D3: KIK H2 les 1, vast voorzetsel

Welkom D3!
Dinsdag 25 januari 2022
Mevrouw Hilde
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom D3!
Dinsdag 25 januari 2022
Mevrouw Hilde

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Woorden KIK
  • KIK H2 attracties in de buurt
  • Werkwoorden met vaste voorzetsels
  • Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Woordenlijst uitdelen & doornemen


Welke woorden ken(de) je niet?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Praat met je klasgenoot
Gebruik minimaal 3 van woorden van de lijst.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf een kort stukje
  • Wat is de leukste toeristische attractie waar je ooit bent geweest? Beschrijf de attractie.
  • Welke attractie vond je niet leuk? Leg uit.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is ook alweer een voorzetsel?
  • Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord.

  • Voorzetsels zijn onder andere: voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens…

  • Vaak kun je een voorzetsel herkennen door er …de kast of …het feest achter te zetten.


Slide 8 - Tekstslide


voor de kast, op de kast, achter de kast…
tijdens het feest, tot het feest, zonder het feest…

Slide 9 - Tekstslide

De hond is bang voor het water.
Ze wachten al een uur op de tram.

Slide 10 - Tekstslide

Na sommige woorden en werkwoorden gebruik je vaak een vast voorzetsel. Welk voorzetsel hoort bij welk woord? Er zijn geen regels voor. Je moet ze uit je hoofd leren.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg
Veel woordcombinaties, uitdrukkingen en gezegdes hebben een vast voorzetsel. Zoals die in de vragen hiervoor. Een ander voorzetsel is fout, dat is dan een contaminatie. Helaas zijn er geen regels of trucjes voor, je zult de combinaties uit je hoofd moeten leren.

Slide 12 - Tekstslide

Vaste voorzetsels
Hierna komt een plaatje met veelvoorkomende vaste voorzetsels. Klik op het plaatje om hem groter te maken. Daarna volgen websites met oefeningen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

bestaan ................
A
met
B
uit
C
op
D
tegen

Slide 15 - Quizvraag

Aandringen ....................
A
op
B
in
C
tegen
D
met

Slide 16 - Quizvraag

Commentaar geven ....................
A
met
B
van
C
op
D
in

Slide 17 - Quizvraag

versteld staan .......................
A
om
B
aan
C
met
D
van

Slide 18 - Quizvraag

ongerust zijn .........................
A
over
B
naar
C
tegen
D
van

Slide 19 - Quizvraag

bekend zijn ....................
A
uit
B
over
C
van
D
met

Slide 20 - Quizvraag

afstand doen ..................
A
in
B
tegen
C
van
D
naar

Slide 21 - Quizvraag

veroordelen ..................
A
van
B
in
C
tot
D
aan

Slide 22 - Quizvraag

verlangen ..................
A
in
B
aan
C
op
D
naar

Slide 23 - Quizvraag

huilen ...........................
A
tegen
B
aan
C
om
D
in

Slide 24 - Quizvraag

treuren .......................
A
tegen
B
uit
C
om
D
met

Slide 25 - Quizvraag

gebruikmaken .................
A
van
B
met
C
voor
D
aan

Slide 26 - Quizvraag

trouw zijn .....................
A
voor
B
in
C
met
D
aan

Slide 27 - Quizvraag

opzien .................
A
naar
B
tegen
C
met
D
voor

Slide 28 - Quizvraag

Deelnemen ..............
A
met
B
aan
C
voor
D
in

Slide 29 - Quizvraag

Bezig zijn ............................
A
aan
B
op
C
voor
D
met

Slide 30 - Quizvraag

Wat verlang ik ______ een weekje zon!
A
aan
B
met
C
naar

Slide 31 - Quizvraag

Hij is geopereerd ______ zijn maag.
A
aan
B
met
C
naar

Slide 32 - Quizvraag

Ik informeer __________ de vertrektijden.
A
aan
B
met
C
naar

Slide 33 - Quizvraag

respect hebben ....
A
over
B
voor
C
op
D
aan

Slide 34 - Quizvraag

solliciteren ....
A
naar
B
op
C
voor
D
van

Slide 35 - Quizvraag

Bidden ..................

Slide 36 - Open vraag

Gelukkig zijn ......................

Slide 37 - Open vraag

Boos zijn .........................

Slide 38 - Open vraag

bestand zijn ....................

Slide 39 - Open vraag

geïnteresseerd zijn ...................

Slide 40 - Open vraag

trouw zijn

Slide 41 - Open vraag

Zin hebben .........................

Slide 42 - Open vraag

Waarschuwen .........................

Slide 43 - Open vraag

Maak voor elkaar een invuloefening

Maak een in groepjes van 3 een aantal zinnen en laat daarin het voorzetsel weg. Vervolgens geeft ieder groepje de opgave van een ander groepje, en moeten ze de voorzetsels invullen. Tot slot kijkt ieder groepje de door hen ontworpen opdracht na.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk
https://ikschrijfbeter.nl/wp-content/uploads/2014/10/vastevoorzetsels.htm

https://portal.coutinho.nl/fileadmin/documenten/eindstreep/H11_oef2.htm

https://www.jufmelis.nl/woordenschat/vaste-voorzetsels-invullen/vaste-voorzetsels-invullen-1

Maak een screenshot en stuur het naar mij via Teams. Score minimaal 70%

Slide 47 - Tekstslide