Frans 1TC 5e en 6e les 1 en 7 april

Voor vandaag moest je leren:
Les devoirs pour le 1 avril
leren E F/N + les nombres blz. 67 mk. 13, 14, 23c
Kijk zelf na: volgende slides
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voor vandaag moest je leren:
Les devoirs pour le 1 avril
leren E F/N + les nombres blz. 67 mk. 13, 14, 23c
Kijk zelf na: volgende slides

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

TeksOpdracht 13b  
De volgende woorden zijn onderstreept :
 1 grand          5 bruns 
2 grise            6 noir
3 nouveau     7 bleues
4 noires        8 brunes

Opdracht 13c  
1 bleue        5 petite
2 brunes     6 nouveau 
3 noir           7 blonde 
4 vert          8 grands

Slide 3 - Tekstslide

TekOpdracht 14a  
1 grande                5 triste
2 française            6 petite
3 intelligente        7 blonde 
4 sympathique    8 élégante


Opdracht 14b  
1 bruns         4 blanc          7 gris
2 bleue        5 bleu             8 rouge / rouge et blanc
3 verte         6 noires         9 brunes

Opdracht 14c
1 Les boutiques sont petites.        5 Les cabriolets sont grands.
2 Les chaussures sont vertes.      6 Les voitures sont bleues.
3 Les casques sont noirs.             7 Les parcs d’attractions sont ouverts.
4 Les ballons sont gris.                 8 Les footballeurs sont français.

Opdracht 14d
1 belle
2 petit
3 hollandaise / néerlandaise
4 nouvelle
5 noirs
6 gris


st

Slide 4 - Tekstslide

TekstOpdracht 14d
1 belle
2 petit
3 hollandaise / néerlandaise
4 nouvelle
5 noirs
6 gris

Opdracht 23c
1   81             5   77
2  63            6    330
3  91             7    96
4  210          8   900

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben we tot nu toe geleerd?
Woordjes A, B, E
bijvoeglijk naamwoord
getallen
Even oefenen

Slide 6 - Tekstslide

La robe est ...
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues

Slide 7 - Quizvraag

Le jean est ......
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 8 - Quizvraag

Les soeurs sont ......
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 9 - Quizvraag

le pantalon est .........
A
gris
B
grise
C
gris
D
grises

Slide 10 - Quizvraag

Les pantalons sont
A
gris
B
grise
C
griss
D
grises

Slide 11 - Quizvraag

Les garçons sont.....
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 12 - Quizvraag

Snapte je het nog niet helemaal?
Ga dan naar page 64 Livre de Textes en bekijk de grammatica nog een keer.

Slide 13 - Tekstslide

69 ??
A
cinquante-neuf
B
soixante- dix-huit
C
soixante-neuf
D
cinquante-huit

Slide 14 - Quizvraag

14

Slide 15 - Open vraag

44

Slide 16 - Open vraag

cent trente-huit
A
38
B
149
C
158
D
138

Slide 17 - Quizvraag

Gelukt?
Als je het nog niet helemaal weet: p. 67 Livre de Textes

Slide 18 - Tekstslide

p. 70 Livre de textes
Uitleg werkwoord aller
Je moet dit werkwoord uit je hoofd leren
het betekent gaan en je kunt het ook voor de toekomst gebruiken. Zie volgende slide

Slide 19 - Tekstslide

ik ga           je vais
jij gaat       tu vas   (Let op    steeds een letter minder)
hij gaat      il va

wij gaan     nous allons   
jullie gaan  vouz allez
zij gaan       ils vont (lijkt weer op je    tu   il)

Ik ga televisie kijken.  Je vais regarder la télé.
Dus ook iets in de toekomst kun je nu vertellen!

Slide 20 - Tekstslide

DUS: Bron H:  de futur proche - toekomende tijd 
De futur proche gebruik je om te vertellen wat je in de toekomst gaat doen (toekomst van VANDAAG). 

Hoe maak ik de futur proche?
Vorm van het werkwoord aller + heel werkwoord 

BV: Ik ga vanmiddag zwemmen
Cet après-midi, je vais nager

Slide 21 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu .(gaat) faire?
A
vais
B
vas
C
va
D
alles

Slide 22 - Quizvraag

Je ( ....) faire les magasins.
A
vais
B
vas
C
alle
D
va

Slide 23 - Quizvraag

Marie gaat
A
Marie vas
B
Marie va

Slide 24 - Quizvraag

Jullie gaan
A
Nous allons
B
Vous allez

Slide 25 - Quizvraag

Zet de zin in een toekomende tijd:
Les élèves (faire) les devoirs

Slide 26 - Open vraag

Zet de zin in een toekomende tijd
Tu (acheter) un nouveau jean?

Slide 27 - Open vraag

Les devoirs
  1.    7 avril 1AHA leren F F/N + blz. 70 mk.  16d, 19, 31c en d
8 avril leren F N/F + herhalen blz. 64, 65 TB mk 32, 22, 25,  
Als je online maakt (bij opdrachten kan ik het zien en weet je of je het goed hebt gedaan)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

au travail!

Slide 30 - Tekstslide