Motivatie les 3

Noem twee zaken die je hebt onthouden van de vorige les.
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Noem twee zaken die je hebt onthouden van de vorige les.

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is motivatie en wanneer ben jij gemotiveerd?

Slide 5 - Open vraag

Hoe zorg jij er voor dat je gemotiveerd blijft?

Slide 6 - Open vraag

Wat heeft motivatie te maken met het goed doen (kwaliteit) van je werk?

Slide 7 - Open vraag

Motivatie
Opdracht:
motivatie, zie teams studieplanner


De wet van Murphy
Alles wat fout kan gaan, zal fout gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Motivatie

Beweegredenen, drijfveer.
 prikkel die mensen ertoe beweegt iets te doen of na te streven.

Slide 9 - Tekstslide

Wil je mensen maximaal motiveren dan moet je de doelgroep het gevoel geven dat ze:

1. mee mogen/kunnen beslissen (autonomie),

2. de gegevens (al dan niet zelfstandig te verwerken)
 opdrachten aankunnen (competentie),

3. een aantal betrokken mensen in de buurt (steun).


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Motivatie vergroten

  • Hoe meer gevoel van eigen kracht en competentie, hoe sterker de motivatie.
  • Hoe hoger je komt in de grafiek hoe beter de intrinsieke motivatie ontwikkeld is
  • Een beroep doen op gevoel van trots
  • Vragen naar het doel dat de cliënt wel bereiken
  • Het  gesprek aangaan over wat de cliënt belangrijk vindt

Slide 12 - Tekstslide


Do - Dont’s bij motiveren

  • Nooit doen: zeer controlerende autoritaire manier
(bv: ‘omdat ik het zeg’)

  • Wel doen: autonomiegevoel-bevorderende manieren
(uitleg geven, bv: ‘wil je met minimaal een zes slagen dan moet je dit en dat toch echt wel beheersen!’)


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video