3hv-3.5.1

3.5 Het immuunsysteem
Op tafel:
Laptop 
Webquest hart en bloedvaten

Telefoon in (telefoon)tas
Vraag van vandaag:
Hoe werkt het corona vaccin?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.5 Het immuunsysteem
Op tafel:
Laptop 
Webquest hart en bloedvaten

Telefoon in (telefoon)tas
Vraag van vandaag:
Hoe werkt het corona vaccin?

Slide 1 - Tekstslide

pfizer + moderna = mRNA vaccin 
janssen + AstraZeneca = normaal vaccin

Planning
  • Herhaling: webquest
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
2a Welke functie heeft de aorta? 
b Welke functie heeft de linkerboezem? 
c Welke functie heeft de bovenste holle ader? 
d Welke functie heeft de rechterkamer? 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
3 Kijk goed naar de animatie. Wanneer zijn de halvemaanvormige kleppen geopend? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
5 Hoe heten de bloedvaten in de longen waarbij zuurstof wordt opgenomen in het bloed? 
6 Door welk bloedbestanddeel wordt zuurstof in het bloed vervoerd? 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
7 Geef aan (namen noemen) door welke bloedvaten de zuurstof passeert alvorens deze bij de spieren in je been aankomt. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
8 In de dunne darmen wordt glucose opgenomen in het bloed. In welke bloedvaten gebeurt dit? 
9 Door welk bloedbestanddeel wordt glucose vervoerd? 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Webquest
10 Je hersenen hebben voortdurend zuurstof en glucose nodig voor de verbranding. Geef aan (namen noemen) door welke bloedvaten deze glucose komt voordat het de hersenen bereikt. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
  • Uit welke bestandsdelen bestaat het bloed?
  • Welk bestandsdeel beschermt jou tegen ziekteverwekkers?
  • Wat zijn ziekteverwekkers?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
  • Je kunt beschrijven op welke manier immuniteit kan ontstaan.
  • Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamsvreemd
  • Stoffen die niet in het lichaam thuishoren
  • Lichaam heeft barrières om ziekteverwekkers (bacteriën en virussen) buiten het lichaam te houden
  • 1. Huid
  • 2. Slijmvliezen ( neus en keel, met trilhaartjes)
  • 3. Maagzuur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infectie
  • Ziekteverwekker toch door de huid heen? --> infectie
  • Afweersysteem/ immuunsysteem wordt actief.
  • Witte bloedcellen moet ziekteverwekkers opsporen en dood maken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke immuniteit
Je bent eerder geïnfecteerd door een ziekteverwekker en  je witte bloedcellen hebben daardoor onthouden welke antistof ze moeten maken om deze indringer te verslaan. 

Bij een nieuwe infectie wordt je niet meer ziek omdat er direct antistoffen gemaakt kunnen worden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstmatige immuniteit
- Met een vaccin worden onschadelijk gemaakte antigenen in het bloed ingebracht
- Het lichaam gaat antistoffen maken.
- Als je in aanraking komt met de echte ziekteverwekkers kunnen de witte bloedcellen gelijk nieuwe antistoffen maken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaccineren
Rijksvaccinatieprogramma: Om kinderen te vaccineren tegen ziektes waar je vroeger dood aan kon gaan.
Vaccinatiegraad: Mazelen 95% =  95% moet gevaccineerd zijn om te zorgen dat de ziekte zich niet kan verspreiden onder de mensen.

Corona: 77% volledig gevaccineerd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Allergische reactie
  • Allergie= overgevoelig voor een bepaalde stof

  • Afweersysteem/ Immuunsysteem reageert erop: Rode plekken, uitslag, jeuk, branderig gevoel en ontstekingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anafylactische reactie
  •  Heftige allergische reactie. Opzwellen van slijmvliezen en lippen, benauwd.
  • Bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt.
  • Heel gevaarlijk en evt dodelijk. Daarom hebben deze mensen vaak een EpiPen bij zich.
  • Injectienaald met adrenaline. Om de bloeddruk weer te laten stijgen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken havo
Wat: Maak opdrachten in online boek:
                   3.5: 1, 3, 4, 7
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst
Tijd: 5 min in stilte, daarna  mag je zachtjes overleggen
Klaar: klaaropdracht: maken opdr. 5 in werkboek

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken vwo
Wat: Maak opdrachten in online boek:
                    3.5: 1, 3, 4, 7
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst
Tijd: 5 min in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen
Klaar: maken opdr. 5 in werkboek

timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
Weektaak:
havo/top: online paragraaf 3.5 - opdr. 1, 3, 4, 7
vwo: online paragraaf 3.5 - opdr. 1, 3, 4, 7

Volgende les:
3.3 Het hart




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies