16 - Quizvraag

Een betoog heeft vaak een driedeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij concluderend tekstverband?
A
Terwijl
B
Dus
C
Ten tweede
D
Vervolgens

Slide 18 - Quizvraag

Test jezelf §4.3 en 5.3
Maken
- Test jezelf §4.3 
- Test jezelf 5.3 

Klaar?
- Verder oefenen voor de toets donderdag.
- Lezen 


Slide 19 - Tekstslide