14.3 Groene chemie en duurzaamheid

14.3 Groene chemie en 
        duurzaamheid 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

14.3 Groene chemie en 
        duurzaamheid 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen uit 14.1 en 14.2? 
  • Groene chemie
  • Atoomeconomie, rendement en E-factor
  • Cradle to cradle 
  • Maak 12 t/m 17
  • Extra uitleg voor wie wil

Slide 2 - Tekstslide

Vragen?

Slide 3 - Woordweb

Doelen 
  • Ik kan uitleg geven aan de hand van de twaalf principes van groene chemie (BINAS TB 97F/Tb 14.2 op pag. 154).  
  • Ik kan rekenen aan de atoomeconomie (BINAS TB 97F).  
  • Ik kan het belang van een zo hoog mogelijk atoomeconomie uitleggen.  
  • Ik kan rekenen aan het rendement en de E-factor.   
  • Ik kan uitleggen wat cradle to cradle betekent en herkennen.  

Slide 4 - Tekstslide

processen die gebaseerd zijn op de 12 principes van de groene chemie zijn duurzamer:
Binas 97F
tabel 14.2 op pagina 154

Slide 5 - Tekstslide

12 principes groene chemie
categoriseer in 4 groepen
  1. Het is veiliger
  2. Gebruiken minder grondstoffen en energie
  3. Geven minder vervuiling
  4. Kostenbesparend 

Tijd: 3 minuten
Klaar: uitwisselen met buurman
tabel 14.2 op pagina 154

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik de principes van de groene chemie, Binas tabel 97F.
Geef aan bij welk(e) principe(s) de volgende stelling hoort:

Het gebruiken van het afval van suikerriet
om een kunststof te maken.
A
principe 1
B
principe 5
C
principe 3
D
principe 7

Slide 7 - Quizvraag

Het gebruiken van het afval van suikerriet
om een kunststof te maken.

Principe 7: Het suikerriet groeit het volgende jaar weer aan.

Past bij: Het uitgangsmateriaal moet, indien technisch en economisch mogelijk, hernieuwbaar zijn.
Gebruik de principes van de groene chemie, Binas tabel 97F. Geef aan bij welk(e) principe(s) de volgende stelling hoort:

Slide 8 - Tekstslide

Geef aan bij welk(e) principe(s)
de volgende stelling hoort:
Het ontwerpen van plastic tassen die afbreekbaar zijn in het milieu.
Binas 97F
A
principe 8
B
principe 10
C
principe 6
D
principe 4

Slide 9 - Quizvraag

Het ontwerpen van plastic tassen die afbreekbaar zijn in het milieu
Principe 10. Ontwerpen met het oog op afbraak

Chemische producten dienen zo ontworpen te worden dat ze aan het eind van hun gebruiksperiode niet in het milieu achterblijven, maar afgebroken kunnen worden tot ongevaarlijke reststoffen of tot uitgangsmaterialen.
Geef aan bij welk(e) principe(s) de volgende stelling hoort:

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan bij welk(e) principe(s)
de volgende stelling hoort:

Fabriek A levert verwarmd water aan fabriek B, die het gebruikt voor het verwarmen van zijn uitgangsstoffen.
Binas 97F
A
principe 8
B
principe 6
C
principe 4
D
principe 2

Slide 11 - Quizvraag

Fabriek A levert verwarmd water aan fabriek B, die het gebruikt voor het verwarmen van zijn uitgangsstoffen.
Principe 6.  Energie-efficiënt ontwerpen

6: De energiebehoefte van het proces moet in het geheel meegenomen en beoordeeld worden op zijn economische impact, maar vooral op zijn impact op het milieu. In ieder geval dient deze impact zo laag mogelijk te zijn.
Geef aan bij welk(e) principe(s)
de volgende stelling hoort:

Slide 12 - Tekstslide

principes groene chemie toepassen
Aanpassingen aan processen of beschrijvingen van processen moet je kunnen koppelen aan de 12 principes (binas!). 
Het komt altijd hierop neer, groene chemie is:

  • veiliger
  • gebruiken minder grondstoffen en energie
  • gebruiken zoveel mogelijk duurzame energie en grondstoffen 
  • geven minder vervuiling
     


Binas 97F

Slide 13 - Tekstslide

Duurzaamheid
Duurzame ontwikkelingen zijn belangrijk voor toekomstige generaties!



Ze moeten minder energie en grondstoffen consumeren en zuiverdere en minder gevaarlijke stoffen opleveren. 
Daar kunnen we aan rekenen!

Slide 14 - Tekstslide

Rekenen aan duurzaamheid
Hoe krijgen we cijfermatig een beeld van de "groene chemie" ?

1. Atoomeconomie
2. Rendement
3. E-factor 


Slide 15 - Tekstslide

Atoomeconomie
Een optimale atoomeconomie houdt in dat het eindproduct zoveel mogelijk atomen van de in het proces gebruikte grondstoffen bevat. 

                                                                                                                           %
Atoomeconomie=MassabeginstoffenMassaproduct100

Slide 16 - Tekstslide


Bereken de atoomeconomie voor CaO
CaCO3 --> CaO   +  CO2

Slide 17 - Open vraag

Bereken de atoomeconomie van de reactie waarbij 2-broombenzeen-1-ol het product is.

Slide 18 - Open vraag

Rendement
In de praktijk wordt de maximale 100% vrijwel nooit gehaald, omdat er bijproducten ontstaan en omdat bij de zuivering een deel van de stof verloren gaat. 

                                                                                                         %
Rendement=OpbrengsttheorieOpbrengstpraktijk100

Slide 19 - Tekstslide

Bij de additie van water aan 1,0 kg propeen
ontstaat 0,80 kg propaan-1-ol.
Bereken het rendement van propaan-1-ol.

Slide 20 - Open vraag

Bereken het rendement van dit proces als er 12,7 ton ijzer ontstaat uit 20,4 ton ijzeroxide.

Slide 21 - Open vraag

E-factor
E-factor, Environmental factor, is het aantal kg afval per kg product. 
                                                                                                                        

Let op: Bij de M van het reactieproduct moet je rekening houden met het rendement!


Efactor=MreactieprodMbeginstoffenMreactieprod

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de E-factor van de volgende reactie waarbij natrium het gewenste product is en er slecht 80% rendement is:
2 NaCl --> 2 Na + Cl2

Slide 23 - Open vraag

Bij groene chemie betekent duurzaam:
“Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”      (Verenigde Naties)

Een manier van produceren die hieraan voldoet is "Cradle to Cradle". In het volgende filmpje wordt dit uitgelegd.

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Doelen 
  • Ik kan uitleg geven aan de hand van de twaalf principes van groene chemie (BINAS TB 97F/Tb 14.2 op pag. 154).  
  • Ik kan rekenen aan de atoomeconomie (BINAS TB 97F).  
  • Ik kan het belang van een zo hoog mogelijk atoomeconomie uitleggen.  
  • Ik kan rekenen aan het rendement en de E-factor.   
  • Ik kan uitleggen wat cradle to cradle betekent en herkennen.  

Slide 26 - Tekstslide

Beheers je alle doelen?
Ja
Nee
Deels

Slide 27 - Poll

Aan de slag
Maak opdracht 12 t/m 17
Kom anders bij de bijles!


Slide 28 - Tekstslide