Steriele producten & VTGM

Steriele producten & VTGM

H4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
apothekersassisitentMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Steriele producten & VTGM

H4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen van deze les:
- kun je verschillende toedieningsvormen van het oog                         benoemen
- weet je welke eisen er worden gesteld aan steriele vloeistoffen
- weet je wat VTGM is en kun je voorbeelden benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke steriel producten ken je?

Slide 3 - Open vraag

- Oogdruppels
- Oogwassing
- Oogzalf/ooggel
- Medicatie cassettes (bv morfine cassette)
- Infusen
- TPV (totale parenterale voeding)
Welke vormen van sterilisatie methoden zijn er?

Slide 4 - Open vraag

- Stoom sterilisatie
- Hete-lucht sterilisatie
- Gas sterilisatie
- Sterilisatie met gammastralen
- Sterilisatie d.m.v. membraam- of bacterie filter

Stoomsterilisatie en sterilisatie d.m.v. een membraanfilter zijn de belangrijkste om te onthouden. Deze worden vanaf hier uitgelegd.

Slide 5 - Video

Filmpje over autoclaaf, stoomsterilisatie


duurt +/- 5 minuten
Stoomsterilisatie
met een autoclaaf of hogedrukpan

Natte sterilisatie met verzadigde stoom onder afsluiting van lucht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterilisatie d.m.v. membraan- of bacteriefilter
Stofjes en verontreinigingen verwijderen uit de oplossing

membraanfilter: 
- is gemaakt van cellulose, nylon of teflon
- hebben verschillen poriegrootten (meestal 0,2 micrometer)
- mogen geen deeltjes afgeven of reageren met de oplossing

Slide 7 - Tekstslide

Omdat sommige stoffen ontleden bij verwarmen of verhitten (bij stoomsterilisatie) gebruik je een membraanfilter om te steriliseren

Een membraanfilter met een grootte van 0,2 micrometer wordt ook als bacteriefilter gebruikt, omdat de poriën zo klein zijn dat ze bacteriën kunnen tegenhouden
een bacterie heeft een grotere afmeting dan 0,2 micrometer.
waar controleer je een membraanfilter op na afloop van de bereiding?

Slide 8 - Open vraag

op:
- of het niet gescheurd is
- het geen pyrogenen (ziekteverwekker door bacteriën -> koorts) heeft doorgelaten
- het niet verstopt is

deze controle doe je met de borrelpunttest!!

Slide 9 - Video

Filmpje waarin je ziet hoe oogdruppels worden gemaakt en aansluitend de borrelpunttest.

ruim 5 minuten
Oogdruppels worden gemaakt in een LAF-kast. Welke twee ken je en wat zijn de verschillen?

Slide 10 - Open vraag

Down-flow kast:
- Luchtstroom is verticaal, beschermt de bereider én het product
- geschikt voor de bereiding van schadelijke stoffen (antibiotica, oncolytica)

Cross-flow kast:
- Luchtstroom is horizontaal, beschermt alleen het product
- niet geschikt voor de bereiding van schadelijke stoffen (TPV, oogdruppels, morfine cassettes)
Waaraan moeten oogdruppels voldoen om géén irritatie te veroorzaken?

Slide 11 - Open vraag

De osmotische waarde, pH en viscositeit moet binnen bepaalde grenzen liggen
Zie blz 160 t/m 162 in het boek


Osmotische waarde -> vloeistof van oogdruppel moet nagenoeg gelijk zijn aan traanvocht, dit noem je isotoon.

pH -> pH traanvocht is +/- 7,4 de pH van de oogdruppel moet daar bijna aan gelijk zijn. Wijkt dit af heeft de patiënt kans op extra traanvloed.

Viscositeit -> een verdikkingsmiddel wordt gebruikt zodat de druppel goed in het oog blijft "kleven".  Deze stabiel zijn tijdens het steriliseren en mogen niet irriterend zijn.

Osmotische waarde
Moet gelijk zijn aan traanvocht

oplosmiddelen die isotoon zijn:
 - Natriumchloride 0,9%
   - Boorzuuroplossing 2%
- Boraxoplossing 2,6%

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH
PH van traanvocht is 7,4

Als de pH sterk afwijkt kan dit zorgen voor aanmaak van extra traanvocht waardoor het geneesmiddel korter in jet oog achterblijft

pH verlagend:                                      pH verhogend:

Boorzuur                                                 Borax
Citroenzuur                                            Natriumcitraat
Azijnzuur                                                 Natriumacetaat

Slide 13 - Tekstslide

Bij een pH lager dan 5,0 en hoger dan 8,5 voelt heel aangenaam in het oog en zorgt dus voor extra aanmaak van traanvocht.
Viscositeit
Een "verdikkingsmiddel" waardoor het geneesmiddel beter in het oog blijft

voorbeelden: 
- Hypromellose 4000 mPa.s
- Methylcellulose
- Polyvinylalcohol (pva)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buffercapaciteit
Is belangrijk zodat de druppel die in het oog wordt gedruppeld zich verdunt met traanvocht waardoor die de zuurgraad van het traanvocht aanneemt.

Buffer bestaat uit een zwak zuur of een zwakke base

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is een oogdruppel houdbaar met en zonder conserveermiddel?

Slide 16 - Open vraag

Met conserveermiddel -> 
1 maand na openen

Zonder conserveermiddel -> 
meestal 24 uur na openen in de koelkast

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is de definitie van VTGM?

Slide 18 - Open vraag

Definitie VTGM ->
Een geneesmiddel bewerken, waardoor dit veranderd, voordat de patiënt het inneemt of toegediend krijgt.
Geen minimaal 3 voorbeelden van VTGM

Slide 19 - Open vraag

Voorbeelden->
- Fijnmaken van tabletten
- Klaarmaken antibiotica drankje
- Openmaken van capsules om bv door         het eten te mengen
- Tabletten halveren d.m.v. een tabletten       splitter
- Bacicoline-B-oordruppels 

Slide 20 - Video

Voorbeeldfilmpje van het klaarmaken van medicatie

ong. 6 minuten

Als de tijd te kort is: dit filmpje staat ook op onderwijs online.
VTGM
Steriel                                                                              Niet steriel

- door verpleegkundige in thuiszorg            - door apothekersassistent in               of ziekenhuis (apothekersassistent              apotheek (onder bv afzuiging)
   geeft juiste instructie)                                         denk aan het klaarmaken van    wordt in een LAF-kast bereid volgens             antibiotica drankjes of                        juiste procedures (oogdruppels of                   Bacicoline-B oogdruppels morfinecassettes

    

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen van deze les:
- kun je verschillende toedieningsvormen van het oog                         benoemen
- weet je welke eisen er worden gesteld aan steriele vloeistoffen
- ken je de verschillende biofarmaceutische aspecten
- weet je wat VTGM is en kun je voorbeelden benoemen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les voorraadbeheer
Opdracht 3 t/m 6 #OO gemaakt

 

- opdracht 3 t/m 5 ->steriel werken
- opdracht 6 ->
    voorbereiding volgende les

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies