Burgerlijke cultuur Muziek en 3 examenvragen

Muziek in de Calvinistische kerk
het volk wordt actief betrokken bij de dienst, dus:
  • geen koor, de aanwezigen zingen psalmen
  • geen orgel, want leidt af van gezang (gelukkig stadsbezit dus niet massaal gesloopt
  • Eenstemmig -> monodie (vertellende wijze) 
  • De protestantse kerk verzet zich tegen de onverstaanbaarheid van de polyfonie (meerstemmig). 
  • Tekst in volkstaal (invloed madrigaal (polyfoon, wereldlijk, vaak in eigen taal)

De kerken zien er sober uit en de muziek klinkt sober
In de renaissance van Italië zien we aan het eind dat muziek ondergeschikt moet zijn aan tekst. De inhoud staat voorop en niet de vorm. Het tot dan toe populaire middeleeuwse polyfone is niet geschikt hiervoor maar de oudere vormdoor troubadours aan het hof was dat wel. Een gezongen melodie begeleidt door één instrument. > seconda prattica
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Muziek in de Calvinistische kerk
het volk wordt actief betrokken bij de dienst, dus:
  • geen koor, de aanwezigen zingen psalmen
  • geen orgel, want leidt af van gezang (gelukkig stadsbezit dus niet massaal gesloopt
  • Eenstemmig -> monodie (vertellende wijze) 
  • De protestantse kerk verzet zich tegen de onverstaanbaarheid van de polyfonie (meerstemmig). 
  • Tekst in volkstaal (invloed madrigaal (polyfoon, wereldlijk, vaak in eigen taal)

De kerken zien er sober uit en de muziek klinkt sober
In de renaissance van Italië zien we aan het eind dat muziek ondergeschikt moet zijn aan tekst. De inhoud staat voorop en niet de vorm. Het tot dan toe populaire middeleeuwse polyfone is niet geschikt hiervoor maar de oudere vormdoor troubadours aan het hof was dat wel. Een gezongen melodie begeleidt door één instrument. > seconda prattica

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zag de muziek van deze periode eruit?

Slide 4 - Tekstslide

Prima Prattica (stile antica):
  • polyfonie/meerstemmig
  • Gaat om de vorm (inhoud staat onder de vorm)
  • a capella
  • Individuele emotie uitdrukken is niet mogelijk
  • teksten moeilijk te verstaan (door de meerstemmigheid)

Secunda Prattica:
  • Monodie/eenstemmig
  • Gaat om de inhoud (tekst is belangrijker dan de vorm)
  • Zang met akkoordbegeleiding 
  • geschikt om gevoel uit te drukken in muziek
  • Toepassen van dissonanten
voorafgaand
Sinds de middeleeuwen is zang de belangrijkste muziekvorm. De menselijke stem wordt gezien als een creatie van god. Er wordt ingewikkelde polyfone muziek geschreven waarbij vorm belangrijker is dan inhoud. Aan het einde van de renaissance gaat de inhoud centraal staan en moet de tekst verstaanbaar worden. Muziek wordt ondersteunend. Er komen meer expressiemogelijkheden doordat de ideeën rond dissonant en consonant worden losgelaten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Affectenleer
Musici hadden met de seconda pratica een behoorlijke mate van vrijheid in het kiezen van de consonanten en dissonanten die naar hun gevoel de emotie uit de tekst het best vertolkten. Er was een vrije expressieve en emotionele stijl. Al die vrije expressie door de mogelijkheid van improvisatie wordt aan banden gelegd door de affectenleer.

De affectenleer is een muzikaal systeem vanuit de gedachte dat zintuiglijkheden (zoals het gehoor -> Muziek) invloed hebben op de geestestoestand van de mens. De affecten zijn vastgelegd in de retorica van de klassieke oudheid. Deze hernieuwde belangstelling in de Renaissance is dus heel logisch. 

Door dit 'vaste systeem' worden muziekpartijen vastgelegd.
Voorbeeld: Als de dood zijn intreden doet daalt de toonsoort en met de gang naar de hemel, gaat de muzikale compositie ook weer omhoog.

De affectenleer zelf blijft niet lang populair, maar de vastlegging van muziek blijft.

Slide 7 - Tekstslide

KUNSTANALYSE, kennen en kunnen

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1: muziek in de calvinistische kerk
Muziek maakt vanaf het prille begin van de kerk deel uit van de katholieke eredienst. Met de reformatie kwam daar in Nederland verandering in. De calvinisten hadden bezwaren tegen de vorm die door de kerk van Rome gebruikt werd.
Leg uit waartegen de calvinisten precies bezwaar maakten en wat als gevolg werd veranderd. Noem twee zaken.

Slide 9 - Tekstslide

ANTWOORD
-Bezwaar: Het gebruik van instrumenten (zoals het orgel) wordt gezien als ongepast en werelds, dat leidt af van de essentie. -> Het orgel wordt (in eerste instantie) uit de eredienst geweerd. Alleen de menselijke stem is acceptabel.
  
- Bezwaar: Polyfonie wordt in de ban gedaan omdat de gezongen teksten er onverstaanbaar door worden. -> Kerkelijke gezangen worden eenstemmig en verstaanbaar gezongen. Polyfonie is niet toegestaan.
  
- Bezwaar: Kerkelijke gezangen moeten door de gelovigen zelf (verstaanbaar) worden gezongen. Dus geen latijnse teksten -> De kerkgangers zingen de kerkelijke gezangen in hun moedertaal. Daarmee wordt het kerkkoor in de ban gedaan.

Slide 10 - Tekstslide

Examenvraag 2: muziekleven
Taferelen van musicerende mensen waren populaire onderwerpen in de cultuur van de zeventiende eeuw. De burgers konden er hun eigen muziekpraktijk in herkennen zoals het spelen en zingen in huiselijke kring en in de kroeg.


(2p) Bespreek nog twee aspecten van het muziekleven van de zeventiende eeuwse burgerij.

Slide 11 - Tekstslide

ANTWOORD

- Veel burgers leerden een instrument bespelen als onderdeel van hun opvoeding 

 - Gegoede burgers maakten vaak muziek in een collegium musicum (onder leiding van beroepsmusici)

Slide 12 - Tekstslide

Examenvraag 3: psalm
Ook in de kerk werd gemusiceerd. In geluidsfragment 2 hoor je het begin van psalm 136 van Jan Pieterszoon Sweelinck.
Deze psalm wordt uitgevoerd door geschoolde zangers.
(2p) Bespreek twee aspecten waaruit je kunt afleiden dat de zangers geschoold moeten zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Antwoord
maximumscore 2
twee van de volgende:
− Het is een complexe vorm van meerstemmigheid (polyfoon) / de
verschillende zangers zetten steeds na elkaar in (en moeten niet alleen
hun eigen partij maar ook die van de anderen beheersen).
− De zangers moeten het notenschrift kunnen lezen / goed van blad
kunnen zingen (en tegelijkertijd hun eigen partij en die van anderen
kunnen lezen).
− De muziek wordt zonder instrumenten uitgevoerd, dus de zangers zijn
voor ritme en harmonie (akkoorden) op elkaar aangewezen (zonder de
steun van instrumenten).
per juist antwoord 1

Slide 15 - Tekstslide