ALA4C GZHK week 2

Ernstig meervoudige handicap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1.5 min

Onderdelen in deze les

Ernstig meervoudige handicap

Slide 1 - Tekstslide

Eigen ervaringen EMB?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Doelgroep GHZ
  • lichamelijke beperking
  • verstandelijke beperking (in verschillende mate)
  • meervoudig gehandicapt

Slide 4 - Tekstslide

Zoek op welke mate van verstandelijke beperking er zijn?
  1. Mild intellectuele beperking: IQ-score tussen 50-70, met enige vertraging in het behalen van mijlpalen op gebied van spraak, motoriek en sociale vaardigheden. Deze mensen kunnen vaak zelfstandig functioneren in de maatschappij, maar hebben soms wat extra ondersteuning nodig.
  2. Matige intellectuele beperking: IQ-score tussen 35-49, met meer ernstige vertraging in het behalen van mijlpalen op gebied van spraak, motoriek en sociale vaardigheden. Deze mensen hebben vaak hulp nodig bij dagelijkse activiteiten en kunnen soms niet zonder intensieve ondersteuning zelfstandig wonen.
  3. Ernstige intellectuele beperking: IQ-score tussen 20-34, met zeer ernstige vertraging in het behalen van mijlpalen op gebied van spraak, motoriek en sociale vaardigheden. Deze mensen hebben intensieve en continue ondersteuning nodig bij dagelijkse activiteiten en wonen vaak in een zorginstelling.
  4. Diepe intellectuele beperking: IQ-score lager dan 20, met extreme vertraging in het behalen van mijlpalen op gebied van spraak, motoriek en sociale vaardigheden. Deze mensen zijn volledig afhankelijk van ondersteuning bij alle dagelijkse activiteiten en wonen vaak in een gespecialiseerde zorginstelling.



Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken verstandelijk handicap
  • Genetische oorzaken: Sommige verstandelijke handicaps worden veroorzaakt door genetische afwijkingen, zoals het Down-syndroom, het Fragiele X-syndroom en het Prader-Willi-syndroom.

  • Prenatale oorzaken: Verstandelijke handicaps kunnen ook ontstaan tijdens de zwangerschap als gevolg van factoren zoals blootstelling aan alcohol of drugs, infecties of ondervoeding.

  • Perinatale oorzaken: Tijdens de geboorte kan zuurstofgebrek of trauma tot een verstandelijke handicap leiden.

  • Postnatale oorzaken: Ook na de geboorte kunnen factoren zoals hoofdtrauma, infecties, vergiftiging, en ernstige ondervoeding tot een verstandelijke handicap leiden.

  • Onbekende oorzaken: In sommige gevallen is de oorzaak van de verstandelijke handicap onbekend.




Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken lichamelijke handicap
  • Aangeboren afwijkingen: Dit zijn afwijkingen die al bij de geboorte aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld spina bifida (open ruggetje), cerebrale parese (hersenbeschadiging) of aanlegstoornis armen/benen/handen/voeten.

  • Ziekten en infecties: Sommige ziekten en infecties kunnen leiden tot een lichamelijke handicap, zoals bijvoorbeeld polio, meningitis, reumatoïde artritis, of multiple sclerose.

  • Trauma: Een ongeval of letsel kan leiden tot een lichamelijke handicap, bijvoorbeeld door een verkeersongeval, een sportblessure, een val of een botbreuk.

  • Veroudering: Sommige mensen ontwikkelen op latere leeftijd een lichamelijke handicap door ouderdomsverschijnselen, zoals bijvoorbeeld artrose, osteoporose, of een beroerte.

  • Genetische afwijkingen: Sommige erfelijke aandoeningen kunnen leiden tot een lichamelijke handicap, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Huntington, spierdystrofie.




Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken EMB
  • aangeboren hersenletsel
  • een chromosomale afwijking
  • een ernstige infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals    hepatitis C (voorbeeld jkz)
  • een ernstige infectieziekte bij het kind, zoals een hersenvliesontsteking(voorbeeld jkz)
  • zuurstofgebrek bij de geboorte (voorbeeld jkz)
  • een zwaar trauma, zoals een ongeluk (voorbeeld jkz)

Slide 8 - Tekstslide

Zorg voor cliënten met verstandelijke/lichamelijke handicap
  • Thuis; pgb
  • Begeleid (zelfstandig) wonen
  • Trainingshuizen
  • Wooninitiatieven
  • zorgboerderij
  • woonvoorzieningen grote groepen
  • grote instelling
  • Orthopedagogische kinderdagcentra (tot 18 jaar)
  • revalidatiecentra
  • verpleeghuizen (> 65 jaar)

Slide 9 - Tekstslide

Gezondheidsproblemen (opdracht maken)
Mensen met EMB zijn kwetsbaar en hebben een sterk verhoogd risico op gezondheidsproblemen. Zoals bijvoorbeeld: 
  • Epilepsie 
  • Obstipatie 
  • reflux
  • Slaapproblemen 
  • Kauw- en slikproblemen (gastles)
  • Verergerende afwijkingen in spieren of skelet 
  • Gedragsproblemen als zelfverwonding

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Cerebrale parese
  • oorzaak; hersenbeschadiging in de vroege ontwikkeling
       zwangerschap, geboorte, problemen eerste jaar
  • de cliënt kan zijn spieren niet goed controleren
  • te strak gespannen
  • te slap
  • werken niet goed samen

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Welke gevolgen heeft dat voor het dagelijks leven van een cliënt met cp ?

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen cp
  • Motoriek; 70-80 % is spastisch, 6 % dyskinetisch, 6 %   atactisch > bilaterale parese of unilaterale parese
  • Eten en drinken; Hypotonie (sluiten lippen lastig), spasmen      tijdens het eten, slikproblemen
  • Reflux; slechte sluiting kringspier tussen slokdarm en maag> zweren,pijn, aantasting gebit
  • Slaapproblemen; ontspannen moeilijk door spasticiteit, zelf moeilijk toedekken, uit bed vallen
  • Persoonlijke verzorging; bv tandenpoetsen, zindelijkheid
  • Communicatie; spraakproblemen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht gevolgen NAH
Maken in groepjes
klassikaal nabespreken

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen NAH
NAH kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals een beroerte, een hersentumor, een ongeluk, een infectie of een vergiftiging. Het letsel kan tijdelijk of permanent zijn en kan leiden tot diverse fysieke, cognitieve en emotionele beperkingen.

Enkele voorbeelden van beperkingen die kunnen voorkomen bij mensen met NAH zijn:

  • Problemen met het geheugen en het leren van nieuwe informatie.
  • Moeite met concentreren en het vasthouden van de aandacht.
  • Vertraagde informatieverwerking en reactiesnelheid.
  • Problemen met de communicatie, zoals spreken en begrijpen van taal.
  • Moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, zoals aankleden en eten.
  • Verminderde mobiliteit en balans, waardoor bijvoorbeeld lopen moeilijker wordt.
  • Veranderingen in emoties en gedrag, zoals stemmingswisselingen, impulsiviteit en agressie.


Slide 17 - Tekstslide

Vragen ??
Volgende week lichamelijke problemen emb

Slide 18 - Tekstslide