Islam - 5 zuilen

De vijf zuilen van de Islam
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

De vijf zuilen van de Islam

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. De 5 zuilen kunnen benoemen
  2. Uitleg erbij kunnen geven over de inhoud van de 5 leefregels

Slide 2 - Tekstslide

5 zuilen

Slide 3 - Tekstslide

1. Shahada
Er is geen god dan allah en Mohammed is zijn profeet.

Niet in Allah geloven, Allah afwijzen of mensen van " de weg van Allah" afhouden is de grootste misdaad die iemand kan begaan.  

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

5 zuilen

Slide 7 - Tekstslide

2. Salaat
Vooraf - Gewassen en schoenen uit
  • Verplicht vijf keer per dag.
  • Verschillende houdingen na elkaar
  • Teksten uit de koran (arabisch)
  • Op een gebedskleed
  • In de richting van Mekka 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

5 zuilen

Slide 10 - Tekstslide

3. zakaat
  • Reinigen van de ziel  en moslims in nood te helpen.
  •  Niet meer vrijwillig, minimaal 2.5% van het inkomen.
  • Doel:  niet gierig te zijn en het verschil tussen arm en rijk blijft relatief klein.

Slide 11 - Tekstslide

Het geld is voor
  • armen 
  • nieuwe bekeerlingen
  • slaven die geld nodig hebben om zichzelf vrij te kopen
  • moslims die schulden hebben
  • vrijwilligers en strijders voor het geloof

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Controle
  • Twee engelen
  • 1 voor goede daden
  • 1 voor slechte daden
  • Geen genade
  • Dag der opstanding



u1
voor goede daden


u1
voor slechte daden


uGeen
genade


uDag
der opstanding


u


Slide 15 - Tekstslide

5 zuilen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

De tasbih

  • Is een hulpmiddel bij uitspreken van de 99 namen van God.
  •  Wordt vaak gemaakt uit hout.
  •  Bestaat  uit 33 of 99 kralen.
  • Waarschijnlijk overgenomen van de boeddhisme mala .


Slide 19 - Tekstslide

4. Saum - plicht tot vasten
  • Ramadan is de belangrijkste vastenperiode 
  •  Valt in  de negende maand van de Islamitische kalender.  
  • Vanaf zonsopgang tot zonsondergang mag men niet eten, drinken, kwaadspreken, roken en geslachtsgemeenschap hebben. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Suikerfeest
  • Het kleine feest.
  • Het einde van de vastenperiode.
  • Men brengt een bezoek aan de moskee.
  • Dag staat in teken van familiebezoek.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

5. Hadj
  •  Verplichting voor iedere gezonde volwassen moslim 
  • Hadji, moslim die een hadj gedaan heeft.
  • Naast de Hadj bestaat er ook nog de Umrah (de kleine bedevaart) . 

Slide 25 - Tekstslide

Mekka

 Moslims lopen zeven rondjes om de Ka'aba.

In de Ka'aba ligt een heilige steen die volgens de koran is neergelegd door Mohammed.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Offerfeest
  • Het grote feest.
  • Eén van de laatste rituelen van de hadj.
  • Het vlees van de geofferde kamelen, runderen, schapen en geiten wordt grotendeels uitgedeeld aan behoeftigen. Tegenwoordig wordt het vlees ook ingevroren en geëxporteerd naar gebieden waar hongersnood heerst.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

wat is een ander woord voor geloofsbelijdenis?
A
salat
B
shahada
C
ramadan
D
zakaat

Slide 30 - Quizvraag

Welke regel hoort niet bij de 5 zuilen van de islam?
A
rituele gebeden
B
geven van aalmoezen
C
vasten
D
chanoeka vieren

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heet de plek waar moslims bidden?
A
kerk
B
moskee
C
synagoge
D
tempel

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens de geloofsbelijdenis?
A
De bekeerling spreekt de shahada uit
B
De moslim spreekt de azan uit
C
De paus zingt een volkslied
D
De atheist spreekt de Shahada uit

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer is de ramadan?
A
In de zomer
B
In de 9e maand van de islamitische kalender
C
In het voorjaar
D
23 mei tot 18 augustus

Slide 34 - Quizvraag

Waar bidden moslims op?
A
een kleed
B
de tafel
C
een stoel
D
de grond

Slide 35 - Quizvraag

De eerste kalief heet
A
Hassan
B
Hoessein
C
Mohammed
D
Aboe Bakhr

Slide 36 - Quizvraag