20.5 Groei en levenscyclus 6V 2122

Source en sink
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Source en sink

Slide 1 - Tekstslide

Transport van glucose

Glucose gaat van source, via bastvat, naar sink. Actief transport.
Water gaat mee!

Slide 2 - Tekstslide

Juist of onjuist?
1. Alleen bladeren kunnen een source vormen.
2. Bladeren zijn overdag een source, maar 's nachts niet.
3. Groeiende vruchten vormen een sink.
4. Wortels vormen in het vroege voorjaar een source en in de nazomer een sink.

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
20.5 Groei en levenscyclus

Slide 4 - Tekstslide

Doel 20.5
- Je kunt beschrijven welke factoren invloed hebben op de groei van planten.
- Je kunt de aanpassingen van planten aan droogte beschrijven en uitleggen (C3-, C4- of CAM-planten)



Slide 5 - Tekstslide

Benodigdheden voor fotosynthese

Zonlicht
Bladgroenkorrels
CO2
H2O
Mineralen
Temperatuur voldoende hoog en juiste pH (waarom?)

Slide 6 - Tekstslide

Beperkende factor

Slide 7 - Tekstslide

Zonlicht
Verschillende pigmenten absorberen verschillende kleuren - absorbtiespectrum.
De belangrijkste pigmenten
in planten zijn caroteen, 
chlorofyl A en chlorofyl B.



Slide 8 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
Veel chloroplasten

Weinig chloroplasten

Slide 9 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes

Slide 10 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes

Slide 11 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes
Veel fotosynthese ->
Veel glucose ->
Veel K+ naar binnen (actief transport) ->
Veel water volgt door osmose ->
Stevige cellen ->
Huidmondjes open

Slide 12 - Tekstslide

CO2 - huidmondjes
                                                 Hoge temperatuur ->
                                                 Veel verdamping ->
                                                 Weinig instroom van water ->
                                                 Slappe cellen ->
                                                 Huidmondjes dicht
                                                maar ook reactie op andere indicatoren                                                    (zoals CO2 gehalte)

Slide 13 - Tekstslide

Assimilatie/ dissimilatie

Slide 14 - Tekstslide

Productie
BPP: Bruto primaire productie:
De totale hoeveelheid geproduceerde glucose op 1 dag overdag
Dissimilatie: voor ATP verbruikte glucose
NPP: Netto primaire productie: 
De na dissimilatie overgebleven hoeveelheid glucose die grondstof is voor de voortgezette assimilatie dus groei.

Slide 15 - Tekstslide

Productie

Slide 16 - Tekstslide

Productie
Compensatiepunt: fotosynthese = dissimilatie

Slide 17 - Tekstslide

Vraag
Zal de hoeveelheid organische stof van de plant bij verlichtingssterkte P toenemen of gelijk blijven? En bij Q?

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding zie je links een geopend huidmondje en rechts een gesloten huidmondje.

Wat is waar over deze afbeelding?
A
Het huidmondje is geopend als er sprake is van turgor in de sluitcellen
B
Bij een tekort aan water zal het huidmondje open staan.
C
Osmose speelt geen rol bij het openen en sluiten van huidmondjes.
D
Bij geopende huidmondjes vindt er uitwisseling plaats van O2 en N2

Slide 19 - Quizvraag

Is een verlichtingssterkte van 10 mW/cm} een beperkende factor voor de fotosyntheseactiviteit in zonnebladeren? En in schaduwbladeren?
A
niet voor de fotosyntheseactiviteit in zonnebladeren en ook niet voor die in schaduwbladeren
B
alleen voor de fotosyntheseactiviteit in zonnebladeren
C
alleen voor de fotosyntheseactiviteit in schaduwbladeren

Slide 20 - Quizvraag

De hoeveelheid CO2 bij het compensatiepunt die een plant bij de dissimilatie vormt, is
A
groter dan hoeveel de plant gebruikt bij fotosynthese
B
gelijk aan hoeveel de plant gebruikt bij fotosynthese
C
kleiner dan hoeveel de plant gebruikt bij fotosynthese

Slide 21 - Quizvraag

Wat is vanaf verlichtingssterkte R de beperkende factor
A
CO2
B
Licht
C
CO2 of water
D
zuurstof

Slide 22 - Quizvraag

C3 planten (95% van alle planten)
Bij tekort aan CO2 gaat Rubisco met O2 
reageren (fotorespiratie). 
Er wordt geen glucose meer gevormd en dus 
geen ATP. NPP neemt enorm af.

Slide 23 - Tekstslide

C4 planten (maïs, woestijnplanten)
  • Voorkomen fotorespiratie door een enzym 
PEP carboxylase wat CO2 kan binden
  • PEP carboxylase werkt ook bij lage CO2 
concentraties
  • Hieruit ontstaat Oxaalzuur (C4 molecuul) wat in
speciale cellen rond de vaatbundels kan worden
omgezet in CO2

Slide 24 - Tekstslide

CAM planten (vetplanten, cactussen)
  • Openen hun huidmondjes alleen ‘s nachts, 
nemen dan CO2 op en binden dit mbv PEP-
carboxylase tot appelzuur (C4 molecuul) en slaan
dit op in hun vacuolen
  • Overdag kan uit appelzuur CO2 worden gehaald
voor de donkerreactie.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk
- Bestudeer 20.5 - deel p. 156/157 over C3 en C4 planten niet behandelt, dus die vooral.
- Eindexamensite.nl - maak de examentoets planten

Woensdag valt uit.
Donderdag: presentatie Bibi, Bernice en Elena over het afweersysteem (21.2)

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen 20.5
maximale fotosynthese, absorbtiespectrum, beperkende factor, BPP, NPP, productiviteit, compensatiepunt, pallisadeparenchym, sponsparenchym, cuticula, gebreksziekte, nerven, huidmondjes, sluitcellen, Rubisco, C3-planten, C4-planten, CAM-planten, fotorespiratie

Slide 28 - Tekstslide

Veel planten groeien niet in de woestijn, wat zou een beperkende factor kunnen zijn?
A
Zonlicht
B
Water
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide

Slide 29 - Quizvraag

Waar ligt het
compensatiepunt?
A
bij 0 lux
B
bij 1 lux
C
bij 2 lux
D
bij 5 lux

Slide 30 - Quizvraag

Wat is voortgezette assimilatie?
A
omzetten van glucose in nitraat
B
omzetten van glucose in een anorganische stof
C
omzetten van glucose in een andere energierijke organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 31 - Quizvraag

C4-planten.....
A
....gebruiken gebruiken PEP-carboxylase in plaats van Rubisco
B
zijn vooral een aanpassing aan een droog milieu
C
omzeilen fotorespiratie door lichtreactie en calvincyclus qua plaats te scheiden
D
A, B, en C zijn juist

Slide 32 - Quizvraag

Wordt bij CAM-planten het openen van de huidmondjes bevorderd door een lage of een hoge CO2-spanning in de bladeren?
A
Hoge CO2-spanning
B
Lage CO2-spanning

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een goede formule voor de relatie tussen BPP en NPP?


A
Dissimilatie= NPP + BPP
B
BPP = NPP – dissimilatie
C
BPP + dissimilatie = NPP
D
BPP = NPP + Dissimilatie

Slide 34 - Quizvraag


Stelling:
Planten met alleen chlorofyl a doen geen fotosynthese bij licht met een golflengte van 550 nm.

A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Goede uitleg filmpjes
Uitleg C3, C4, Cam planten (7 min)
Uitleg samenhang assimilatie/dissimilatie (10 min)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video