Trillingen - p3 Resonantie (H+V 2122)

WS: Trillingen - p3
p3: Resonantie
Leerdoelen:
-Je kent de term resonantie, en herkent situaties waarin deze plaatsvinden
-Je snapt het verband tussen eigenfrequentie en gedwongen frequentie
-Je weet wanneer resonantie nuttig of gevaarlijk kan zijn




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WS: Trillingen - p3
p3: Resonantie
Leerdoelen:
-Je kent de term resonantie, en herkent situaties waarin deze plaatsvinden
-Je snapt het verband tussen eigenfrequentie en gedwongen frequentie
-Je weet wanneer resonantie nuttig of gevaarlijk kan zijn




Slide 1 - Tekstslide

Bijbehorende oefenopgaven (Natuurkunde Uitgelegd).
Klik hieronder op HAVO of VWO voor het PDF bestand.
Achteraan het bestand staan getallenantwoorden.
In het bestand een link naar de uitwerkingen.
Je maakt deze opgaven in de les of als huiswerk (indien specifiek opgegeven).

HAVO: 11

VWO: 11



Slide 2 - Tekstslide

2

Slide 3 - Video

01:59
dat moet zijn "twee pi keer de wortel m gedeeld door C"

Slide 4 - Tekstslide

03:18
Aantekening:

Wat wel belangrijk is:

(Zie A en B in de figuur hiernaast)

Als de aandrijffrequentie (veel) kleiner is dan de eigenfrequentie van het voorwerp, dan volgt de amplitude van het voorwerp die van de  aandrijffrequentie / gedwongen trilling.

B Als de aandrijffrequentie (veel) groter wordt dan de eigenfrequentie, dan daalt de amplitude tot 0. Het voorwerp kan de hoge aandrijffrequentie niet 'bijhouden' en trilt dus bijna helemaal niet meer.
A
B
of gedwongen frequentie

Slide 5 - Tekstslide


Maak een samenvatting die in ieder geval de leerdoelen omvat. Lever een foto van je samenvatting in.
Wetenschapsschool §3 Resonantie

Slide 6 - Open vraag

Geef hieronder aan wat je nog niet (goed) snapt van de theorie.

Slide 7 - Open vraag

Een stoel in een vrachtwagen trilt mee met de vrachtwagen.
I. De vrachtwagen geeft de stoel dan een gedwongen trilling.
II. De amplitude van de stoel zal nooit groter zijn dan de amplitude van de vrachtwagen.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast een grafiek van de frequentie van de vrachtwagen en de verhouding tussen de amplitude van de vrachtwagen (Avw) en van de stoel (Astoel).
Je ziet dat bij hele lage frequenties deze verhouding ongeveer 1 is.
A
De amplitude van de stoel is dan kleiner dan die van de vrachtwagen.
B
De amplitude van de stoel is dan groter dan die van de vrachtwagen.
C
Beide amplitudes zijn dan even groot.
D
Je kunt niets zeggen over de amplitudes.

Slide 9 - Quizvraag

Bij een frequentie van 0,50 Hz neemt de amplitude van de stoel (relatief) enorm toe. Hoe heet dit verschijnsel?

Slide 10 - Open vraag

De eigenfrequentie van de stoel is blijkbaar 0,5 Hz.
Leg in eigen woorden uit waarom bij (een stuk) hogere frequenties, de stoel (relatief) een kleine uitwijking krijgt (Astoel / Avw < 1), oftewel de stoel niet resoneert.

Slide 11 - Open vraag

Als je nog iets niet begreep, geef dat dan zo duidelijk mogelijk aan.

Slide 12 - Open vraag

Bruggen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

Glas breken

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

Fouten en suggesties
Heb je een fout gevonden in deze Lessonup, het nakijkboekje of de website?
Of heb je een suggestie of tip voor het verbeteren?
Geef het door via het foutenformulier!

Bedankt voor je inzet!

Slide 20 - Tekstslide