a4, KA Staatsvorming en Centralisatie

tijdvak 4 Steden en staten 
1000-1500

Het begin van staatsvorming en centralisatie 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

tijdvak 4 Steden en staten 
1000-1500

Het begin van staatsvorming en centralisatie 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk plaatsvond en welke rol steden hierbij speelden.

Je kunt beschrijven hoe door staatsvorming de macht van de adel en het belang van het feodale stelsel afnam.

Je kunt uitleggen waarom de koning streefde naar centralisatie en waarom de edelen en de steden dat probeerden tegen te gaan.

Slide 2 - Tekstslide

Begin tijdvak 4 nog geen staten zoals wij die nu kennen, want:
  • Vorst afhankelijk van feodale stelsel
  • Wetten verschillen per stad/gewest
  • Vorst heeft zijn leger niet altijd paraat
  • Belastingverhoging? Dan moet de vorst eerst onderhandelen met alle steden en gewesten

Slide 3 - Tekstslide

staatsvorming 
streven van vorsten naar een aaneengesloten grondgebied met een goed functionerend bestuur

Slide 4 - Tekstslide

centralisatie  
Streven van vorsten om hun grondgebied vanuit een hoofdstad te regeren.
Noodzakelijk: vorst met militaire macht en geld
maar particularisme! (steden en adel stellen eigenbelang boven landsbelang)

Slide 5 - Tekstslide

centralisatie bevorderen
  • ambtenaren
  • leger
  • één hoofdstad
  • parlementen, zodat de vorst kan overleggen met de vertegenwoordigers van de standen
  • wetten voor het gehele rijk en centrale belastingen

Slide 6 - Tekstslide

Feodaal Engeland 
Willem de Veroveraar voert feodale stelsel in Engeland in
Maatregelen om machtig te blijven:
- Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes
- Willem hield de beste gebieden voor zichzelf
- Alle bezittingen van de adel werden opgeschreven in het Domesday Book (1086)
Gevolg: duidelijk wie de macht heeft 

Slide 7 - Tekstslide

Domesday Book

Slide 8 - Tekstslide

Feodaal Engeland 
Na Willem de Veroveraar verzwakte de positie van de Engelse koningen.
De positie van de Franse koning werd juist sterker; hij verovert de Engelse leengebieden in Normandië.
De Engelse koning Richard Leeuwenhart strijd tegen de Franse koning, maar komt in de strijd. 

Slide 9 - Tekstslide

Centralisatie
Engelse koningen centraliseren hun land: bestuur vanuit één plek
Voorbeeld: centrale rekenkamer
Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht
Voorbeeld: Koning Jan Zonder Land
Ruzie met kerk: excommunicatie
Ruzie met adel: Magna Carta (1215)

Slide 10 - Tekstslide

Magna Carta

Slide 11 - Tekstslide

Magna Carta (1215)
Koning heeft toestemming adel nodig om belastingen te kunnen opleggen en rechten van steden te kunnen afschaffen
Gevolg: macht van de koning wordt beperkt

Slide 12 - Tekstslide

De 100-jarige oorlog
  • 1337 - 1453  100-jarige oorlog
  • De Engelse koning Edward III had het Franse Aquitanië in leen,  maar de Franse koning veroverde het gebied terug
  • Engelse koning was ook bang voor het verliezen van de handel met Aquitanië en Vlaanderen
  • Engelse koning vond dat hij recht had op de Franse troon 
    1337: Begin van de 100-jarige oorlog
  • Engelsen aan de winnende hand door:
    -> Boogschutters: pijlen konden langere afstanden afleggen
    -> Uitputting van Franse legers
    -> Bondgenootschappen met machtige hertogen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
  • Als 16 jarige geven stemmen (in haar hoofd) haar religieuze opdrachten.
  • Opdracht om naar de Franse koning te gaan en Frankrijk te redden. Koning stemt toe.
  • Onder leiding van Jeanne d'Arc verovert het Franse leger Orléans, Fransen krijgen zelfvertrouwen.
  • Op 19-jarige leeftijd veroordeeld tot brandstapel door Engelsen. 

    1453 wonnen Fransen de laatste grote veldslag. Einde 100-jarige oorlog

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen 100-jarige oorlog: Engeland 


  • Engelse koning raakt zijn gebied in Frankrijk kwijt ("verliezer")
  • Gevoelens van eenheid (nationalisme)
  • Adel krijgt meer invloed 
  • Het Engelse parlement werd steeds belangrijker
Gevolgen 100-jarige oorlog: Frankrijk


  • Franse koning vergrootte zijn grondgebied en zijn macht ("winnaar")
  • Gevolens van eenheid (nationalisme)
  • Koning start met centralisatie in Frankrijk
    ->
    permanent leger
    -> permanente belastingen

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 
Je kunt uitleggen hoe de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk plaatsvond en welke rol steden hierbij speelden.

Je kunt beschrijven hoe door staatsvorming de macht van de adel en het belang van het feodale stelsel afnam.

Je kunt uitleggen waarom de koning streefde naar centralisatie en waarom de edelen en de steden dat probeerden tegen te gaan.

Slide 17 - Tekstslide