6.6 Sociaal gedrag

Wat is de definitie van sociaal gedrag?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat is de definitie van sociaal gedrag?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Sociaal gedrag
  • = gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

  • Handelingen = signalen.

Slide 3 - Tekstslide

Vormen van sociaal gedrag
  • Voortplantingsgedrag (balts)
  • Territoriumgedrag
  • Conflictgedrag (3 vormen) 
  • Rangorde
  • Staten

Slide 4 - Tekstslide

* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
  • Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te
      brengen.

  • Conflictgedrag
  • --> Oversprong gedrag
  • --> Omgericht gedrag
  • --> Ambivalent gedrag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

* Rangorde en statenvormende insecten.
  • Conflicten voorkomen vb. bavianen
  • --> Dreig- en imponeergedrag
  • --> Verzoeningsgedrag

  • Staten --> taakverdeling

Slide 7 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 8 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 9 - Quizvraag

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 10 - Quizvraag

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag

Slide 12 - Quizvraag

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in de ze groep?

A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen paragraaf 6.6
Paragraaf 6.6: opdracht 51, 54, 55, 57

Slide 14 - Tekstslide